Boekrecensie ‘Zink’, David van Reybrouck

bw-zinkDit boekenweek-essay is van de schrijver van Congo, het vuistdikke geschiedenisboek over de wordingsgeschiedenis van deze Belgische kolonie midden in donker Afrika. Voor dit verhaal blijft hij dichter bij huis, namelijk Moresnet, niet ver ten zuiden van Maastricht en Aken. Meer dan een eeuw lang was dit een piepklein onafhankelijk landje. Een scherf grond waarvan de scherpe punt tot het drielandenpunt bij Vaals reikte; dat -inderdaad- toen feitelijk een vierlandenpunt was. Oorzaak van deze bijzondere status was het feit dat Moresnet zinkmijnen huisvestte waar zowel Pruisisch Duitsland als België op aasden. Tijdens en tussen de twee wereldoorlogen speelden alle mogendheden met Moresnet met als eindresultaat dat het gebied uiteindelijk definitief Belgisch werd.

Van Reybrouck vertelt het verhaal prachtig, in de stijl die we ook al kenden van zijn voornoemde boek. Hij verbindt een groot deel van het verhaal aan Emil Rixen, een man wiens leven letterlijk werd verscheurd door al die geopolitieke toestanden: zonder ooit te verhuizen wisselde hij vijf keer van nationaliteit: ‘Hij heeft geen prezen overgestoken, de grenzen zijn hem overgestoken‘. Mooi!

Boekrecensie ‘Storytelling in 12 stappen, op reis met de held’, Mieke Bouma

9789045704463-240x300Ik heb me bijna door de gehele leeslijst van de Schrijversacademie gewerkt(zie bijvoorbeeld 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9). En nu dus ook door dit boek van Mieke Bouma. Nou is in dit geval bezijden de waarheid dat ik ‘me hier doorheen gewerkt heb’; beter van toepassing is dat ik er doorheen gevlogen ben! Dit is namelijk een heel boeiend boekwerk en gelukkig eens een keer heel anders dan heel veel van die andere schrijfboeken die ik gelezen heb.

Niet dat Bouma hiermee meteen heel origineel is; in haar inleiding noemt ze twee boeken (resp. van Joseph Campbell en Christopher Vogler) als belangrijke inspiratie en ik heb de indruk dat ze hier heel nadrukkelijk leentjebuur van speelt. Maar wat maakt het uit: want haar boodschap is wel heel boeiend.

Kortweg komt het erop neer dat Bouma je voorhoudt dat het klassieke verhaal altijd dezelfde opbouw heeft. Het is een verhaal waarin je held een reis maakt (of het nou een feitelijke reis of alleen een reis in overdrachtelijke zin is). En je held moet hierbij een pad bewandelen uit niet meer of minder dan 12 stappen. Dat lijkt akelig concreet, en Bouma wordt zelfs nog concreter als ze die 12 stappen verduidelijkt en uitwerkt. En hier wordt het rondweg fascinerend, want Bouma slaagt er wat mij betreft echt in je concrete handvatten mee te geven voor het vak van storytelling. Toevalligerwijs ben ik momenteel zelf een plot in elkaar aan het knobbelen van wat mijn tweede roman moet worden, en ik betrapte me erop dat dit boek me heel erg aan het denken zette: maakt mijn held wel de juiste dingen mee? Is mijn plotopbouw wel voldoende stevig? Ontwikkelt mijn held zich voldoende?

Hiermee is dit naar mijn idee het boeiendste boek uit de Schrijversacademie-bibliotheek tot dusverre. Natuurlijk moet je Bouma’s 12 stappen niet al te letterlijk nemen, maar deze geven je wel veel steun bij het bedenken en opbouwen van je eigen verhaal. Ik ga dit boek er zeker nog vaak bij pakken!

Boekrecensie ‘Suzy vindt van niet’, Peter Buwalda

Peter Buwalda is eerst en vooral bekend van zijn bestseller Bonita Avenue, een boek dat ik overigens ook zeer de moeite waard vond. En dan dit boek, dat een bundeling bevat van alle 52 columns die Buwalda in een jaar tijd schreef voor de Volks. Nu hebben columns de neiging snel gedateerd te worden, maar gelukkig heeft dit boekje daar geen last van. Dat heeft te maken met de onderwerpkeuze van Buwalda, die zich duidelijk niet laat leiden tot de waan van de dag en de actualiteit. Lekker eigenzinnig pikt hij zijn eigen soms knotsgekke onderwerpen en dat is maar goed ook: want wat heerlijk kan Buwalda over al wat hem bezig houdt vertellen. Sommige persoonlijke obsessies van hem komen zelfs in meerdere columns terug, zoals die met Bob Stanhope, beter bekend als Arendsoog uit de jeugdboek van P en J (pere et fils) Nowee. Witte Veder siert zelfs de cover!

Buwalda verhaalt over al dit soort zaken in een kostelijke stijl. De verteltoon die hij etaleert bevat veel onderkoelde humor en zelfspot en is doorspekt met scherpe meningen en observaties. En dat maakt dit boek tot een groot, zeer groot succes. Echt erg leuk vermaak!

Boekrecensie ‘Personages, conflict, perspectief’, Frans Stuger

stugerOok dit is weer een boek van de leeslijst van de Schrijversacademie. Een niet al te dik werk waarin Stuger zich beperkt tot de ingekookte essentie. Dit blijkt zelfs al uit de titel: Personages, conflict en perspectief zijn precies de drie aspecten die hij zal beschrijven.

Hiermee heeft Stuger, duidelijk een ervaren rot in het vak, waarschijnlijk precies de drie pijlers van het schrijven te pakken en hierover weet hij ook duidelijke dingen te zeggen. Met name het hoofdstuk over perspectief vond ik boeiend. Net als Stuger heb ik het idee dat veel schrijvers, zelfs bekende gepubliceerde, hun vertelperspectief niet duidelijk voor ogen hebben. Hier valt veel winst te boeken, natuurlijk ook voor mij.

Tegelijkertijd had ik bij veel andere zaken meerdere keren het gevoel dit allemaal al eens eerder gelezen had. Maar misschien word ik zelf ook wel schrijfboeken-moe, inmiddels. Want al die schrijfboeken gaan uiteindelijk toch allemaal over hetzelfde.

Wat me verder in toenemende mate opvalt is dat in veel schrijfboeken steeds dezelfde voorbeelden worden gebruikt. Altijd weer die eeuwige Madame Bovary bijvoorbeeld. Maar ook bijvoorbeeld Publieke werken van Roosenboom. Of, heel opvallend, nota de Bijbelse David en Goliath om te onderstrepen dat personages altijd anders maar wel gelijkwaardig moeten zijn (David is wel kleiner en minder sterk, maar slimmer en hij heeft een slinger). Zou dat komen omdat al die schrijfboeken rijkelijk citeren van elkaar? Het komt op mij echter als bijna een beetje incestueus over. Het wereldje is klein…

Maar ondanks deze kanttekening is dit een prima boek. Een boek dat, mede gezien haar beperkte omvang, een prima goed beginpunt is voor de bestudering van schrijftheorie door beginnende schrijvers.

 

Boekrecensie ‘De pootjes zitten er nog aan en andere Arnhemse verhalen’, Marcel van Roosmalen

Dit boekje kwam ik tegen bij boekhandel Hijman Ongerijmd in Arnhem, na het verdwijnen van Polare/Selexyz/Dekker zowat nog de enige boekwinkel in de hele binnenstad (ja, het zijn draconische tijden). Aangezien ik nog 2,5 euri op een boekenbon over had, en dit boekje precies dat bedrag kostte, was een transactie snel gemaakt.

Niet dat het mijn best bestede 2 en een halve euro ooit was. Marcel van Roosmalen ken ik als columnist van NRC Next en later NRC en als stukjesschrijver in de Intermediair (de gratis, papieren versie toen die nog bestond, ja das was eindmal) en in geen van die media heb ik hem erg kunnen waarderen. Zo had Van Roosmalen zich in de Intermediair gespecialiseerd om allerlei onduidelijke evenementen te bezoeken (zoals de jaarlijkse braderie van de Nederlandse duivelmelkvereniging) en daar dan lullige vileine stukjes over te schrijven. Ook in de latere media vond ik hem eigenlijk alleen soms boeiend als het over Velp (de woonplaats van zijn moeder) of Arnhem ging. Zoals dat stukje waarin hij genadeloos de Velleper Donderdagen affakkelt.

En zo ging het dus helaas ook met dit bundeltje. Hier en daar is het nog wel interessant, als het gaat over iets herkenbaars Arnhems, maar over het algemeen was dit toch niet echt de moeite waard.