Boekrecensie ‘Zoon van de Zon’, Wim Kamerbeek

Bij mijn research voor mogelijk een nieuw boek stuitte ik op deze roman. Het wonderlijke is dat de schrijver, Wim Kamerbeek, duidelijk een min of meer soortgelijk idee had als ik: een boek schrijven over de Inca-tijd ten tijde van de inval door de Spanjaarden. En wel door midden tussen alle historische feiten een fictief hoofdpersonage te plaatsen.

Dit fictieve personage is in dit boek de Nederlander Willem. Hij krijgt als taak de Inca Huascar, die door Cortes als Inca-ambassadeur gevangen is genomen in Mexico en daardoor in Europa is beland, terug naar huis te brengen. Dit is meteen een nogal boud uitgangspunt, want die Huascar is een belangrijke historische figuur: hij wordt de Inca-‘keizer’ die een verwoestende oorlog zal beginnen tegen zijn halfbroer Atahualpa, vlak voor de noodlottige verschijning van Pizarro.

Maar ook in het verhaal dat volgt, toont Kamerbeek zich vooral niet te terughoudend. Willem maakt meteen in Machu Picchu kennis met de volledige ‘keizerlijke familie’, trouwt met een Inca-prinses, leert de Inca’s enkele Europese krijgstechnieken, maakt een verre reis naar Brazilië waar hij de legende van ‘El Dorado’ laat ontspruiten en brengt zelfs paarden het Inca-rijk binnen. In de tussentijd veroorlooft Kamerbeek zich nog veel meer: hij toont het Inca-rijk als vergevorderde beschaving die wel degelijk het schrift kent en wereldkaarten heeft en zelfs niet alleen contact heeft met de Mejica’s (Azteken), maar ook met onder meer de ‘gele mensen’ en eerder al ‘Roma’. Hij blaast nieuw leven in de legenda dat de Joden met hun goud naar Zuid-Amerika zijn gevlucht en veroorlooft zich onder meer grapjes over het ontstaan van de rubberen band. Hier toont Wim Kamerbeek in ieder geval zijn enorme kennis over de Inca’s, maar weifelt hij ook niet daar zelf wat speculatieve zaken aan toe te voegen.

Hoe interessant ook, qua storytelling is er wel wat aan te merken. Ondanks dat het boek bijna 600 pagina’s dik is, had ik heel lang het idee dat het verhaal nog op gang moest komen. Het grote drama ligt immers (volgens mij) in die strijd tussen Huascar en Atahualpa en de komst van Pizarro. Maar zo ver komt Kamerbeek helemaal niet; het verhaal eindigt namelijk nog vóór al die gebeurtenissen; als Huascar inmiddels gevangen is genomen door generaal Quisquis en Atahualpa ver in het noorden begint met zijn reis naar Cuzco om de troon op te eisen. Dat is een merkwaardige keuze, want hiermee mist dit boek eigenlijk een beetje een dwingend plot. Tenzij dit boek nog naadloos wordt gevolgd door een tweede deel natuurlijk. En dat kan zomaar nog eens het geval zijn…

Boekrecensie Echo, Thomas Olde Heuvelt

Deze Nederlandse schrijver heb ik al een tijdje op de radar staan. En zijn een-na-laatste boek ‘Hex’ vond ik meer dan prima gedaan. Daarom was ik ook heel benieuwd naar dit boek, waar Thomas maar liefst zes jaar over gedaan heeft.

Hij heeft in ieder geval niet stil gezeten, want met 600+ pagina’s is dit een enorme pil geworden. Al met de huiveringwekkende proloog (vrouw wordt in ingesneeuwd chalet belaagd door geesten) wordt duidelijk dat Olde Heuvelt zich nog steeds volop in het horror-genre begeeft. En dat blijkt ook wel uit de rest, want Thomas heeft een uiterst bizar en gruwelijk verhaal voor je in petto. Een verhaal dat wel wat lijkt op de voorganger, in de zin dat nu niet een ‘ondode’ heks een Nederlands dorp in de greep heeft, maar een duivelse berg het Zwitsers dorp Grimentz.

Alles draait om Nick, die met klimmaatje Augustin, besluit een volledig onbekende berg in Zwitserland te beklimmen, de Maudit. Zijn relaas over die gedoemde beklimming lijkt steeds meer één grote hallucinatie te worden; een huiveringwekkende angstdroom waaruit je niet meer wakker kunt worden. Alles wordt al snel een gruwelijke overlevingsstrijd, waarin Augustin gek wordt en Nick met een klimbijl bewerkt voor die in een ijskloof valt. IJzingwekkend goed beschreven! Dit vond ik achteraf bezien misschien wel het allerbeste deel van het boek.

Maar daarmee is het verhaal nog verre van verteld, want het grootste deel gaat erover hoe de zwaar in zijn gezicht verminkte Nick de beproeving ternauwernood overleeft, maar wel een kwade kracht in zich te hebben meegenomen; de duivelse krachten van de berg zelf! Zijn Amerikaanse vriend Sam (leuk hoe er eens volledig naturel een gay stel in een horrorboek centraal staat!) probeert hem zo goed en kwaad als het kan bij te staan, maar moet ook nog enkele demonen uit zijn eigen jeugd zien te overwinnen. Ook in dit ’tweede deel’ van het boek schuwt Olde Heuvelt het grote gebaar nergens: ongelooflijk bizarre gebeurtenisssen en meer dan dertig doden die zullen vallen, allemaal in een woordgebruik dat ook nergens het grote gebaar schuwt. Alles was misschien wel over de top gegaan als de stukken vanuit het perspectief van Sam niet voor enige verlichting hadden gezorgd: hij doorspekt zijn relaas met nonchalante, vaak grappige observaties, eigentijdse mode-taal en engelse one-liners. Sam als de broodnodige ‘comic relief‘ dus.

Ondanks dat ik soms het idee had dat dit boek zeker ergens voorbij de helft soms wat korter gekund had, bleef het me zonder meer boeien. En dat is maar goed ook, want tegen het einde komen de eindjes heel mooi bij elkaar in een huiveringwekkend en dramatisch einde. Hiermee is dit boek een ’tour de force’ van een schrijver die duidelijk heel veel in zijn mars heeft. Ondanks dat ik niet echt horror-fan ben, wist het me meer dan te boeien. Ik zal zeker nog eens meer van Thomas olde Heuvelt lezen; hij is zonder meer één van de meest interessante Nederlandse schrijvers van dit ogenblik!

Tv-recensie ‘Black Mirror’, seizoen 5

Eén van de allerbeste series op Netflix is toch wel de anthologie-serie ‘Black Mirror‘. Kortweg gaan alle losstaande verhaaltjes erover wat voor een impact moderne (toekomstige) technologie kan hebben op mensen. En dat blijft meer dan interessant, vooral omdat de plots van maker Charlie Brooker vaak ongelooflijk goed zijn.

En dan dit vijfde seizoen, dat zonder meer boeiend blijft. De drie episodes, alle drie van de lengte van een korte film, zijn echter wel wisselend van kwaliteit. Het eerste deel, over twee vrienden die ‘lovers’ worden in een real-life versie van het bekende arcade-spel ‘Street Fighter’ (dat ik ken als ‘Tekken’) vond ik zeer prikkelend. Het tweede deel is eigenlijk wat gewoontjes, want het gaat over niets meer dan een gijzelingszaak. De heerlijk schmierende Andrew Scott (Moriarty in Sherlock) redt echter deze episode. Maar het derde deel is toch wel het minst, omdat hier het verhaaltje (iets over een robotje en een door Miley Cyrus gespeelde popster) nu wel echt te ongeloofwaardig is.

Hiermee is dit verre van het beste seizoen van Black Mirror, maar toch nog steeds zeer de moeite waard!

Tv-recensie ‘The Roman Empire’, seizoen 2

Dit is een gedramatiseerde documentaire op Netflix, waarin enkele sleutelperiodes uit het meest belangwekkende Rijk uit de wereldgeschiedenis aan de orde komen. ‘Gedramatiseerd’ wil zeggen dat historische beelden en commentaar van experts worden afgewisseld met nagespeelde scenes. Dat kan best aardig zijn, maar die scenes zijn in deze serie nogal ‘underwhelming’. Misschien door een te klein budget?

Dan kan dit nog steeds een aardige serie zijn, want het bronmateriaal is natuurlijk meer dan boeiend. Maar het gaat helemaal mis met de behandeling van dit historische materiaal, want daar wordt veel te losjes mee omgesprongen. Een jonge militair Caesar die Spartacus verslaat bijvoorbeeld? Wat een onzin, daar klopt niets van. En zo wel van veel meer! Hiermee zorgt deze serie helaas eerder voor ergernis dan voor vermaak. Jammer, een misbaksel dit!

Boekrecensie ‘Mijn verhaal’, Johan Cruijff (opgetekend door Jaap de Groot)

Dit is een aardig boek over het leven van Johan Cruijff, opgetekend door Telegraaf-journalist Jaap de Groot. Het meest interessante is als het bijvoorbeeld gaat over de relatie die Cruijff had met die andere Nederlandse voetbalgrootheid: Rinus Michels. Als we het mogen geloven enerzijds een bikkelharde man, maar tegelijkertijd een heel zorgzaam iemand, bijvoorbeeld als hij Cruyff hoogstpersoonlijk een massage geeft na een zware wedstrijd.

Maar ook als het gaat over de tijd van Cruyff als speler (ook zijn Amerikaanse periode!) en zijn tijd als trainer/coach, is het vaak boeiend.

Het minst interessant is echter het tweede deel van het boek, als we over zijn tijd als bestuurder moeten lezen. Hier wordt veel te lang doorgezaagd over de moeizame perikelen tussen Cruyff en sportbestuurders van bijvoorbeeld Ajax, Barcelona of de KNVB. Hier deed het boek teveel denken aan een laatste persoonlijke afrekening. En de latere hoofdstukken met Cruyff’s ideeën over het voetbalspel en de huidige stand van zaken in het voetbal vond ik eerlijk gezegd ook niet zo heel boeiend meer. Zo dooft dit boek, dat zo aardig begon, als een nachtkaars uit.

En dat is jammer, want Cruyff lijkt toch voldoende interessants te vertellen te hebben. Wat mij betreft had hij nog veel meer verteld over zijn tijd als speler en trainer. Daar heeft schrijver Jaap de Groot volgens mij echt nog veel interessant materiaal laten liggen. Jammer…