Boekrecensie ‘De onsterfelijken’, Chloe Benjamin

Dit boek heeft een intrigerend beginpunt: de vier kinderen van de familie Gold gaan in het New York van eind jaren ’60 op bezoek bij een waarzegster die hen alle vier hun sterfdatum vertelt. Dit begin-incident zal hen vormen.

De jongste, Simon, gaat al heel jong samen met zijn zus naar San Francisco om zich vol overgave in de gay-scene te storten. In een dramatisch relaas sterft hij daarna jong aan aids. Die zus, Klara, gaat het nauwelijks beter; als illusionist sabbelt ze een bestaantje bij elkaar, om vervolgens op bijna even dramatische wijze en ook nog heel jong te sterven. Resteren Daniel en Varya, de oudsten en ook degenen met de meest ‘conventionele’ levens; Daniel klampt zich vast aan een vervelende baan en Varya (weterschapster en onderzoeker) is bij al haar levenskeuzes altijd extreem voorzichtig geweest.

Dit boek wekte in mij in het begin een groot enthousiasme en enorme leeshonger op, die ik me voor het laatst herinner van Mitchell’s ‘Utopia Avenue‘. Want wat was dit goed geschreven! En wat waren de passages over Simon en Klara kostelijk!

Helaas is het grote nadeel dat het beste wel ècht aan het begin zat. Tegen het einde toe zakt het boek flink in. Daniel confronteert op enig moment nog de oude waarzegster, maar tot een duidelijke bevredigende ‘afronding’ leidt dit alles niet. En het verhaal van Varya was helaas ook verreweg de minst sprankelende van de vier.

Dus, concluderend toch een gemengd gevoel: een briljante eerste helft, maar dit boek mist de sterke afronding die het verdiend had!