Boekrecensie IV – Arjen Lubach

Dat deze thriller van De Slimste Mens-winnaar Lubach sterk is geïnspireerd op Dan Brown’s Da Vinci Code is nog licht uitgedrukt, een schaamteloze kopie lijkt me meer passend. Al die typische Dan Brown-elementen zijn namelijk ruimschoots aanwezig. En dus lezen we over een jachtige speurtocht met tal van geschiedkundige aanknopingspunten, die begint met de dood van een historicus, die ingenieuze aanwijzingen heeft achtergelaten (Cicero, Thorbecke, Manet, you name it). De ‘bad guys’ zijn natuurlijk een geheim gezelschap dat een bepaalde waarheid niet naar buiten wil laten komen en de vrouwelijke hoofdpersoon blijkt -ridicuul genoeg- ook hier weer van koninklijke komaf. Ja, je leest het goed, want waar Sophie Neveu van Merovingische afstamming was, stamt onze hoofdpersoon Elsa af van… het Nederlandse koningshuis.
Het hele gekopieerde plot verplaatst Lubach dus naar Nederland, waarbij hij geheel op Dan Brown-achtige wijze doet aan name-dropping van een groot aantal gebouwen, straten en plaatsen. Alleen bevinden die zich dan niet in Rome of Parijs, maar gewoon lekker knus in Amsterdam. Bijna alsof Lubach al voorsorteert op een toeristische ‘IV’-wandeling aldaar.
Dat zal toch echter wel niet gebeuren, want dat verdient dit matige boek toch niet. Ten eerste al omdat het hele boek veel te veel in na-aperij blijft hangen, ten tweede omdat Lubach het plot laat ontsporen tot een absurd, kluchtig, niet meer serieus te nemen slot en ten derde omdat, helaas, de schrijfstijl erg matig is. Ook in deze zin lijkt Lubach dus veel op Brown, alhoewel deze keer vast onbedoeld. Door het hele boek heen kwam ik echter tal van gekke dingen tegen met verteltijden, perspectieven en woordkeuzes. Ik had de sterke aandrang om hier steeds opmerkingen bij te noteren, alsof dit het manuscript was van een beginnend mede-amateurschrijvertje en niet de heus uitgegeven roman van een al redelijk gearriveerde auteur, en dat zegt  -helaas- toch alles…