Dit geschiedenisboek gaat over de fascinerende verovering van het Inca-rijk door de Spanjaard Francisco Pizarro, begin zestiende eeuw. Zelf heeft me al tijden gefascineerd hoe één man met net aan hondervijftig soldaten erin geslaagd is een heel rijk ten val te brengen. En ook bij lezing van dit boek blijft verbazen hoe onwaarschijnlijk dit was. Want Pizarro deed er al een hele tijd over om überhaupt voorbij de ondoordringbare jungles aan de kust te komen, voor hij op de cordillera’s belandde, de hooglanden van de Andes waar zich de belangrijkste steden bevonden en het hart van de Inca-beschaving.
Maar door een volledige onderschatting van de zijde van de Inca’s, gecombineerd met een voorafgaande burgeroorlog die het rijk danig had verzwakt èn een misplaatst ontzag voor deze witbebaarde mannen die van overzee kwamen (als incarnaties van de godheid Viracocha), kon het gebeuren dat Pizarro daarna bizar snel de Inca’s op de knieen kreeg. In een extreem baude manoeuvre slaagde Pizarro erin de Inca-keizer Atahualpa in gijzeling te nemen en door vernuftig manoeuvreren, maar vooral door het gebrek aan centraal leiderschap bij de Inca’s, stortte hierna de gehele Inca-beschaving als een kaartenhuis in elkaar.
Door de materie is het boek zeer interessant en het is ook prima geschreven. Zeker de moeite waard dus!