Boekrecensie ‘Wolf Hall’, Hilary Mantel

Wolf_Hall_coverIk was deze boektitel al vaker tegengekomen als één van de belangrijkste literaire sensaties van het laatste decennium. Daarom wilde ik het boek ook graag eens lezen. In het rek bij de bieb (het Rozet; op het nippertje niet uitgeroepen tot beste gebouw ter wereld) kon ik het echter aanvankelijk niet eens vinden; door de kolossale omvang keek ik er namelijk eerst simpelweg overheen.

Ja, dit is geen dunnetje; en wetende dat dit ook nog het begin van een trilogie is, vergt het enige moed om te beginnen aan deze flinke leesklus.

Maar al snel bleek dat dit geen zware opgave was, omdat dit boek namelijk erg goed geschreven is. In een prachtige soepele stijl loodst Hilary Mantel je door het leven van Thomas Cromwell, een man van eenvoudige komaf die zich zelf weet op te werken tot een belangrijk persoon (individu, zou hij zelf zeggen) aan het hof van de koning. We spreken dan zestiende-eeuws Engeland voor de goede orde. Mantel heeft een scherpzinnige en zinderende stijl die blijft boeien, ook omdat deze vaak erg geestig is. En met Cromwell heeft ze een prachtig hoofdpersoon te pakken in een zeer interessant tijdsgewricht. Een Cromwell, die ze -in weerwil van de geschiedenisboeken die hem neerzetten als cynische machtspoliticus- overigens een heel menselijk gezicht geeft. Dit is kortom literatuur met een hoofdletter L en absoluut één van de beste boeken die ik de afgelopen jaren gelezen heb. Laat de andere twee delen van de trilogie maar komen!