Boekrecensie Voor jou – Jojo Moyes

Dit boek gaat over de Louisa, een laat-twintiger, wonend in een klein Brits stadje. Nadat ze is ontslagen bij een lunchroom, vindt ze uiteindelijk werk als verzorgster van een jonge invalide man, Will, die vanaf de nek geheel verlamd is. Vervelender is echter dat hij heel chagrijnig en gemeen tegen haar is.

Vanaf dit moment verloopt het verhaal naar mijn mening nogal voorspelbaar en schematisch. Want ja; natuurlijk groeien de aanvankelijk onuitstaanbare Will en Louisa uiteindelijk naar elkaar toe. Tja. Hoe vaak hebben we dat al niet eerder gezien? Het is niet het enige waarbij Moyes nogal voorspelbaar is. Zo doet ze bijvoorbeeld ook erg weinig moeite om aanvankelijk te verhullen dat de relatie die Louisa aanvankelijk nog heeft met ene Patrick zal gaan ploffen; dat ligt er namelijk vanaf het begin al heel dik bovenop. En zo zijn er wel meer voorbeelden. Zelfs het tragische eind van het verhaal (Will zal ondanks alles uiteindelijk beslissen zijn leven te beëindigen) zag ik eerlijk gezegd al van heel ver aankomen.

Dat maakt dit toch geen echt goed boek. Niet dat het slecht is, maar het blijft naar mijn mening allemaal teveel hangen in, naar de bouquet-reeks neigende, zwijmel-romantiek waar vele vrouwen misschien van houden, maar ik toch niet echt. Dat ik het toch uitlas, heeft dan te maken met de toch wel erg fijne vertelstem van Moyes, waarin humor ook nooit ver weg is. Sommige scenes, zoals die waarin Louisa met Will naar een bruiloft gaat, zijn bovendien erg mooi uitgewerkt. En ten slotte heeft Moyes van Louisa zo’n aangenaam onhandig en eigenaardig type gemaakt, waar je meteen van gaat houden…

Lijstjes # 1: Toppers uit de wereldliteratuur

Het recente overlijden van één van de grootheden uit de wereldliteratuur, Gabriel Garcia Marquez, heeft mij doen nadenken over welke boeken naar mijn idee zouden moeten worden genoemd in de absolute top-lijstjes. Ook Garcia Marquez kan hier natuurlijk niet in ontbreken.

Hier de eerste in de serie: De vijf toppers in de wereldliteratuur:

Honderd jaar eenzaamheid – Gabriel Garcia Marquez | Dit boek was voor mij een absolute openbaring: een sprankelend, wervelend en soms zeer surrealistische vertelling die mij vanaf de eerste zin volledig weg blies en die bewijst dat Garcia Marquez een briljant en zeer oorspronkelijk verhalenverteller was.

Oorlog en vrede – Lev Tolstoj  | De opgefriste en ingekorte (maar nog steeds vuistdikke) versie die ik las van deze klassieker van Tolstoj verraste me door de prachtige en buitengewoon pakkende vertelling over het leven in Rusland in de negentiende eeuw; zowel het salonleven in St. Petersburg en Moskou (de vrede) als de verschrikkelijke oorlog tegen Napoleon (de oorlog). Tolstoj beschrijft het allemaal heel liefdevol en treffend in een boek dat geen moment oubollig of gedateerd aan doet.

Wolkenatlas – Dave Mitchell | Dit nog heel jonge boek hoort naar mijn idee ook zeker in dit rijtje! Waarom? Omdat dit boek een adembenemende wervelende achtbaanrit is tussen allerlei verschillende verhalen, hoofdpersonages en zelfs vertelstijlen. Het boek vertelt niet één maar zes verhalen, die toch allemaal met elkaar samenhangen. Mitchell weet dit alles moeiteloos samen te brengen in een intrigerend en zeer origineel boek. Wat mij betreft absoluut briljant!

Heart of Darkness – Joseph Conrad | Dit is een zeer vaak genoemd boek door schrijvers als belangrijke inspiratiebron en naar mijn idee verdient dit boek dat ook. Conrad is een meesterverteller die in een messcherpe, zeer beeldende en toch kernachtig stijl je kundig het broeierige en duistere verhaal in sleurt waarin Marlowe in de Congo op zoek gaat naar de mysterieuze Kurtz.

De oorlog van het einde van de wereld – Mario Vargas Llosa | Ik heb dit boek ervaren als een werkelijk magistraal epos over een opstand in de binnenlanden van Brazilië. Alles draait om een geheimzinnige Raadgever met Messiaanse trekjes, die het de centrale regering van de jonge republiek heel moeilijk maakt. Een zeer indrukwekkend werk, van de schrijver die met het ‘Het Feest van de Bok’ nog een geramde klassieker op zijn naam heeft staan.

 

 

Boekrecensie ‘And the Mountains Echoed’, Khaled Hosseini

Op de een of andere manier had ik altijd verwacht dat Hosseini, schrijver van het zeer bekende ‘The Kite Runner‘, een eendagsvlieg was, die nooit verder zou komen dan één goed boek. Maar daarmee heb ik hem schromelijk onderschat, want Hosseini blijkt met dit boek een waarlijk groot auteur.

Vanaf de eerste pagina voert Hosseini je mee in een vernuftig opgebouwd boek, dat je al snel niet meer loslaat. Het verhaal is poëtisch, verbeeldingsrijk en rijk geschakeerd en speelt natuurlijk weer grotendeels in Hosseini’s moederland Afghanistan. Het verhaal begint met het relaas hoe de jonge Abdullah wordt gescheiden van zijn zusje Pari, waarmee hij een heel sterke band heeft. En vanaf dat beginpunt waaiert het verhaal prachtig uit naar allerlei andere personages, in verschillende tijdsgewrichten en verspreid over de hele wereld (naast Afghanistan ook de VS, Frankrijk en Griekenland). Hiermee ontstaat een rijk geschakeerd verhaal, dat Hosseini ongelooflijk kundig en in een prachtige poëtische stijl vertelt. Kortom: een werkelijk prachtig boek dit!

Nieuw verhaal ‘De Olympus Affaire’

olympusHierbij kan ik weer een nieuw verhaal presenteren, dat de naam ‘De Olympus Affaire’ heeft gekregen. De basis voor dit verhaal wordt gevormd door een eigen ervaring, namelijk dat ik een tijd geleden een fotocamera vond op een verlaten bospad. Een beetje ongemakkelijk, want er bleken zelfs nog wat foto’s op het toestel te staan…

Uiteindelijk heb ik besloten het apparaat zelf te houden, wat je daar ook van mag vinden. Mijn eigen camera was namelijk enkele maanden eerder kapot gegaan: er was zand in het mechaniek gekomen. Dat was niet veel eerder gebeurd tijdens een bezoek aan Dune 45 in Namibië, één van de meest bijzondere duinlandschappen ter wereld. In de dagen die volgden werkte het apparaat steeds slechter, tot die, toen ik alweer bij de Victoria Falls was, helemaal de geest gaf. Ik was die dag rondgeleid langs de waterval door een aardige lokale gids en uiteindelijk heb ik de camera (zonder geheugenkaart) aan hem gegeven, hopende dat hij er nog wat aan had…

Hoe dan ook, die camera op dat bospad heb ik dus gehouden (en heb ik nu nog steeds). En toen ik het er recentelijk over had met een vriend van mij, wees die erop dat in dit gegeven misschien wel een verhaal school. Zo kwamen de raderen dus in beweging; iets wat uiteindelijk leidde in dit verhaal.

Veel leesplezier. Klik de volgende link aan om het bestand te openen: De Olympus Affaire

 

Recensie ‘House of Cards’, seizoen 2

In een krant las ik laatst een interessant stuk over de hausse van goede tv-series van tegenwoordig. De constatering werd gedaan dat die allemaal op een belangrijk punt verschillen van series van enkele decennia geleden: namelijk dat de plotten allemaal veel ingenieuzer en complexer zijn geworden. Was het bij een episode van een jaren tachtig serie als bijvoorbeeld ‘Kojak‘ nog mogelijk om tussendoor even weg te lopen om koffie te zetten of een broodje te smeren en dan vervolgens moeiteloos het verhaal weer op te pakken, tegenwoordig is dat toch veel lastiger. Zo niet onmogelijk.

Ik ben het daar grondig mee eens en ik vind dat ook een erg goede ontwikkeling. Ik vind het bijzonder dat bij bijvoorbeeld de serie ‘Game of Thrones’ de scenaristen heel trouw aan de boeken zijn gebleven en maar heel weinig verhaallijnen geschrapt of versimpeld hebben. De standaard Hollywood-traditie om alles maar eenvoudiger te maken omdat anders de kijker het niet meer zou snappen (het zogeheten ‘dumbing down‘) is hiermee eindelijk eens doorbroken.

Bij de serie ‘House of Cards‘  zie je dit in extremis terug. Want, mijn hemel, hier wordt voorwaar geen simpel plot over je uit gerold! Zonder enige introductie dendert dit tweede seizoen weer door waar we in seizoen 1 waren gestopt en zeker in het begin had ik moeite ook al weer te bedenken wie wie was en hoe het allemaal ook al weer zat. En alle verwikkelingen waarin Frank Underwood, inmiddels Vice President, terecht komt, zijn ook al verre van eenvoudig. Politieke spelletjes rond nieuwe wetten en verdragen, de Senaat en het Congres die in toom moeten worden gehouden; er wordt nogal wat gevraagd van de kijker! Zeker gezien de enorme vaart waarin alles wordt verteld…

Wat mij betreft schiet de serie hiermee toch wel soms een beetje door. Sommige verwikkelingen worden wel heel schetsmatig en kort door de bocht aangestipt en dit doet wel wat af aan het kijkplezier, omdat je toch details ontgaan. Maar ondanks dat blijft dit een fascinerende inkijk in het politieke bedrijf van de Verenigde Staten, die zonder meer de moeite van het kijken waard is.

Boekrecensie ‘De welwillenden’, Jonathan Littell

Het duurde even voordat ik de moed bij elkaar geraapt had om met dit boek te beginnen. Alleen de werkelijk kolossale omvang ervan (circa duizend pagina’s in een paperback-uitgave, het dubbele op iBooks) is al een flinke drempel. En anders is dat wel de materie; dit is namelijk een verhaal over de Tweede Wereldoorlog, gezien vanuit de ogen van SS-officier Maximilien Aue. Een oorlogsverhaal dus, maar deze keer dan niet verteld vanuit het slachtoffer, maar vanuit de dader; en dat is toch wel andere kost! Nou had ik natuurlijk al eerder gelezen over Bernie Gunter, die op een gegeven moment ook SS-er wordt, maar Gunther hield als eigenzinnige geest altijd nog een gezonde afstand tot het nationaalsocialisme. Dat ontbreekt echter te enen male bij Maximilien Aue, die toch min of meer gelooft in de nazi-idealen.

Dat gegeven alleen al maakt dit boek behoorlijk heftig. En dan moet ik nog beginnen! Want wat ook binnen komt, is dat je meteen in de proloog begrijpt dat Aue uiteindelijk de dans zal ontspringen: in de chaos na de oorlog weet hij zich voor te doen als Fransman en in Frankrijk een nieuw leven op te bouwen. En pas dan begint de Aue tegen je te vertellen over zijn tijd als SS-er. Hoe hij ten eerste gestationeerd wordt in Oekraïne; achter de linies, waar de Einsatzgruppen bezig gaan het land te ‘zuiveren’ van Joden. Aue weet zich min of meer te onttrekken aan de meeste moordpartijen, maar ook hij ontkomt niet helemaal aan het ‘handwerk’. En zo vindt ook Aue zich op een bepaald moment terug aan de rand van een modderig massagraf, Joden doodschietend met zijn pistool en uitglijdend over dode lichamen. We hebben het dan over de gruwelijke massamoord van vele duizenden Joden in Kiev, waarover Littell zeer gedetailleerd vertelt. En dit maakt deze passages ongekend indringend.

Maar Littell doet veel meer in dit boek. Hij vertelt in even groot detail over bijvoorbeeld de interne gang van zaken bij de SS, de ambtelijke bureaucratie binnen deze organisatie, de constante wedijver tussen SS en Wehrmacht, het interne gekonkel, en over de vele bij voorkeur intellectuele discussies die onze Dr. Maximilien Aue (zelf jurist) pleegt te voeren. Zo wordt er, als Aue inmiddels in de Kaukasus zit, uitgebreid ingegaan op de etnografische lappendeken die deze regio is en op de vraag of het daar voorkomende volk van de Bergjoden moet worden beschouwd als joods. Deze pseudo-wetenschappelijke discussie is natuurlijk redelijk absurd voor mensen die echt geloven in de bespottelijke rassentheorie van de Duitsers als het superieure ‘Arische’ ras, maar toch laat Littell niet na hier langdurig over te vertellen. De enorme feitenkennis en beheersing over zijn onderwerp die Littell, onder meer in dit soort passages, tentoonspreidt is hierbij zeer indrukwekkend. Maar tegelijkertijd vraag je je soms wel af of het allemaal niet een beetje gekunsteld wordt. Ten eerste omdat het boek dus eigenlijk een navertelling van Aue is over hoe zijn tijd als SS-er was, en je je afvraagt hoe Aue in hemelsnaam dan zoveel details heeft kunnen onthouden. Ten tweede omdat de dialogen soms wel van een zeer intellectueel gehalte zijn: er wordt driftig met citaten van Griekse filosofen gestrooid dat het een lieve lust is. En zelfs aan een opgepakte communistische partijbons die weet dat hij snel zal worden gefusilleerd, weet Aue nog een prikkelend theoretisch discours te ontlokken over de verschillen tussen het communisme en nationaalsocialisme. Tja, dat is toch wel wat ongeloofwaardig…

Deze laatstgenoemde scene speelt zich overigens af in Stalingrad, waar Aue dus ook terechtkomt. De gruwelen die het omsingelde Zesde Leger hier moet ondergaan zijn onbeschrijflijk en bijna surreëel. En Littell maakt er hier ook steeds meer een surrealistische vertelling van, aangezien Aue op dit moment zijn greep op de werkelijkheid langzaamaan begint te verliezen. Het wordt hierdoor steeds onduidelijker waar dingen nu echt gebeuren of niet; zoals bij een scene waarin Aue’s vriend Thomas Hauser het ene moment de granaatscherven uit zijn opengereten darmen plukt en een paar dagen later blijkbaar weer kiplekker is. Littell doorsnijdt zijn verhaal hier ook steeds meer met herinneringen van Aue over diens jeugd, en steeds meer blijkt dat Aue al voor de oorlog een nogal getroebleerd mannetje was: gepest op school, misbruikt op het internaat, een enorme haat richting zijn ouders en een seksuele relatie met zijn tweelingzus, resulterend in een voortdurende obsessie voor haar.

Dit laatste element is verhaaltechnisch misschien toch niet zo handig van Littell, want hierdoor zullen lezers (en ook ik) zich steeds minder met Aue kunnen identificeren. En dit doet af aan de centrale boodschap die Littell eigenlijk al in de proloog aan je meegeeft. Aue richt zich dan tot de lezer en zegt hierin zoiets iets als: “Denkt u maar niet dat u beter bent dan ik; u heeft alleen het geluk in andere omstandigheden te verkeren. U bent nooit gedwongen geweest om te doden. Maar bedenk wel: ik ben net als u!” Het is een opmerking die je zeker aan het denken zet, want zou je zelf echt heel anders hebben gehandeld als Aue? Aue merkt ergens op dat iedereen in een oorlog dingen doet die hij niet wil doen; zowel het slachtoffer als de dader. En word je niet gedwongen door de situatie? Kun je wel in opstand komen tegen het systeem? Niet als je enig gevoel voor zelfbehoud hebt, lijkt het… Want als Aue dan bijvoorbeeld heel voorzichtig eens een keer in opstand komt tegen de waanzinnige opdrachten van zijn superieuren, dan wordt hij meteen ‘weggepromoveerd’ naar Stalingrad, wat dan al min of meer een zekere dood is…

Hiermee is, denk ik, de kern van dit boek al wel geschetst. Niet dat ik daarmee nog maar een derde heb verteld van het plot, want ook na Stalingrad zijn er tal van verwikkelingen. Zo krijgt Aue nieuwe taken die hem dicht brengen bij veel top-nazi’s, waarvan de belangrijkste toch wel Himmler, Speer en Eichmann zijn. Met met name die laatste voert Aue veel gesprekken, waardoor je (een denk ik vrij realistisch) beeld krijgt van het fantasieloze bureaucratische mannetje dat die Eichmann in de kern was. Littell vermengt deze aan realiteit schurende passages met zelfverzonnen personages, die zonder uitzondering nogal excentrieke types zijn. Neem de immens dikke, ruftende dr. Mandelbrod bijvoorbeeld, die als een soort sinister meesterbrein op de achtergrond onder alle hoge nazi’s groot aanzien heeft, en in Aue een beschermeling ziet. Of neem de kolderieke agenten Weser en Clemens, die Aue verdenken van de moord op zijn ouders en hem tot in extremis blijven stalken. Zij lijken rechtstreeks weggelopen uit nota bene Kuifje, als spitting image van Jansen en Jansen. Misschien wilde Littell hier bewust een paar lichte noten inbrengen in zijn toch loodzware vertelling. Want ja, het wordt er steeds minder fraai op. Aue begint steeds meer zijn grip op de werkelijkheid te verliezen en is ook zelf schuldig aan enkele vreselijke obsceniteiten en brute moorden. Op het eind, tijdens de ondergang van Berlijn, moet zelfs zijn trouwe vriend Thomas Hauser, die hem uit tal van netelige situaties heeft gered, het ontgelden. En met deze laagst denkbare daad eindigt het boek…

De conclusie van deze idioot lange recensie is in ieder geval dat dit een ontzettend fascinerende en ook soms heftige leeservaring is. Een boek ook dat heftige emoties oproept, zo blijkt bijvoorbeeld ook uit de uitgebreide discussie die ik tegenkwam op het forum van NRC-boeken. Ik denk ook dat het een boek is dat zeker niet op alle punten even geslaagd is, maar denk wel dat het een ontzettend knappe tour-de-force is van een schrijver die op dat moment 38 jaar oud was, inderdaad: even oud als ik nu ben. De geboren Amerikaan Littell heeft het boek hiernaast ook nog eens in het Frans geschreven, niet eens zijn moedertaal, en dat vind ik bepaald indrukwekkend! Kortom: een boek dat je gelezen moet hebben!

 

Recensie ‘Sherlock Holmes’, seizoen 2

Sherlock Holmes vond ik in het eerste seizoen best aardig, maar het tweede seizoen… tja, ik vond het niet heel overtuigend. Steeds meer vond ik de pedante gelijkhebberige Sherlock beginnen te lijken op dat al even pedante mannetje uit de serie Psych, Shawn; ook al iemand die uit een modderveeg op een jasje of wat kruimels in je kraag precies kan afleiden wie je bent en waar je vandaan komt. En die Shawn begon me ook al snel danig te irriteren.

De plots kwamen hiernaast op mij als te geforceerd en vergezocht over, alsof de makers heel lang hebben gezocht naar een intrige die even ingenieus was als iets wat Arthur Conan Doyle had kunnen verzinnen, en niet echt geslaagd zijn. Zoals wat de makers hebben gedaan met het klassieke verhaal over ‘The Hound of the Baskervilles‘; toch niet echt briljant. En die hele vete met arch-nemesis Moriarty ( de hele derde en laatste episode van dit seizoen draaide er weer om) kon mij toch eigenlijk steeds minder boeien. Ik kon toch niet echt meegaan in die wedijver tussen die beide rivalen die elkaar steeds te slim af willen zijn. En dan die cliff hanger waarin Sherlock zichzelf van een flatgebouw af stort en daarna getuige het laatste shot toch nog steeds blijkt te leven, dat is wel heel ongeloofwaardig en potsierlijk. Nee, ik was niet heel enthousiast….

Recensie ‘The IT Crowd’, seizoen 2-4

Deze Britse comedy-serie blijft ook na het sterke eerste seizoen erg geestig. De serie draait om Roy, Moss en Jen die gedrieën de IT-afdeling van Reynholm Company vormen. In alle 18 episodes van deze drie seizoenen weten ze steeds weer in gênante en idiote situaties terecht te komen. En hierbij zijn zij niet de enige die zo gek zijn als een deur, hun omgeving is dat ook. Dit leidt tot een serie vol met die kenmerkende absurde surrealistische Britse humor. Heerlijke serie!

Flimrecensie Juli – Augustus 2014

635844542772069198-1851382491_Movies_PageGraphic

Rush | De IMDB Top 250 AT is een goed middel om te bepalen welke film je zeker nog eens moet zien. Van de meest recente films heeft niet alleen (volledig terecht overigens) The Grand Budapest Hotel deze lijst gehaald, maar ook de film Rush uit 2013. En eveens terecht, blijkt nu ik de film heb gezien: dit is een werkelijk kostelijke bio-pic over de tweestrijd tussen Formule 1-coureurs Nikki Lauda en James Hunt. Prachtig verteld, meeslepend verhaal en mooie rollen van Daniel Bruehl (Goodbye Lenin) en Chris Hemsworth (Thor). Toppertje!

Noah | Het verfilmen van een bijbelverhaal lijkt me een bijna onmogelijke klus, omdat het al snel een heel brave en saaie vertoning wordt om toch vooral niemand tegen de schenen te schoppen. In deze valkuil trapt regisseur Aronofsky (van o.m. Black Swan) echter niet. Sterker nog; ik denk dat hij er zo’n beetje het beste van maakt. Op zijn beste momenten weet Noah  (natuurlijk het verhaal over Noach en de ark) te imponeren en te sprankelen; met mooie beelden, gedurfde montages en grimmige actiescènes. Het verhaal doet soms ronduit fantasy-esque aan, zoals bij het in beeld brengen van de Wachters (een soort Ents, maar dan van steen). En ook het verzamelen van al die dieren op één schip is eigenlijk zo surreëel dat het prima past in een fantasy-setting. Al met al leidt dit tot een op zich prima genietbare film. De mooie rollen van Ray Winstone als kwaadaardige Kain-nazaat en Russell Crowe in de titelrol zijn het bekijken ook zeker waard. Maar het plot heeft toch echt wel wat zwaktes en de wel erg over-acterende Emma Watson (Hermione uit Harry Potter) begon mij op een gegeven moment ronduit te irriteren. Daarom hooguit een mager zeventje, waarbij ik dan weer wel de moedige en redelijk geslaagde poging van Aronosky om dit schier onmogelijke verhaal te verfilmen kan waarderen.

Monsieur Lhazar | Ingetogen en genuanceerde film over een Algerijnse vluchteling die in Montreal (Canada) als docent op een lagere school aan de slag gaat. Niet alleen hij heeft enkele demonen te overwinnen (zijn familie is vermoord in Algiers), maar zijn leerlingen ook (de vorige juf heeft namelijk zelfmoord gepleegd). Mooi gefilmde speelfilm, met prima acteurs ook nog eens.

The Monuments Men | Deze film heeft op het eerste oog alles in zich om een topper te zijn, bijvoorbeeld door de top-cast met Matt Damon, George Clooney, John Goodman, Cate Blanchett en zelfs good old Bill Murray. En bijvoorbeeld door de ambitieuze plot die draait rondom een groep Amerikanen die aan het einde van WOII Europa in worden gestuurd om geroofde kunstschatten te redden. Alhoewel onderhoudend wordt het echter nooit heel bijzonder. Misschien wel door het slappe spanningsloze plot, want eigenlijk is de film niets meer dan een verslag hoe de Monuments Men min of meer slagen in hun missie. Niet meer dus dan een redelijke film…

Rio 2 | Ik heb Rio 1 gemist, maar kon meteen het verhaaltje oppakken over de zeldzame blauwe macaw-vogel Blu. Hij is inmiddels gesettled in Rio met vrouw Jewel en koters, maar het Amazonewoud lonkt als daar mogelijk nog meer soortgenoten blijken te wonen. Het plot is aardig opgezet maar kleurt wel heel netjes tussen de lijntjes. Zo is Blu een precies dezelfde soort stuntelige ‘held’ als bijvoorbeeld Po in Kung Fu Panda en is er natuurlijk ook hier weer een over de top schmierende slechterik (in dit geval een kaketoe met veel gevoel voor drama). De animaties maken echter veel goed en dit maakt deze film toch goed genietbaar, zonder overigens een topper in het genre te worden.

21 Jump Street | Deze buddy-comedy heeft ruwweg dezelfde blurb als de gelijknamige jaren 80 serie: agenten gaan undercover op een school om een drugsbende op te rollen. De film blijkt al snel prima in elkaar te zitten en ook voldoende humor te bevatten om de aandacht vast te houden. De plot is mooi rond, Jonah Hill speelt een erg goede rol en zelfs Johnny Depp (de ster van de oerserie) komt nog even langs. Gewoon een prima komedie!

Behind the Candelabra | Deze film gaat over Liberace, de buitenissige ster-pianist die bekend stond om zijn uitzinnige kitscherige performance. Hoofdpersoon is echter de jonge Scott (gespeeld door Matt Damon), die een relatie krijgt met de veel oudere Liberace (knappe rol van Michael Douglas). Wat volgt is een redelijk rechtlijnig verslag van de ups en downs in die relatie. Wat ik hier node miste was een goed en dwingend plot, volgens de basisregels voor een goed filmscript. Waar is het beginincident, waar is het conflict? Waar is de blinde vlek? En waar is de climax in het verhaal? Inderdaad, die zijn er allemaal niet. En dat maakt deze film, die op zijn best een liefdevolle ode is aan Liberace (die uiteindelijk zou sterven aan Aids), toch geen groot succes.

Pompeii | Combineer de bekende actiescènes uit Gladiator met de al even bekende vulkaanuitbarsting ‘die je wist dat zou komen’, en je krijgt deze film. Actie krijg je dus voldoende voorgeschoteld, net als een indrukwekkende bak met special effects rondom de verwoesting van Pompeii. Een gedragen plot dat de meest voor de hand liggende clichés overstijgt is echter niet aanwezig. En daarom is deze film, ondanks prima acteurs als Kiefer Sutherland (Jack Bauer uit 24), Carrie-Ann Moss (Trinity uit The Matrix) en Kit Harrington (Jon Snow uit Game of Thrones) uiteindelijk toch nauwelijks de moeite van het kijken waard…

Transcendence | Deze sf-film blijkt al snel niet te mikken op de filmkijker die gaat voor actie, maar juist op kijkers die gaan voor een prikkelend intelligent verhaal. En dat lukt aanvankelijk nog aardig, als Johnny Depp (nu eens een keer niet vanouds schmierend als Jack Sparrow, Willy Wonka of Tonto) als dodelijk zieke wetenschapper nog net voor zijn dood zijn hele ‘zelf’ uploadt in een superkrachtige computer. Dit op boeiende idee (Kan je op die manier ‘onsterfelijk worden? Kan een artificiële intelligentie ooit zelfbewust zijn en zelfs de mensheid overvleugelen?) wordt echter al snel kapot gemaakt door een ridicuul verhaaltje dat echt te slecht is om na te vertellen. En zo gaat deze film helaas volledig ten onder in zijn eigen pretenties. Jammer!

Anchorman 2 | Na het zien van zo’n beetje de helft van deze film, had ik het wel zo’n beetje gehad. Wat een flauwe, platte humor, wat een stom verhaaltje en wat een irritante hoofdrolspeler (Will Ferrell). Nee, ik vond hier helemaal niets aan. Het bizarre is dat het nog een sequel is ook. Nou, ik laat deel 1 graag aan me voorbij gaan! Wat een flop!

Boekrecensie Bekraste zielen, R.J. Ellory

De vorige recensie deed me ineens beseffen dat ik nog helemaal niet mijn eerdere recensie had geplaatst over het eerste boek van R.J. Ellory dat ik heb gelezen! Hierbij alsnog!

Dit boek gaat over een moordpartij (‘killing spree’) die zich afspeelt in de VS in de jaren ‘60 van de vorige eeuw. Hoofdpersonen zijn de twee halfbroers Clarence (Clay) en Elliot (Digger). Ze lijken onder een kwaad gesternte geboren, want al jong belanden ze in barre jeugdinstellingen en -gevangenissen, die hen voor het leven vormt. Het plot wordt op gang gebracht als de gevaarlijke psychopaat Earl Sheridan de beide jongens als gijzelaars ontvoert tijdens zijn uitbraak uit de gevangenis. Er volgt een soort ‘Natural Born Killers’-achtige ‘road trip’, want Earl slaat tijdens de wilde vlucht driftig aan het moorden. De broertjes reageren daar heel anders op: Clay zit vol angst en afschuw, maar Digger is gefascineerd en laat zich steeds meer meeslepen. Tot hij Earl zelf helpt bij een bankoverval, een nare affaire die natuurlijk gruwelijk uit de hand loopt. Earl sterft, maar Digger weet te ontsnappen, zichzelf al snel al even erg misdragend als zijn voorbeeld. Clay intussen vlucht ook, samen met een meisje, maar hij weet niet dat zijn leven in groot gevaar is, want de FBI denkt dat hij de dader is en instrueert iedereen om hem bij de eerste mogelijkheid meteen neer te schieten. Dit leidt tot een spannende apotheose, die Ellory mooi maar ook genadeloos opbouwt.

Ellory blijkt met dit boek een uitstekende schrijver te zijn, die al die menselijke drama’s in dit boek prachtig weet bloot te leggen en diep doordringt in de psyche van zijn personages, ook in de soms inktzwarte gedachtenwereld van Digger. Niet vanuit het perspectief van één hoofdpersoon, maar als ‘alwetende verteller’. Dat perspectief is op zich prima, alhoewel Ellory zichzelf soms wel een beetje vergaloppeert in welk erg veel details over alle personages die hij laat terugkomen in zijn boek. Maar al met al is dit een uitstekende roman, die het predicaat ‘literaire thriller’ zeker waard is. Lezen!