Van Thomèse had ik al eerder zijn eerste ‘J. Kessels’-boek gelezen. Ik verkeerde toen nog in de veronderstelling dat dit een luchtig tussendoortje was (een lekker plat en volks schelmenromannetje) van een verder serieuze schrijver (en zo ziet die er ook uit op de foto op de achtergrond; als een degelijke misschien wel wat saaie man).
Echter, deze mening moet ik na lezing van ‘Vladiwostok!’ herzien.
Dit boek van Thomèse is namelijk al even plat. Als niet platter, want in tegenstelling tot J.Kessels is het ook niet grappig en kluchtig bedoeld. Dit maakte dit boek tot een ronduit tenenkrommende ervaring: wat een lelijkheid! Hoofdpersonen Fons en Hans zijn twee mannen van middelbare leeftijd waarvan er één politicus is en de andere ‘spin doctor’. Beide zijn echter even onaangename personages: egoïstisch, racistisch, vrouwonvriendelijk, oppervlakkig en seksbelust. Nu is een beetje seks zeker niet erg in een boek, maar Thomèse overdrijft: het hele boek ben je gegijzeld in de hoofden van beide mannen, die schijnbaar alleen maar denken over hoe ze de volgende passerende ‘bereidwillige’ kut weer zo snel mogelijk kunnen volspuiten. Zo ordinair zoals ik het hier omschrijf, doet Thomèse het dus ook en het ergste is: zo gaat het het hele boek door, tot je er murw van raakt. Bovendien raken beide mannen letterlijk de absolute bodem van de ranzigheid: de ene belandt bij een Nigeriaanse hoer en de ander geilt op zijn eigen dochter.
Tja, dit alles maakte het boek tot niet alleen een matige leeservaring, maar zelfs tot behoorlijke irritatie. Wat een platheid, wat een lelijkheid. Bah!