Recensie ‘The Sisters Brothers’, Patrick DeWitt

Dit boek, dat ik maar weer eens op mijn iPad heb gelezen, is echt een kostelijk werkje. Het is grappig, aangrijpend, meeslepend en heeft een hele aanstekelijke hoofdpersoon. Het sterkste punt is echter de bijzonder oorspronkelijke schrijfstijl, die steeds tot doorlezen blijft nopen.

Het verhaal gaat kortom om de gebroeders Sisters (ja, zo heten ze echt). Deze zijn zo begin halverwege 19e eeuw huurmoordenaars in het wilde westen van de nog jonge V.S.. De verteller is Eli, een bedachtzame man, die echter verschrikkelijke woede-aanvallen kan hebben. Hij wordt overvleugeld door zijn broer Charlie, die dankbaar gebruik maakt van die stemmingswisselingen als ze een klusje moeten klaren.

Dat klusje is in dit geval het vermoorden van ene Hermann Kermit Warm, die zogenaamd iets gestolen zou hebben van De Commander, de opdrachtgever van de broertjes. Ze trekken richting California, op dat moment in de ban van de goldrush en schuwen er niet voor hier en daar enkele mensen om te leggen op hun pad. Als ze echter Warm uiteindelijk vinden, dan blijkt hem vermoorden al snel niet zo’n goed idee meer…

Laat ik maar niet meer verklappen over het boek, want dit moet je zeker zelf gaan lezen! Een toppertje!

Recensie ‘Steenkoud’, Stuart McBride

Dit boek is een echte politieroman, die zich kan meten met boeken van bijvoorbeeld Michael Connelly en Ian Rankin. Geheel in lijn met het genre is de hoofdpersoon, rechercheur Logan McRae, een enigszins beschadigde en vrijgezelle man. Verder zijn de omgevingen, deze keer Aberdeen en omgeving, ouderwets zwartgallig en sinister.

In het boek is er veel aandacht voor het hands-on politiewerk. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid, maar of het allemaal even interessant is? De plot vergoedt gelukkig veel en zit goed in elkaar. Deze draait kortom om een kindermoordenaar. Er zijn veel plotwendingen en er wordt aardig toegewerkt naar een climax.

Hiermee is dit boek zeker geen slechte loot aan de stam van dit genre. Verwacht echter geen literair hoogtepuntje; dat is dit boek zeker niet.

Recensie 11-22-63, Stephen King

De grootmeester der hedendaagse letteren waagt zich in deze, wederom vuistdikke, roman voor het eerst aan het fenomeen ’tijdreizen’. Nu leveren tijdreisverhalen per definitie onlogische en ongeloofwaardige plots op, maar Stephen King weet de schade te beperken door een geheel eigen draai aan het thema te geven. Kort gezegd komt het er op neer dat er vanuit het heden een ‘wormhole’ is naar maar een datum, 1958. Elke tijdreis duurt 2 minuten en bij elke nieuwe tijdreis vindt een ‘reset’ plaats.

Hoofdpersoon Jake Epping krijgt te horen van de ‘wormhole’  van de terminaal zieke Al. Die is geobsedeerd met zijn missie om de moord op JFK te voorkomen. Jake neemt de missie over en zo keren we terug naar de vroege jaren 60. Het lijkt wel ‘Back to the Future’. King neemt zeer uitgebreid de tijd te vertellen over hoe Jake in dit tijdslot een leven opbouwt en een vriendin krijgt. Goed geschreven, maar heel erg boeiend?

De confrontatie met Ozzy Rabbit, oftewel Lee Harvey Oswald, blijft hierdoor nogal lang uit. Jake had al gemerkt dat het verleden niet veranderd wil worden (’the past is obdurate’), dus dat dit nogal een moeilijke missie is, is duidelijk. Dit deel van het verhaal is spannend, maar de uitkomst is nogal voorspelbaar. JFK wordt gered, maar Jake’s vriendin sterft en als Jake ‘ back to the future’ gaat, blijkt die niet bepaald in goede zin veranderd. No, I didn’t see that coming! Maar niet heus…

Hoe dan ook is deze roman vele malen beter geslaagd als Lisey’s Story, het laatste boek dat ik van King las. King bewijst hier zeker zijn (groot-)meesterschap mee. Maar naar mijn smaak had het echter korter gekund en had de plot ook wel wat verrassender gemogen. Daarom niet meer dan 3 uit 5 sterren…