Dit zeer bekende klassieke boek van Truman Capote (schrijver ook van ‘Breakfast at Tiffany’s’) wordt omschreven als magistraal (ten minste: op de achterflap) en dat is naar mijn idee niet overdreven. Want dit is een werkelijk zeer indrukwekkend stuk werk, waarvoor Capote zich zeer diep heeft ingegraven in een werkelijk gebeurde misdaad-geschiedenis en deze enorm gedetailleerd beschrijft. Alles draait om de moord op het boerengezin Clutter uit Kansas: goede, aardige mensen, die op een fatale nacht worden bezocht door twee ex-gedetineerden: Dick en Perry, die hopen er een volle kluis te vinden (helaas). En meteen is het boek al spannend als Capote enerzijds in een paar krachtige streken de Clutters neer zet (je gaat meteen van ze houden) en anderzijds er verslag van doet hoe de daders onhoudbaar hun prooien naderen. Juist omdat jij wel weet wat er staat te gebeuren, is dit bloedstollend om te lezen.
Capote beschrijft alles en iedereen uitgebreid. Alleen de moorden zelf laat hij lang onbesproken. Daar wordt pas later op ingegaan, als de zielenroerselen van de beide daders (allebei gemankeerde mannen met moeizame levensgeschiedenissen) diepgravender worden beschreven. Natuurlijk wordt dan ook ingegaan op de rechtszaak en op het doodvonnis, dat beide daders niet zullen ontlopen. Jaren later is dan hun executie en naar verluidt was Capote hier ook weer zelf bij aanwezig. Hij beschrijft deze dramatische gebeurtenis al even indringend.
Ik koelen bloede is een heel bijzonder boek, dat veelgeroemd is als het eerste goede voorbeeld van ‘literaire non-fictie’. En het is zeker het lezen waard!