Nieuw verhaal ‘Oog om oog, tand om tand’

dragon toothHierbij presenteer ik met trots mijn nieuwe verhaal ‘Oog om oog, tand om tand’. Het betreft deel I van wat uiteindelijk een driedelige serie moet worden. In deze eerste episode staan twee personen centraal, die op het eerste oog (nog) niets met elkaar te maken hebben. De eerste is Reggie Geiger, een jonge student journalistiek, die droomt veen glansrijke carrière en wellicht zelfs ook de Pulitzer-prijs. De tweede persoon is Rand Landford, een gesjeesde makelaar, die werkt vanuit zijn glanzende kantoorkolos in Chicago. Hij is een zelfverzekerde man, maar hij kan ook snel uit zijn hum raken, als er iets gebeurd wat hem niet helemaal zint.

In de volgende delen zal langzaam blijken hoe hun verhalen met elkaar verstrikt zijn!

Om het eerste deel van dit verhaal te lezen kun je het plaatje aanklikken!

Boekrecensie ‘De Nix’, Nathan Hill

nixWat is dat toch de laatste tijd met die hedendaagse ‘grote’ Amerikaanse schrijvers, dat ze allemaal van die enorme pillen moeten voortbrengen? Noem bijvoorbeeld Jonathan Franzen’s laatste stoeptegel ‘Zuiverheid‘ of Paul Auster’s ‘4 3 2 1‘. Alhoewel ik deze schrijvers zeker zeer interessant vind, schrikt de enorme omvang van die boeken me toch wel af. En ergens vind ik het ook erg pretentieus of zelfs arrogant; alsof de schrijver zegt: “Ik vind mezelf zo goed dat het volledig terecht is dat ik heel veel van je aandacht vraag!”  Ach… Misschien heeft het er ook wel mee te maken dat de voornoemde schrijvers inmiddels gearriveerd zijn en zich niet meer door een redacteur laten zeggen dat ze 60% van het boek moeten schrappen…

Deze laatste verklaring kan dan in ieder geval geen reden zijn waarom het boek ‘De Nix‘ zo’n enorme omvang heeft (700+ pagina’s). Schrijver Nathan Hill is immers nota bene debutant en nog lang geen gevestigde naam. En op het eerste oog lijkt de thematiek ook echt niet te rechtvaardigen; de achterflap rept over een getroebleerde schrijver met moeder-issues. Dat lijkt toch niet echt wereldschokkend allemaal…

Maar toen ik eenmaal begon te lezen, verdween de scepsis al snel en drong bij me door dat Hill een heel erg goed boek geschreven heeft. Zijn onderwerp-keuze mag dan wel niet zo bijzonder zijn, maar wat hij ermee doet is toch wel echt geweldig. Hij brengt hoofdpersoon Samuel prachtig tot leven, net als zijn moeder Faye. Hij schakelt soepel tussen verschillende verteltijden, variërend van de jaren ’60 van de vorige eeuw tot het heden. En hij weet alle verwikkelingen, die nog niet eens zo bijzonder zijn, zeer goed tot leven te brengen. Zelfs uitstapjes, over een luie studente en een WoW-speler, zijn kostelijk, en dan vergeef je Nathan Hill dat hij hier wel echt karikaturen heeft geschapen. Die studente klaagt de de universiteit aan als een overgetikt essay van haar wordt geweigerd door haar docent Samuel. En bij de maatschappelijk mislukte ‘Pwnage’ gaat het er om dat die letterlijk ten onder gaat in het spel World of Warcraft (WoW dus; hier overigens: World of Elfscape), waar hij heer en meester is (zie de duidelijke link met mijn eigen verhaal ‘Lieve Brawne‘).

En zo heeft Nathan Hill al met al naar mijn mening een behoorlijk briljant debuut geschreven. Een prachtig portret van enkele heel levensechte personages, een nietsverhullende spiegel van deze moderne tijd waarin we leven, een messcherp maar ook vaak hilarisch commentaar op onze maatschappij; het is het allemaal.

Ik zeg: lezen!

Teaser voor mijn roman ‘het ware paradijs’, 5#8

dbe05In het kader van de schrijfwedstrijd ‘Schrijf en Huiver‘ heb ik een volledige roman geschreven, ‘Het ware paradijs‘. Een historische thriller die speelt in het Duitsland van vlak voor en tijdens WOII, en draait om de zoektocht naar een serie-moordenaar. Het boek heb ik beschikbaar gesteld via dit blog; niet alleen digitaal (als e-pub en pdf) maar desgevraagd ook op papier in de vorm van een heus boek. Om je te interesseren voor het boek, stel ik graag wat personages aan je voor.

#5. Ullrich König

König is bij de politie maar Hauptwachtmeister en moet werken onder commissaris Kehlmann. Dat bevalt hem niets. De leider spelen van de lokale Hiterjugend-afdeling, dat is meer iets voor hem. König is zeer eerzuchtig en is er heel gevoelig voor dat hij door velen niet helemaal serieus wordt genomen. Hij is een overtuigd nazi, is al heel vroeg toegetreden tot de NSDAP, en dweept ermee dat Hans von Kluge, een generaal in de Wehrmacht, zijn oom is.

Boekrecensie ‘Atlas Obscura’

obscklDe titel van dit boek is misschien een beetje misleidend, want dit is zeker niet alleen een verzameling kaarten, maar vooral een bloemlezing over bijzondere plekken in de wereld, ‘hidden wonders‘ zogezegd. En dat is interessant genoeg, want de plekken die zijn gekozen zijn heerlijk buitenissig en de beschrijvingen en illustraties erbij zijn kostelijk. Zo is dit een boek dat je zeker inspireert tot reizen en tot het bezoeken van al die bijzondere en gekke plekken die de wereld biedt.

Frustrerend is het misschien ergens ook wel, omdat het je doet realiseren hoe weinig plekken je zelf al bezocht hebt. In mijn geval kon ik eigenlijk alleen van plekken als Salt Cathedral in Colombia, Deadvlei in Namibië en Tash Rabat in Kyrgyzstan (de laatste twee kregen dan weer wel een paginagrote vermelding) zeggen dat ik die zelf gezien heb. Maar heel veel plekken (zelfs diegene waar ik heel erg in de buurt geweest ben!) zijn voor mij helaas zelfs nog onbekend. En dit geldt zelfs voor 4 van de 5 Nederlandse plekken die de Atlas gehaald hebben!

Tegelijkertijd raakt dit misschien wel aan de zwakte van dit boek; namelijk dat de keuze voor die bijzondere plekken wel heel triviaal en subjectief is. Zo blijkt wel heel duidelijk dat de schrijvers van het boek Amerikaan zijn, want bijna een kwart van het boek gaat over de VS. En om even in het al eerder genoemde Kyrgyzstan te blijven; dat bijvoorbeeld Aalam Oordo de barrage niet heeft gehaald, is ook eigenlijk niet uit te leggen. Reisgenoot Ron gaf hierover op zijn leuke reis-weblog al een heerlijke beschrijving ten beste, die zo één op één in dit boek had kunnen worden overgenomen, want het past er qua toon perfect bij:

Vanuit het niets doemt er in de verte een honderden meters lange rij joerts op. Naarmate we dichterbij komen blijken deze nomadententen van beton te zijn en deel uit te maken van een uiterst merkwaardig, uitgestrekt complex dat verder bestaat uit muurschilderingen, uientorens, arcadebogen, waterpartijen, vreemde betonnen structuren en een gouden toegangspoort. Al deze elementen zijn in uiteenlopende staten van verval en in een overeenkomstige staat van kitsch. Verspreid over de hellingen aan gene zijde van de weg bevinden zich onder meer een open constructie van staal in de vorm van een gevleugelde hertachtige, een reusachtig beeld van een persoon in boeddhahouding en een nog reusachtiger tafereel van een woedende menigte die, gezeten op een groen-roze draak, de aanval inzet op het regeringsgebouw in Bisjkek. Gezamenlijk vragen we ons af wat deze curieuze explosie van wansmaak te betekenen heeft, waarom het er zo verwaarloosd bij ligt, wie ervoor verantwoordelijk is, wat het heeft gekost en waarom er geen levende ziel is te bekennen.aalam

Maar goed, goed beschouwd maakt het voorgaande ook niet echt uit, want een heerlijk en kostelijk boek is dit; ook door de prachtige vormgeving en mooie hardcover uitvoering. Een boek ook om er zeker nog weer eens bij te pakken voor je op reis gaat. Want zo mis je nooit meer bijvoorbeeld dat ene ongedachte bizarre museumpje!

Tv-recensie ‘Ozark’, seizoen 1

oza2Dit is een drama-serie met in de hoofdrol Jason Bateman. Hem kenden we al van Arrested Development en hij is een boeiend acteur; de Amerikaanse evenknie van Martin Freeman, zou ik zeggen. Hij speelt de financieel expert Marty Byrde, die zich in de problemen werkt als hij geld gaat witwassen voor een Mexicaans drugskartel. Als zijn zakenpartner de boel bedondert, vlucht hij met zijn gezin naar de binnenlanden van de VS (recreatiegebied ‘The Ozarks’) waar hij van het kartel nog één kans krijgt, als hij hier maar in één seizoen voldoende geld wit weet te wassen.

Dit is de premisse voor een spannende drama-serie die prima is uitgewerkt. Zonder overigens nog heel opmerkelijk of spectaculair te worden. Maar het plot verdicht zich mooi tot een spannende finale, die toch weer benieuwd maakt naar het naderende tweede seizoen!

 

Tv-recensie ‘Westworld’, seizoen 1

ww1Het heeft even geduurd na ‘Rome‘ voor ik weer een serie tegenkwam die ik de moeite waard vond. Maar na wat zoeken vond ik Westworld en dat bleek precies de klapper die ik zocht! Wat een fantastische premisse en wat heerlijk uitgewerkt dit!

De serie gaat over Westworld, een exclusief live-action-themapark waar de flink betalende super-rijken zelf cowboytje in het Wilde Westen mogen spelen, te midden van ‘hosts’ (androïden) die de bewoners spelen van prairiestadjes als Sweetwater. Deze hosts zien er uit als mensen en kunnen in beperkte mate ook zelfstandig denken, maar beseffen niet dat ze slechts de figuranten in een nep-wereld, een spel, zijn. Ze staan allemaal onder de absolute controle van de techneuten die Westworld runnen. Zij bepalen het gedrag van de hosts en zij bedenken ook voortdurend nieuwe verhaallijntjes (‘narratives’). Zo krijg je dus een setting die ergens in het midden hangt tussen ‘The Matrix‘ en ‘Once Upon A Time in the West‘.

En het verhaal krijgt al snel vaart als die kunstmatige wereld steeds meer van de rails loopt. De oude oprichter Ford (mooie rol van Anthony Hopkins) heeft zijn eigen schimmige plannen, net als de grote bazen die Westworld bezitten, enkele ‘hosts’ beginnen steeds zelfstandiger gedrag te vertonen en een man in het zwart (Ed Harris) reist door Westworld op zoek naar een verborgen onderlaag in het spel, gesymboliseerd door een doolhof (‘the maze‘). Dat leidt tot een serie die tien episodes lang meer dan boeit! Natuurlijk ook door de onderliggende vragen die worden geëxploreerd, zoals: wanneer ben je menselijk c.q. heb je bewustzijn? Het plot is hierbij lang niet altijd makkelijk, ook door de vele sprongen in de tijd, maar in het geheel is dit toch wel echt geweldig!

En supergaaf dat er een tweede seizoen komt in voorjaar 2018! Laat dat maar komen, ik kan niet wachten!

Verhaal ‘De man die niet Chris was’

logo-trc Ik heb een tijdje geleden een verhaal ingestuurd voor de zogenaamde ‘Tomas Ross Crime’-schrijfwedstrijd. Er waren meer dan 150 inzendingen en helaas zat ik niet bij de 5 winnaars. Toch vind ik mijn inzending best een aardig verhaal geworden. Als je wilt weten wat ik ervan gemaakt heb, klik dan het nevenstaande plaatje aan! Voor de goede orde: de bedoeling was het vervolg te schrijven op de navolgende inleiding van Tomas Ross:

Er ging een golf van opwinding door Daphne heen toen ze de donkerblauwe Volvo herkende die de parkeerplaats van het hotel op draaide. Eindelijk! Nerveus kwam ze overeind en liep naar de receptie. Chris, haar jeugdliefde, haar minnaar. Getrouwd maar bijna gescheiden en hier in Frankrijk om met haar gelukkig te worden. Het afgelopen jaar hadden ze elkaar op zijn zakenreizen als projectontwikkelaar een paar keer heimelijk ontmoet, steeds in een ander hotelletje, maar nu zou het definitief zijn. Ze stond stil omdat ze de stem van een man hoorde. ‘Muller,’ zei hij tegen de receptionist, ‘Chris Muller uit Den Haag. Ik heb eergisteren een kamer gereserveerd en betaald.’ ‘Ah, bien sûr. Bienvenue, monsieur Muller. Chambre douze.’ Ze wilde nog een stapje naar voren doen maar haar benen weigerden. Ze staarde verbijsterd naar de man die met zijn koffer achter de receptionist de trap op liep. Wie hij ook was, dit was niet Chris.

Boekrecensie ‘Maangloed’, Michael Chabon

chabMichael Chabon is natuurlijk de schrijver van enkele pareltjes, met als klapper wat mij betreft WonderBoys. Zijn een-na-laatste boek, Telegraph Avenue, vond ik echter beduidend minder. En daarom was ik zeer benieuwd hoe zijn laatste worp me zou bevallen. ‘Maangloed’ dus, want ik besloot het boek toch maar in het Nederlands te lezen.

Daar heb ik een goede reden voor, want een Chabon is voorwaar geen eenvoudige kost: leesbaarheid is niet zozeer iets wat de schrijver drijft. Wel: eigenheid en originaliteit. Zo staat Chabon ook bekend om zijn zeer oorspronkelijke metaforen.

Maar gelukkig is het boek in het Nederlands uitstekend te lezen. Het boek is (net als andere boeken van hem) enigszins autobiografisch, want Chabon schrijft over de lotgevallen van zijn grootvader. Maar hier laat hij nadrukkelijk in het midden wat waargebeurd is en wat niet. Hiermee is een vergelijking met ‘Stad der Dieven‘ van David Benioff natuurlijk snel gemaakt. Immers: die schreef ook over de belevenissen van zijn grootvader en die was ook vaag over de waarheidsgetrouwheid. Ergens in dat boek zegt die grootvader zelfs zoiets als ‘Jij bent schrijver, verzin zelf maar iets!’ Wat Chabon in dit boek doet is heel gelijksoortig; zelfs in die mate dat ik denk dat Chabon Benioff’s boek ook heeft gelezen en nadrukkelijk heeft gebruikt als inspiratiebron.

Eigenlijk maakt het allemaal ook niet uit. Want Chabon’s grootvader is interessant genoeg als personage. Al in de eerste scene knoopt hij zijn leidinggevende op aan een telefoondraad en dit zet de toon: de grootvader is een eigenzinnig heerschap met een bijzondere pre-occupatie voor ruimtevaart, raketbouw en Werner von Braun. Die laatste persoon verafschuwt hij om diens nazi-verleden en omdat hij heeft gezien onder welke gruwelijke omstandigheden de V2’s in Nazi-Duitsland gebouwd werden. De passages die gaan over de Tweede Wereldoorlog zijn overigens sowieso zeer meeslepend.

Maar er is meer: het boek gaat ook over de grootmoeder, die ingewikkelde psychische problemen heeft, natuurlijk ook als gevolg van WOII. En ook de moeder, oom, vader en andere familie van Michael Chabon komen aan bod.

Chabon vertelt over hun allen op een zeer bedreven wijze waarbij hij continu schakelt tussen heden en alle verledens. Neem hierbij de uitmuntende schrijfstijl, de prachtige observaties en de goedgekozen metaforen en je hebt gewoon weer een erg sterk boek. Niet zo meeslepend als WonderBoys, misschien, maar wel bijna zo goed!

Boekrecensie ‘Zo zien de mensen het graag’, John Toxopeus

toxoDe schrijver John Toxopeus ken ik nog van een gezamenlijk schrijfclubje van jaren geleden. Sinds die tijd heeft hij aanzienlijk indrukwekkender aan de weg getimmerd dan ik, met enkele mooie publicaties -allemaal verhalenbundels volgens mij- op zijn naam. Zelf moet ik echter toegeven dat ik wat minder heb met zijn vaak erg uitgebeende schrijfstijl, zie ook mijn eerdere recensie.

In dit boek schrijft Toxopeus voor het eerst minder autobiografisch en houdt hij het op zeer satirische verhaaltjes met BN’ers in de hoofdrol. En die toont hij met name van hun allerslechtste kant. Sterker nog: de bundel lijkt wel een vileine afrekening met al die mensen! En dan wordt het soms wel erg ranzig, zoals de rare pre-occupatie van Toxopeus met bloedende aambeien, die meerdere keren aan de oppervlakte komt. Gelukkig bieden de 29 verhalen nog wel iets meer dan dat en kun je dan nog spreken van een aardige inval, maar veel vaker vond ik het allemaal nogal … flauw. Mart Smeets die een stijve krijgt van wielrennersvoeten? Yvon Jaspers die met een boer in bed duikt? Poep en pies met Geer en Goor? Tja, ik weet het niet… Wat ik wel weet is dat dit in ieder geval niet mijn kop thee is…