Michael Chabon is natuurlijk de schrijver van enkele pareltjes, met als klapper wat mij betreft WonderBoys. Zijn een-na-laatste boek, Telegraph Avenue, vond ik echter beduidend minder. En daarom was ik zeer benieuwd hoe zijn laatste worp me zou bevallen. ‘Maangloed’ dus, want ik besloot het boek toch maar in het Nederlands te lezen.
Daar heb ik een goede reden voor, want een Chabon is voorwaar geen eenvoudige kost: leesbaarheid is niet zozeer iets wat de schrijver drijft. Wel: eigenheid en originaliteit. Zo staat Chabon ook bekend om zijn zeer oorspronkelijke metaforen.
Maar gelukkig is het boek in het Nederlands uitstekend te lezen. Het boek is (net als andere boeken van hem) enigszins autobiografisch, want Chabon schrijft over de lotgevallen van zijn grootvader. Maar hier laat hij nadrukkelijk in het midden wat waargebeurd is en wat niet. Hiermee is een vergelijking met ‘Stad der Dieven‘ van David Benioff natuurlijk snel gemaakt. Immers: die schreef ook over de belevenissen van zijn grootvader en die was ook vaag over de waarheidsgetrouwheid. Ergens in dat boek zegt die grootvader zelfs zoiets als ‘Jij bent schrijver, verzin zelf maar iets!’ Wat Chabon in dit boek doet is heel gelijksoortig; zelfs in die mate dat ik denk dat Chabon Benioff’s boek ook heeft gelezen en nadrukkelijk heeft gebruikt als inspiratiebron.
Eigenlijk maakt het allemaal ook niet uit. Want Chabon’s grootvader is interessant genoeg als personage. Al in de eerste scene knoopt hij zijn leidinggevende op aan een telefoondraad en dit zet de toon: de grootvader is een eigenzinnig heerschap met een bijzondere pre-occupatie voor ruimtevaart, raketbouw en Werner von Braun. Die laatste persoon verafschuwt hij om diens nazi-verleden en omdat hij heeft gezien onder welke gruwelijke omstandigheden de V2’s in Nazi-Duitsland gebouwd werden. De passages die gaan over de Tweede Wereldoorlog zijn overigens sowieso zeer meeslepend.
Maar er is meer: het boek gaat ook over de grootmoeder, die ingewikkelde psychische problemen heeft, natuurlijk ook als gevolg van WOII. En ook de moeder, oom, vader en andere familie van Michael Chabon komen aan bod.
Chabon vertelt over hun allen op een zeer bedreven wijze waarbij hij continu schakelt tussen heden en alle verledens. Neem hierbij de uitmuntende schrijfstijl, de prachtige observaties en de goedgekozen metaforen en je hebt gewoon weer een erg sterk boek. Niet zo meeslepend als WonderBoys, misschien, maar wel bijna zo goed!