Op zich lijkt dit boek qua verhaal genoeg interessants te herbergen; een naamloze jonge vader vertelt over Deedee, het vriendje van zijn zoon Ruben, maar vooral over diens vader Ivan, een immigrant vanuit de Balkan, die lange tijd uit zicht was.
De vertelwijze vind ik evenwel te weerbarstig, want je krijgt als lezer maar heel zijdelings en mondjesmaat zicht op waar dit verhaal echt om lijkt te draaien; de dramatische geschiedenis rondom Ivan en zijn broertje, uit de tijd voor hij in Nederland kwam.
Intussen gaat het vooral veel over hoe de hoofdpersoon Ivan tegenkomt in het kroegleven in ‘De Delta’ of bij de karate-les van de voornoemde zoons. Dat schiet allemaal niet op, net als dat Van Mersbergen verzuimt om dialogen in aanhalingstekens te zetten; je hoeft het de lezer toch ook niet te makkelijk te maken, toch?
Nee, ik was niet echt enthousiast over dit boek. En ben er ook niet in geslaagd het helemaal uit te lezen…