Dit boek heb ik natuurlijk al eens eerder gelezen, maar heb ik er gewoon nog weer eens bij gepakt. Het boek stamt uit de absolute hoogtijdagen van Dan Simmons, nota bene uitgegeven in het zelfde jaar als sci-fi klassieker ‘Hyperion’, het boek dat ik niet genoeg kan bewieroken (1 2).
Maar ook dit boek is bij herlezing zeer de moeite waard. Het concept van de ‘brein-vampiers’ (mensen die de geest van anderen kunnen overnemen en zich hier aan kunnen voeden) is sterk, net als het stuwende plot en vele van de personages; bij uitstek dat bizarre personage Melanie Fuller; de krankzinnige oude dame met haar scabreuze opvattingen en sterke Kracht.
Bij nalezing vallen je wel andere dingen op. Ten eerste hoe jachtig en actierijk het boek is; alleen daarom al zou een verfilming (ik denk een miniserie) volgens mij heel passend zijn. De oorspronkelijke titel van dit boek (Carrion Comfort) bekt ook prima weg, zou ik zeggen. Netflix: doe je ding!
Ten tweede valt me op hoe centraal de gruwelen van de holocaust in WOII eigenlijk staan. Hoofdpersoon Saul Laski is immers overlevende van de kampen. Hier lijkt het wel alsof het hele boek een resultaat is van een zoektocht van Dan Simmons naar een antwoord op de vraag: ‘hoe kan ik een boek schrijven over die onnoemelijke gruwelen?’ Inderdaad; dezelfde vraag die in mindere of meerdere mate ook centraal staat in ‘Beatrice & Vergilius‘ van Yann Martell en zelfs ‘De nazi en de kapper‘ van Edgar Hilsenrath.
Maar ten slotte valt me op dat Simmons misschien toch iets te geforceerd enkele stokpaardjes berijdt. Naast het duidelijke en zeer geslaagde horror-aspect van het verhaal (inclusief een bizar ‘real life’ schaakspel in een vernietigingskamp èn een recap daarvan in de apotheose, steeds met Saul als pion) vind ik het politieke-paranoia aspect toch wel wat minder geslaagd en er een beetje gekunsteld in gepropt.
Ik heb het dan over de ‘Island Club’, die achter de schermen aan de touwtjes zou trekken. Mij blijft echter te enen male onduidelijk wat de agenda is van die mysterieuze club, bestaande uit een handvol ‘brein-vampiers’: wat bindt deze vijf mensen überhaupt, naast het feit dat ze allen in enige mate andere mensen kunnen laten doen wat zij willen? Als je daar over nadenkt is het veel logischer dat ze geen strijdbroeders zijn, maar juist felle tegenstanders! Dat de overige leden van de club zich zo willig naar de slachtbank laten leiden door de illustere club-voorzitter C. Arnold Barent in de bizarre apotheose van het boek, is al evenzeer vrij onwaarschijnlijk.
Maar ondanks dat, blijft dit een zeer boeiende en heel originele thriller met bloedstollende scenes, heerlijke personages en een geweldig verhaal.