Dit boek schetst een boeiend beeld van hoe markteconomieën functioneren. Van Bavel laat in zijn boek zien hoe er steeds een vaste cyclus waarneembaar is in de voorbeelden die hij aanhaalt (o.m. Nederland in de 17e eeuw en Italië in de Renaissance). En die cyclus is er altijd eentje waarin opkomende markteconomieën allereerst leiden tot economische voorspoed en positieve (welvaarts-)effecten , maar: later in de cyclus juist steeds meer negatieve effecten krijgen.
Centraal staat het begrip ‘factormarkten’ (de markten voor grond, pacht, arbeid en kapitaal). Een boeiende observatie van Van Bavel is dat de algemene misvatting is dat de opkomst van deze markten leidt tot meer vrijheid. Het tegendeel is waar, want de markten hebben juist vrijheid nodig om te ontstaan. Daarna parasiteren ze op die vrijheid en wordt die langzaam maar zeker uitgehold tot (economische) onvrijheid.
Kern van de boodschap is dat bij markteconomieën later in de cyclus het kapitaal zich steeds meer concentreert bij een kleine elite, met grote ongelijkheid tot gevolg. Die kleine elite eigent zich vervolgens ook alle politieke macht toe. Van Bavel laat zien dat de factormarkt van kapitaal (de financiële markten) dit proces versnelt. Waar financiële markten vroeger in de cyclus de markteconomie ondersteunen (met bijv. het verlenen van kredieten voor investeringen), worden die later in de cyclus een doel op zich: ze worden de eenvoudigste weg om kapitaal te laten renderen. Dit is het moment dat de financiële markten de echte economie beginnen te overheersen en te verstikken: het moment ook dat markteconomieën veranderen in onversneden kapitalisme (in de meest negatieve zin van het woord).
De centrale boodschap van Van Bavel is fascinerend en wat mij betreft heel erg in lijn met Piketty, Bregman en Engelen. De boodschap is ook grimmig: we zitten momenteel gevangen in een markteconomie aan het einde van de cyclus: een destructief kapitalistisch systeem dat welvaart vernietigt en ongelijkheid versterkt. Dat er dringend iets beters voor in de plaats moet komen is helder, maar wat? Van Bavel laat dat in zijn boek helaas vrij open. Sleuteltermen zijn in ieder geval: het tegengaan van de accumulatie van vermogens, een drastische inperking van de rol van de factormarkten en hiermee ook het verregaand verminderen van de ongelijkheid.
Al met al is dit een zeer interessant boek. Het is evenwel vooral een academisch werkstuk en zeker niet een vlot geschreven boekje als dat van de begaafde schrijver Bregman. (Om die reden ook, heb ik delen van het boek ongelezen gelaten en me gefocust op de conclusie)