Filmrecensies Mei-Juni 2021

Van goed naar slecht:
| De beentjes van Sint Hildegard
| The Mitchells vs. the Machines
| Ferry
| The White Tiger
| Mistify
| The Last Stand
| I, Tonya
| Blood Father
| King Cobra
| They shall not grow old
| Sherlock Holmes – A Game of Shadows
| The man in the Iron Mask
| The Last Legion

Na de break de volledige recensies!

Lees verder “Filmrecensies Mei-Juni 2021”

Boekcensie ‘De zoon van de verhalenverteller’, Pierre Jarawan

Dit boek gaat over de Duits-Libanese jongen Samir, wiens vader verdwijnt als hij nog maar acht jaar is. Hij kan daar niet van los komen en gaat jaren later in Libanon naar hem op zoek.

De parallel van dit boek met ‘Wees onzichtbaar‘ van Murat Isik is snel gemaakt: beide gaan immers over opgroeiende zoons van immigranten. Maar Jarawan kan toch niet tippen aan dat geweldige boek van Isik.

Dit boek deed me overigens ergens óók denken aan ‘Alles is verlicht‘ van Jonathan Safran Foer. Hoe Samir in Libanon op sleeptouw wordt genomen door een joviale gids/chauffeur/buddy deed me denken aan hoe dat op vergelijkbare manier gaat met Safran Foer’s hoofdpersoon in Oekraïne.

Zo dringt zich de vraag op: is het boek ook haar eigen merites de moeite waard? Ik twijfel. Jarawan schetst een indringend beeld van de roerige en tragische geschiedenis van Libanon, dat nog immer wordt verscheurd door religieuze twisten of anders wel agressieve buren als Syrië. Ook de worstelingen van de opgroeiende jongeling in Samir in Duitsland vond ik interessant. Maar een heel dwingend verhaal komt daar toch niet uit voort. Daarvoor is die centrale vraag: waar is Samir’s vader gebleven, toch te weinig indringend.

Hierbij wreekt het zich dat Jarawan wel erg veel woorden nodig heeft om zijn verhaal te vertellen. En ook op zijn vertelstijl is helaas nog wel wat aan te merken: het wordt vaak toch wel erg pathetisch en melodramatisch en Jarawan bedient zich hierbij te vaak van clichés.

Daarmee vond ik dit boek toch niet zo’n succes. Veel van de boeken die werden geroemd in het DWDD boekenpanel vond ik erg sterk; maar deze hoort er helaas niet bij.

 

Boekrecensie ‘Wat wij zagen’, Hanna Bervoets

Natuurlijk heb ik ook dit jaar het boekenweek-geschenk gelezen. Nu was Hanna Bervoets de schrijfster. Ik ken haar werk niet, maar kan na lezing van dit boek vaststellen dat ze zich uitstekend van haar taak heeft gekweten.

Wat eerst en vooral opvalt is hoe eigentijds dit verhaal is: het gaat heel erg over deze gekke en verwarrende moderne tijden: met haar internet,  callcenters, sociale media en -nog actueler- complotwappies met theorieën van de orde: ‘de holocaust heeft nooit plaatsgevonden‘ en ‘de aarde is plat‘.

In het boek vertelt Kayleigh over haar ervaringen als moderator bij een groot internet-platform waarvan de naam niet mag worden genoemd (denk: Facebook, YouTube). De hele dag krijgt ze de meest wanstaltige filmpjes voor ogen om te beoordelen of deze al dan niet moeten worden verwijderd.

Bervoets is hier duidelijk in haar element als ze vertelt over hoe het bestaan van de moderator er uit ziet, welke absurde werkinstructies er zijn en onder welke omstandigheden Kayleigh en haar collega’s moeten werken. Intussen ontstaat er een romance tussen haar en Sigrid, maar dan lijkt nota bene hun werk de grote splijtzwam te worden.

Al met al is dit gewoon een zeer boeiend en geslaagd boekenweek-geschenk; net als vorig jaar. Na enkele jaren met erg zwakke bijdrages (2018, 2019), heeft de CPNB weer de goede lijn te pakken!

Boekrecensie ‘De onzichtbare hand’, Bas van Bavel

Dit boek schetst een boeiend beeld van hoe markteconomieën functioneren. Van Bavel laat in zijn boek zien hoe er steeds een vaste cyclus waarneembaar is in de voorbeelden die hij aanhaalt (o.m. Nederland in de 17e eeuw en Italië in de Renaissance). En die cyclus is er altijd eentje waarin opkomende markteconomieën allereerst leiden tot economische voorspoed en positieve (welvaarts-)effecten , maar: later in de cyclus juist steeds meer negatieve effecten krijgen.

Centraal staat het begrip ‘factormarkten’ (de markten voor grond, pacht, arbeid en kapitaal). Een boeiende observatie van Van Bavel is dat de algemene misvatting is dat de opkomst van deze markten leidt tot meer vrijheid. Het tegendeel is waar, want de markten hebben juist vrijheid nodig om te ontstaan. Daarna parasiteren ze op die vrijheid en wordt die langzaam maar zeker uitgehold tot (economische) onvrijheid.

Kern van de boodschap is dat bij markteconomieën later in de cyclus het kapitaal zich steeds meer concentreert bij een kleine elite, met grote ongelijkheid tot gevolg. Die kleine elite eigent zich vervolgens ook alle politieke macht toe. Van Bavel laat zien dat de factormarkt van kapitaal (de financiële markten) dit proces versnelt. Waar financiële markten vroeger in de cyclus de markteconomie ondersteunen (met bijv. het verlenen van kredieten voor investeringen), worden die later in de cyclus een doel op zich: ze worden de eenvoudigste weg om kapitaal te laten renderen. Dit is het moment dat de financiële markten de echte economie beginnen te overheersen en te verstikken: het moment ook dat markteconomieën veranderen in onversneden kapitalisme (in de meest negatieve zin van het woord).

De centrale boodschap van Van Bavel is fascinerend en wat mij betreft heel erg in lijn met Piketty, Bregman en Engelen. De boodschap is ook grimmig: we zitten momenteel gevangen in een markteconomie aan het einde van de cyclus: een destructief kapitalistisch systeem dat welvaart vernietigt en ongelijkheid versterkt. Dat er dringend iets beters voor in de plaats moet komen is helder, maar wat? Van Bavel laat dat in zijn boek helaas vrij open. Sleuteltermen zijn in ieder geval: het tegengaan van de accumulatie van vermogens, een drastische inperking van de rol van de factormarkten en hiermee ook het verregaand verminderen van de ongelijkheid.

Al met al is dit een zeer interessant boek. Het is evenwel vooral een academisch werkstuk en zeker niet een vlot geschreven boekje als dat van de begaafde schrijver Bregman. (Om die reden ook, heb ik delen van het boek ongelezen gelaten en me gefocust op de conclusie)

 

Tv-recensie ‘Mr. Mercedes’, seizoen 1

Dit is natuurlijk de verfilming van het gelijknamige boek van Stephen King dat ik eerder las. En ook in tv-serie-vorm is dit prima te genieten. Natuurlijk: de ‘politieman/rechercheur met rafelrandjes  en persoonlijke issues‘ die ook in deze serie wordt opgevoerd met de personage van Bill Hodges, is het grootste cliché in dit genre, maar dat is toch niet echt een probleem. Met name door de aanstekelijke personages (zoals Holly en Ida) het prima plot. Niet zo gek als Dennis Lehane hieraan heeft meegeschreven.

In het plot wil de dader van de al jaren geleden gepleegde ‘Mercedes-moorden’ toch nog ‘erkenning’ wil voor zijn daad en begint hij een kat-en-muis spel met de inmiddels gepensioneerde rechercheur Hodges, die nota bene in dezelfde wijk woont. Hodges heeft er nog steeds moeite mee heeft de zaak nooit opgelost te hebben en bijt zich in de zaak vast. Hij wordt prima vertolkt door Brendan Gleeson, ook bekend -onder meer- van ‘In Bruges‘.