Dit boek gaat heel kort gezegd over de verdwijningszaak van het vijftienjarige meisje Nola in het Amerikaanse plattelandsdorp Aurora in 1975. Als jaren later, in 2008, het lijk van haar wordt aangetroffen in de tuin van de woning van Harry Quebert, wordt deze schrijver al snel verdacht als moordenaar. Sterker nog: zijn beroemde liefdesroman ‘De wortels van het kwaad’ blijkt te gaan over de verboden liefde tussen hem en het minderjarige meisje.
De met een writer-block (de schrijversziekte) worstelende jonge auteur Marcus Goldman, ooit de student van Quebert, besluit zich in de zaak te verdiepen en er ook zélf een boek over te schrijven. En dat leidt tot vele onverwachte ontdekkingen en nieuwe inzichten.
Op zijn best is dit boek een aardige thriller / whodunnit, waarin je steeds meer begrijpt over wat er met Nola gebeurd moet zijn en er aan het einde nog een onverwachte twist (of twee) komt. Ook de diverse meta-lagen (het boek gaat ook óver het schrijven van het boek over de zaak) werken aardig. Maar wat het grootste bezwaar is van dit boek, is dat Dicker véél te veel woorden nodig heeft voor dit in de kern toch vrij simpele en ook eigenlijk niet zo heel erg opzienbarende verhaal. Hij vertelt nogal omslachtig en veel te uitgebreid (er staan zelfs enkele letterlijke herhalingen in het boek). Naar mijn idee had hij minimaal een derde van de 600+ pagina’s moeten schrappen, dan had dit misschien een écht goed boek kunnen worden. Nu vond ik het toch niet zo heel erg goed…