Deze klassieker in de wereldliteratuur had ik nog nooit gelezen, alhoewel ik wel eerder een boek van Joseph Roth heb gelezen (Hotel Savoy).
In dit boek draait alles om luitenant Carl Joseph Trotta, de kleinzoon van de infanterist die ooit het leven redde van de keizer en daarmee een adellijke titel won. De Trotta’s zijn hiermee zeer trouwe onderdanen van het Oostenrijks-Hongaarse rijk en hechten zeer aan alle formele rituelen die daarbij horen, zelfs in de persoonlijke omgang met elkaar. Maar ze sluiten hun ogen ervoor dat hun wereld in verval is: de Eerste Wereldoorlog staat op het punt van beginnen, die het Oostenrijks-Hongaarse rijk zal laten imploderen.
Carl Joseph ervaart die ondergang in levende lijve en gaat ook zelf ten onder aan het militaire leven, met drank, gokken en vrouwen. En zo weerspiegelt de ondergang van de Trotta’s de ondergang van het ‘Oude Europa’ en het laatste grote keizerrijk dat bestond uit zoveel verschillende volkeren en talen.
Dit is een uitmuntend geschreven boek en hiermee is de statuur als klassieker in de wereldliteratuur zonder meer terecht!