Nadat ik Shuggie Bain heb gelezen, ben ik maar meteen door gegaan naar dit tweede boek van de Schots-Amerikaanse schrijver Douglas Stuart, nu in het Engels. En wat een fantastisch mooi verhaal is het opnieuw! Indringend, genadeloos, schrijnend, rauw, maar ook oh zo liefdevol. Een recensie op Hebban.nl vat het prachtig samen: “I’m in awe of Stuart’s writing… it hurts, it’s lovely, its painful but at the same time so tender.”
Intussen gaat het verhaal over de jonge Mungo Hamilton, natuurlijk opgroeiend in een arbeidersmilieu in Glasgow. Net als Shuggie heeft hij een alcoholische en problematische moeder, waar hij desondanks van houdt. Maar voor de rest is dit verhaal heel anders. Centraal staan een vreselijke vis-vakantie met twee even vreselijke mannen uit de AA-kring van Mungo’s moeder èn de gedoemde opbloeiende relatie van Mungo (als protestant) met (de katholieke) James.
Van het plot zal ik verder maar niets verklappen, maar er ontstaat een schrijnend, dramatisch verhaal dat je meteen bij de strot grijpt en niet meer los laat. Ook omdat de liefde tussen Mungo en James zo prachtig beschreven is: zèlfs als ze ‘stoer’ aandoende gesprekken met elkaar hebben, zie je tussen de regels door de breekbare tederheid…. Echt zo mooi gedaan! En dan is er ook nog de dramatische apotheose, waar ik vooral niets over los zal laten…
Het enige minpuntje is dan nog misschien dat Stuart veel van de dialogen beschrijft in het lokale ‘Glaswegian‘ accent. Dat komt vast de geloofwaardigheid ten goede, maar niet de leesbaarheid. Ik ben wel benieuwd hoe daar in de Nederlandse vertaling mee is omgegaan!
Maar kortom: al met al een fantastisch boek en net als Shuggie Bain komt dit boek ook met stip binnen in mijn favorietenlijst op Hebban.nl!