Dit boek gaat niet zozeer over de villa ’t Hooge Nest (gelegen bij Naarden) maar vooral over de gezusters Brilleslijper (Janny en Lien) en hoe zij in WOII uiteindelijk de holocaust overleven. Maar natuurlijk speelt deze villa, waar de gezusters, met hun familie en anderen, gedurende vele jaren onderduiken, wel een hele centrale rol daarin.
Van Iperen heeft een beeldende en meeslepende schrijfstijl waarmee je meteen in de geschiedenis wordt getrokken; als een ‘Mak’ op zijn best. Dat weet Van Iperen te bewerkstelligen door niet zozeer een geschiedenisboek te schrijven, maar toch ècht een roman: we lezen van alles over wat met name de zussen denken, voelen en zeggen, en zo kom je heel dichtbij het verhaal.
Het boek heeft daarnaast een bijzondere link met Anne Frank, ’s Neerlands bekendste holocaust-slachtoffer, omdat de zussen heel dichtbij Anne en Margot Frank staan in de laatste maanden voor de bevrijding, als ze allemaal in het kamp Bergen-Belsen zitten. Ze ervaren van dichtbij hoe Anne en Margot wegkwijnen en uiteindelijk sterven en dat is heftige kost.
Ten slotte deed dit moet me erg denken aan het boek ‘De Keuze’ van Edith Eva Eger, ook al een holocaust-overlever, die nota bene ook al als deel van een ‘zuster-paar’ alle vreselijke beproevingen doorstond. Want dat de vernietigingskampen een onvoorstelbare hel waren, dat weet Iperen ook weer pijnlijk duidelijk te beschrijven.
Hiermee is dit kortom een monumentaal, fantastisch geschreven en zeer indrukwekkend boek.