Voor de ‘netwerk-club’ GSRO heb ik een tijd lang blogs geschreven. De blogfunctionaliteit van die site wordt echter binnenkort opgeheven (daarbij ben ik zelf betrokken) en in dat kader heb ik me nog eens verdiept in alle oude blogs. Eén van die blogs van mij zelf wil ik bij deze nog eens delen; die is volgens mij ook nog steeds actueel! Het heet: “Wat meer noaberschap gewenst!” Na de break het complete artikel:
Hierbij de tweede editie van mijn serie over wat naar mijn idee de beste liedjes per jaar zijn (editie 1: hier). Met dus de beperking dat alles moet voorkomen in het jaaroverzicht (de top 100) van de Nationale hitlijst van de Top 40. Nou, we gaan beginnen!
Dit boek vertelt over hoe drie broers opgroeiden in de moeilijke omstandigheden van een vrij disfunctioneel gezin. De hoofdstukken in de huidige tijd en hoofdstukken over de jeugd van de jongens wisselen elkaar daarbij af en het perspectief ligt bij de middelste broer Benjamin. Het centrale gegeven is intussen dat de moeder is overleden en de broers haar as willen uitstrooien bij hun vakantiehuisje. En langzaam kom je steeds meer te weten over de zaken die zich in het verleden hebben afgespeeld.
Schulman heeft een mooie gevoelige en zintuiglijke schrijfstijl en daarmee maakt hij dit boek een bijzondere leeservaring. Zonder dat het verhaal overigens heel bijzonder wordt, op het onverwachte einde na dan!
Dit boekje bevat ruim dertig essays van onze nationale brombeer, die schijnbaar allemaal eerder zijn verschenen in zijn eigen lijfblad, de ‘Maarten’. En dat is genieten, als Maarten in zijn bekende stellige en duidelijke stijl ingaat op allerlei hedendaagse fenomenen. Veel gaat natuurlijk over Amerika (hij is ooit bekend geworden als Amerika-deskundige), waar Maarten overigens een vrij zwartgallige visie op heeft, maar de onderwerpkeuze is veel breder; met zelfs enkele wat meer persoonlijke verhalen. Dat leest lekker weg, alhoewel je hier en daar wel opvalt dat Maarten zichzelf wel eens herhaalt en ook niet alle essays meer even actueel zijn. Maar al met al is dit een heerlijk boekje voor tussendoor, niets meer en niets minder!
Deze tv-serie gaat over Zeus (een fantastische rol van Jeff Goldblum) en hoe er (kortgezegd) aan de poten van zijn heerschappij gezaagd wordt. Andere klassieke personages uit de mythologie, zoals Prometheus, Poseidon, Dionysos, Hades en Hera spelen hierbij een belangrijke rol. Dat alles wordt smakelijk en zonder al te veel ernst geserveerd in een hedendaags aandoende wereld, vol geinige scenes en met een excentrieke beeldtaal (zo zijn alle helpers van Zeus ‘ballenjongens’ en als Zeus even chagrijnig is, laat hij die ballenjongens één voor één zichzelf te pletter springen, gewoon om zichzelf te vermaken). Ook de Onderwereld (sfeervol in zwartwit gefilmd en met een wonderlijke Oostblok-feel) speelt een belangrijke rol in het verhaal, al is het maar omdat een belangrijke verhaallijn gaat over hoe ene Orpheus als sterveling hier weet binnendringen.
Hiermee is deze serie zeker het genieten waard; het geeft op dezelfde manier een moderne twist aan de mythologie, zoals Neil Gaiman al deed in zijn ‘American Gods‘ (daarvan ken ik het boek en heb ik wel eens iets van de tv-serie aanschouwd). Ook parallellen met bijv. ‘The Sandman‘ zijn snel gelegd. Leuk gedaan!
In een postapocalyptische wereld is de komst van het dodelijke virus samen gevallen met de verschijning van ‘hybrids’, mensen die kenmerken van dieren in zich hebben. En al snel worden die laatste bejaagd. Dat noopt ‘Pubba’ om zich terug te trekken in de wildernis met zijn zoontje met herten-kenmerken. Maar als hij sterft, ziet deze kleine Gus zich al genoodzaakt toch de wijde wereld in te trekken.
Dit is een fantasy-serie met een fijne, lichte, sfeer en een meeslepend verhaal dat je de acht episodes van een steeds een klein uur zeker aan de buis gekluisterd houdt. Mooi gedaan! Wellicht ga ik nog eens de vervolgseizoenen bekijken!
House of the Dragon
Dit is natuurlijk de prequel-serie van ‘Game of Thrones‘, de monumentale serie die een akelig hoog niveau haalde en de tv-wereld en het genre fantasy veranderde. Daarom moest ik dit zeker nog eens zien. Helaas is deze serie een stuk minder. Het verhaal concentreert zich op de opvolgingsperikelen in de koninklijke familie van de Targaryens, ongeveer 1,5 eeuw voor de gebeurtenissen uit ‘Game of Thrones’, en dat is op zijn best redelijk meeslepend. Maar heel erg goed wordt het nergens; het verhaal gaat vrij traag en de serie heeft alle tien afleveringen nodig om te komen tot het moment dat de opvolgingsoorlog die er al een hele tijd aan zat te komen, dan toch echt uitbreekt. Maar dat boeit toch niet echt, ook omdat zelfs de belangrijkste karakters; zoals prinses Rhaenyra en haar recalcitrante oom Daemon, redelijk vlak blijven. Dat komt ook door de rare keuze om voor de twee decennia die dit seizoen omspant voor sommige rollen wel nieuwe / oudere acteurs in te zetten (bijv. Rhaenyra) en voor bepaalde personen weer niet (Vyserys, Alicent, Daemon). Dus, nee, niet heel positief. Ik weet nog niet of ik me nog aan een vervolgseizoen waag….
His Dark Materials
Deze fantasy-serie is gebaseerd op de boeken van Bill Pullman en gaat over een fantasiewereld in een parallelle dimensie die ergens op onze eigen wereld lijkt en toch weer niet. Hoofdpersoon is het weesmeisje Lyra en zij blijkt heel bijzonder te zijn, onder meer door wie haar ouders blijken te zijn. Zij gaat natuurlijk op een queeste (jaja, het ultieme fantasy-cliché). Alles draait daarbij om de zoektocht naar ontvoerde kinderen, die blijken te worden ontdaan van hun daemon, het dier waaraan ze verbonden zijn. Dat leidt tot een redelijk meeslepend verhaal. Prima gedaan!
Deze enorme pil (ca. 900 pagina’s in de hardcovereditie) zou het magnus opus zijn van Paul Auster, de exceptionele schrijver die ik enorm bewonder van zijn altijd zo oorspronkelijke boeken (link). Daarom moest ik dit boek dus zeker nog eens lezen! En in mijn (verlate) zomervakantie had ik er eens een keer de tijd voor.
Paul Auster sleept je meteen mee in zijn verhaal over Archie Ferguson, een karakter dat overduidelijk is geïnspireerd op hem zelf (de schrijfambities, de voorliefde voor honkbal, het tijdgewricht waarin hij opgroeit natuurlijk). Na een algemeen hoofdstuk over de (voor-)ouders van deze Archie (steeds ‘Ferguson’ genoemd door Auster) wordt het centrale concept van dit boek uitgerold, namelijk dat we vier separate parallelle tijdlijnen te lezen krijgen van hoe het leven van Ferguson zou kunnen zijn gelopen. In één verhaallijn is zijn vader bijvoorbeeld succesvol zakenman, in een andere overlijdt die juist op jonge leeftijd bij een brand. Auster brengt prachtig in beeld hoe dit, en allerlei andere dingen, Fergusons levenspad beïnvloeden. Niet dat de levens van de vier Fergusons niet ook overeenkomsten hebben: zo worden ze allemaal in enige mate verliefd op hetzelfde meisje; Amy Schneidermann.
De kolossale omvang van het boek zou misschien doen vermoeden dat het lezen een zware kluif zou zijn, maar dat valt reuze mee omdat Paul Auster dit alles allemaal in een smakelijke, weergaloze, vloeiende en makkelijk leesbare schrijfstijl opdient. Niet dat het allemaal éven interessant is; zo worden er wat mij betreft teveel woorden besteed aan de politieke ontwikkelingen van die tijd en met name de studentenprotesten in de VS van eind jaren ’60.
Maar ook dit doet niet af aan het enorme leesplezier, want dit boek bevestigt wat voor een weergaloze schrijver Auster is. Dit keer niet met een complexe surrealistische ideeënroman of een excentriek plot, maar met een redelijk rechttoe-rechtaan coming-of-age verhaal. Maar dat maakt het niet minder smakelijk. Een geweldig boek!
Dit boek is een bijzondere leeservaring, met name omdat de hoofdpersoon, de gepensioneerde Tom Kettle, een nogal onbetrouwbare verteller is. Het hele boek zitten we enorm heel veel in zijn hoofd, waarin de gedachten continu rondspoken: dingen die echt gebeuren, herinneringen, maar ook hersenspinsels. En zo worden we op vele schier eindeloos uitgesponnen ’trains of thought’ getrakteerd, die alle kanten opgaan. maar ook maar al te vaak prachtig zijn geschreven en vele mooie observaties bevatten. De link met de ‘stream of consciousness’-stijl van Joyce’s klassieker ‘Ulysses’ is natuurlijk snel gemaakt, al is het maar omdat dit boek ook in Dublin, Ierland speelt.
Intussen wordt het na een trage start steeds duidelijk dat het plot erom draait dat rechercheur Kettle wordt gevraagd om mee te denken over een heel spijtige geschiedenis waar hij ooit aan werkte als rechercheur: het misbruik van jonge kinderen door geestelijken: één van de grootste schandalen in het hedendaagse Ierland.