Tv-recensie ‘Black Mirror’, seizoen 7

Deze serie blijft wat mij betreft de kers op de Netflix-taart, die je elke weer met smaak consumeert.

Nog steeds is het basisidee van maker Charlie Brooker dat hij in beeld brengt welke invloed technologie kan hebben op de mens in de zeer nabije toekomst. Maar de serie ontwikkelt zich nog steeds; zo is de aflevering Eulogy een prachtig fijnzinnig portret van een man die ooit brak met zijn vriendin en daar nooit echt overheen kwam. Heel mooi gedaan.

En de geweldige slotepisode brengt ons terug bij de USS Callister, inderdaad: dat kostelijke verhaaltje over hoe de bouwer van een enorme sim-wereld, Infinity, zich verliest in zijn liefde voor een oude ‘Star Trek’-achtige sf-serie. Inmiddels is hij dood (of toch niet?) en moet Nannette zich als kapitein staande houden. En dat is nog niet makkelijk!

Geweldig, wat een dijk van een serie is dit!

Boekrecensie ‘De gentleman uit Peru’, André Aciman

Van André Aciman kenden we natuurlijk het fantastische ‘Noem me bij jouw naam‘ (heel verdienstelijk verfilmd met heart-throb Timothée Chalamet), dus is was vol verwachting. Maar dit boek vond ik toch wel echt een heel stuk minder.

Het verhaal kan naar mijn idee maar niet echt interessant worden en wordt ook niet erg overtuigend gebracht. Een in een luxe Italiaans hotel gestrande groep Amerikanen, komt in contact met een wat zonderlinge gentleman uit Peru. Ze komen aan de praat en de man blijkt een bijzondere belangstelling te hebben in Margot. Het verhaal dat zich daarna ontspint, iets over een soort eeuwige liefde in de tijd, lijkt ergens wel iets op mijn eigen verhaal ‘De Gouden Rivier‘. Beetje vergezocht. Waar ik moeite mee had was de schrijfstijl. Dan heb ik het nog niet eens over Aciman’s mooie poetische taalgebruik, maar wel over hoe hij allerlei verschillende vertelperspectieven wel heel los door elkaar husselt, een beetje zoals een amateur-schrijver zonder al te veel kunde dat al snel zou doen. Nee, al met al niet echt een succes. Twee uit vijf sterren.

Beste liedjes per jaar, sloteditie, de jaren ’10 en ’20

In deze laatste editie van de langere reeks, ga ik, in navolging van David Bennett, na wat voor mij de beste liedjes per jaar zijn. Dat heb ik nu gedaan voor de jaren ’70, ’80. ’90 en ’00. En inmiddels is wel gebleken dat de mijzelf opgelegde beperking dat het liedje in de top100 van de top40 van dat jaar moet staan, er flink inhakt; zo heb zèlfs ik nog steeds niets van Radiohead kunnen kiezen, de beste band van dit tijdperk!

Hoe dan ook maak ik hierna de serie compleet voor de laatste ca. 15 jaar, waarin het voor mij, afgedreven als ik ben van popmuziek, steeds moeilijker wordt om nog iets acceptabels te vinden. Nou, we gaan maar gewoon, beginnen na de break!

Lees verder “Beste liedjes per jaar, sloteditie, de jaren ’10 en ’20”

Boekrecensie ‘De krater’, Gerwin van der Werf

Het boekenweekgeschenk van dit jaar is een keer niet van een bekende schrijver: iedereen kon een novelle indienen en een jury koos, zonder te weten wie de schrijver was, de beste inzending. En dat pakt goed uit, want dit boek van de inderdaad totaal onbekende Gerwin van der Werf is erg de moeite waard.

Wat we lezen is een road novel, over een jongensachtig meisje, Eden, dat haar twee broers om goede redenen meeneemt op een trip naar een krater in Duitsland. Der personages zijn prachtig, de humor èn de dubbele bodems zijn dat ook. En wat bijzonder is, is dat dit boekenweekgeschenk ook prima in het tegenwoordig zo populaire oung adult genre past. Een heel fijn boekje dus!

Boekrecensie ‘Een klein leven’, Hanya Yanagihara

Dit boek lijkt, als we beginnen te lezen, te gaat over vier jonge mannen die allemaal hun weg in het leven zoeken in hedendaags New York. Al sinds het begin van hun studietijd zijn ze vrienden: de knappe aspirant-acteur Willem, de flamboyante kunstenaar JB, de beginnend architect Malcolm en de mysterieuze rechten-student Jude St. Francis.

Maar dan begint steeds duidelijker te worden dat dit boek eigenlijk over laatstgenoemde gaat: de knappe, stille, briljante, onbenaderbare Jude. Hij blijkt een afschuwelijke jeugd vol misbruik en geweld achter zich te hebben, wat hem grondig heeft beschadigd. De enige manier waarop hij de kolkende duistere gedachten in zijn hoofd tot bedaren kan brengen, is door zichzelf te verwonden, te snijden.

En zo worden we als snel het dramatische, emotionele verhaal ingezogen van hoe Jude vecht tegen zijn demonen. Er gebeuren hem hele fijne dingen: zijn vrienden zijn dol op hem, hij wordt, al jongvolwassen, geadopteerd door hele lieve mensen, heeft een lijfarts die hem onbezoldigd steeds weer oplapt na een daad van zelfmutilatie, maar toch… toch wordt steeds duidelijker dat Jude het misschien tóch niet gaat redden. Alhoewel alles dan tóch weer anders gaat dan je denkt.

Yanagihara sleurt je mee in een emotionele, beklemmende, schrijnende en ongenadige rollercoaster-rit, waaruit je niet meer kan ontsnappen. Hoe dieper je in het boek verzeilt raakt, hoe meer je te lezen krijgt over Jude’s jeugd en dat is ongelooflijk heftig. Maar niet alleen Jude, ook bijvoorbeeld hoe Harold, de pleegvader van Jude, zijn eigen zoon kwijtraakt, of hoe JB bijna ten onder gaat aan een drugsverslaving, zijn heftige relazen. Dat komt mede door Yanagihara’s vertelstijl, waarin heel gedetailleerd alles wat Jude en de mensen om hem heen meemaken, wordt beschreven in een fantastisch goede schrijfstijl.

Kortom: dit is een beest van een boek! Een boek dat ook een hele tijd nog door je hoofd blijft spoken! Laat je dus niet afschrikken door de bijna 800 pagina’s die dit boek in de hardcover-editie telt (of door de ruim 2.700 pagina’s op mijn KoboReader), en dompel jezelf er in onder!

Boekrecensie ‘Mijn meneer’, Ted van Lieshout

Dit boek gaat erover hoe de jonge Ted bevriend raakt met ‘meneer’, een volwassen man van wie we de voornaam (het begint met J.) nooit te horen krijgen. Het begint onschuldig met het spelen met speelgoedtreinen en lego. Daarna begint meneer Ted tekenles te geven en geeft hem steeds meer aandacht en complimenten, iets waar de jongen zeker gevoelig voor is. En vanaf dat punt wordt het allengs wat minder onschuldig: Ted moet toch ook een naakt model kunnen tekenen, en meneer stelt zich graag beschikbaar. Daarna moeten ze toch ook elkáár tekenen; naakt natuurlijk. En zo krijgt hun vriendschap een steeds meer seksuele lading.

In dit boek vertelt Ted hoe dit allemaal verliep aan het beeld van Maria, dat in een onaanzienlijk kapelletje staat, aan een landweggetje dichtbij zijn huis. Die vertelvorm geeft meteen al verlichting aan dit zware onderwerp. Maar dat komt ook door de prettig lichte toon die Van Lieshout aanhoudt, waarin ook ruimte is voor humor. Hij weet de gedachte- en belevingswereld van de jonge protagonist heel goed tot leven te brengen en dat maakt dit een zeer geslaagd boek.

Dat Van Lieshout een nawoord aan het boek toegeeft waarin hij expliciet zegt tégen pedoseksuele relaties te zijn, geeft wel aan hoe beladen dit onderwerp is. Want eigenlijk zou een romanschrijver zich toch niet moeten hoeven te verantwoorden.