Dit is de verfilming van de bestseller van John Boyne, de schrijver waarvan ik eerder het boek ‘The Mutiny on the Bounty’ las. De verfilming is prima, en ook het plot is natuurlijk indringend. Een superkorte blurp: Het zoontje van de commandant van een nazi-vernietigingskamp, Bruno, maakt contact met een Joods leeftijdsgenootje aan de andere kant van het hek (Shmuel) en besluit ten slotte eens binnen te kijken, om terecht te komen in de gaskamers.
We zien dit natuurlijk allemaal door de ogen van Bruno, een achtjarige jongetje dat nog niet veel snapt van wat er eigenlijk gebeurt. Dit maakt de bittere waarheid natuurlijk wel schrijnender, net als het einde, als de kampcommandent begint te begrijpen dat hij schuldig is aan de dood van zijn eigen zoon. Maar wat deze film (en ook het boek) toch wel een beetje onderuit haalt is de premisse dat het mogelijk zou zijn dat Bruno dagenlang uitgebreid kan kletsen met Shmuel aan de andere kant van het hek, zonder gesnapt te worden en zelfs zich op een gegeven moment een weg naar binnen kan graven. Dit is echt volstrekt ongeloofwaardig, want natuurlijk moet de bewaking vele malen strenger geweest zijn. Maar als je daar overheen kunt stappen, is dit gewoon een goede film…