Tv-recensie ‘Black Mirror’, seizoen 5

Eén van de allerbeste series op Netflix is toch wel de anthologie-serie ‘Black Mirror‘. Kortweg gaan alle losstaande verhaaltjes erover wat voor een impact moderne (toekomstige) technologie kan hebben op mensen. En dat blijft meer dan interessant, vooral omdat de plots van maker Charlie Brooker vaak ongelooflijk goed zijn.

En dan dit vijfde seizoen, dat zonder meer boeiend blijft. De drie episodes, alle drie van de lengte van een korte film, zijn echter wel wisselend van kwaliteit. Het eerste deel, over twee vrienden die ‘lovers’ worden in een real-life versie van het bekende arcade-spel ‘Street Fighter’ (dat ik ken als ‘Tekken’) vond ik zeer prikkelend. Het tweede deel is eigenlijk wat gewoontjes, want het gaat over niets meer dan een gijzelingszaak. De heerlijk schmierende Andrew Scott (Moriarty in Sherlock) redt echter deze episode. Maar het derde deel is toch wel het minst, omdat hier het verhaaltje (iets over een robotje en een door Miley Cyrus gespeelde popster) nu wel echt te ongeloofwaardig is.

Hiermee is dit verre van het beste seizoen van Black Mirror, maar toch nog steeds zeer de moeite waard!