Boekrecensie ‘David Copperfield’, Charles Dickens

david-copperfield-charles-dickens-paperback-cover-artDit is niet het eerste boek dat ik van de oude meester heb gelezen, maar waarschijnlijk wel de beste. Vanaf de eerste pagina word je het levensverhaal ingesleurd van onze titelheld. Een verhaal dat begint met de vroegste levensjaren van onze David, zelfs nog iets voor zijn geboorte. In alles is dit boek weer typisch Dickensiaans: de hoofdpersoon wordt al snel wees en moet het hoofd bieden tegen wrede mensen en barre omstandigheden. Ik begreep opeens beter waar Charles Palliser de mosterd vandaan heeft gehaald voor zijn vergelijkbare boek over de jongeling John Huffam, De Quincunx.

Verder is het boek niet zozeer plot gedreven, alswel vooral het toneel voor een lange stoet van boeiende personages die aan je voorbij trekt. Zoals de breedsprakige mijnheer Micawber, de kruiperige verraderlijke Uriah Heep en de strabante tante Betsy Trotwood. Dickens neemt de tijd voor het vertellen van zijn verhaal en hieraan zie je toch wel dat dit boek uit de 19e eeuw stamt: tegenwoordig zou zo’n wijdlopend, kalmpjes meanderend verhaal, dat soms net iets teveel overhelt naar weeïg sentiment, toch niet meer kunnen. Maar desondanks is dit een zeer indrukwekkend boek van een waarlijk groot schrijver.