Dit is een nogal bijzonder boek, vooral omdat het niet zozeer een roman is, alswel een soort abstracte stijloefening, of zelfs een gedachtenexperiment. Pennac experimenteert in dit boek met onder meer recursiviteit, kort gezegd: Het Droste-effect. Hij voert een Braziliaanse dictator op, die bang is voor een aanslag en daarom een dubbelganger aanstelt en zelf naar Europa vlucht. Het wordt nog bizarder als op zijn beurt deze dubbelganger ook een dubbelganger in dienst neemt. Deze tweede dubbelganger aspireert een leven als acteur en reist daarom af naar Amerika, om daar weer te worden aangezien als een dubbelganger van Charlie Chaplin en zelfs Rudy Valentino.
Dit boek is dus ook een ode aan Charlie Chaplin, die ook al een rol speelde in dat boek van Boyne dat ik laatst las. Maar in het boek wordt ook meerdere keren de opstand in Canudos genoemd, waarvan verslag werd gedaan door ene Euclides da Cunha. Inderdaad: het onderwerp van het meesterwerk van Mario Vargas Llosa ‘De oorlog van het einde van de wereld’ (zie mijn vroegere recensies).
Maar het boek is veel meer dan dat, want het vertelt ook over het schrijven zelf, als Pennac over zichzelf schrijft als hij hangend in zijn hangmat verhalen bedenkt. Al met al dus een prikkelend boek dus, dat zeker de moeite waard was.