Van Henning Mankell spreken met name enkele van zijn boeken buiten de Kurt Wallander-serie me aan. Maar mede ingegeven door het feit dat dit het tiende en laatste deel is uit die Wallander-serie, heb ik het toch gelezen.
Het boek is duidelijk een afsluiting van de serie, als tal van elementen en personages uit eerdere boeken naar voren komen. Zoals Mona, de ex-vrouw van Wallander, maar ook Baiba Liepa, misschien wel de enige vrouw waar hij echt verliefd op was, uit het boek ‘De honden van Riga‘.
Hiermee beweegt het plot zich niet bepaald snel en dat maakt het boek soms wat saai. Dat plot draait trouwens om de verdwijning van de schoonouders van Linda, de dochter van Wallander. Deze Hakan en Louise von Enke blijken al snel iets te maken te hebben met een spionage-intrige rondom Russische duikboten die in de jaren ’80 de Zweedse territoriale wateren hebben geschonden.
Mankell is een zeer vaardig schrijver en neemt in dit boek nadrukkelijk de tijd om de worstelingen van de ouder wordende Wallander, en bijvoorbeeld zijn moeizame relatie met zijn dochter en ex-vrouw te beschrijven. Dat is goed gedaan, maar hierdoor mist dit boek als thriller wel vaart. Maar al met al wel een fraai slot van de Wallander-serie.