Tommy Wieringa kende ik vooralsnog alleen van zijn erg vermakelijke ‘ Joe Speedboot’, maar dit laatste boek van hem is eigenlijk gewoon nog veel beter. Wieringa weet namelijk een volledig overtuigend verhaal te vertellen over een wereld ver buiten Nederland. Michailopol is de plaats van handeling, een (fictieve) stad aan de grens is de voormalige Sovjet-Unie. Hier zijn er twee verhaallijnen: ten eerste die van de oude versleten politiecommissaris Pontus Beg, die probeert zich staande te houden in zijn corrupte stad en, door zijn plotseling ontdekte Joodse afkomst, zich gaat interesseren in het Jodendom. Het tweede verhaallijntje gaat over een groep vluchtelingen die worden bedrogen door de mensen die hun de grens zouden oversmokkelen en die aan een moeizame tocht beginnen dwars door de woestijn. Ze moeten tot het uiterste gaan om te overleven. Uiteindelijk komen deze verhaallijnen natuurlijk bij elkaar als de vluchtelingen Michailopol bereiken en Pontus Beg met ze te maken krijgt. Dit leidt tot een mooi slot van wat gewoon een erg goed boek, vooral door de levenswijsheid en diepere lagen die Wieringa weet aan te boren.
Ik dus echt onder de indruk! Misschien is dit boek wel een van de weinige boeken van Nederlandse schrijvers die je een internationaal allure kunt toedichten, samen met ‘Het huis van de moskee’ van Kader Abdolah en ‘De ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch. Knap hoor!