Boekrecensie ‘Jas van Belofte’, Jan Siebelink

Het meest bijzondere aan dit boekenweekgeschenk is dat de sleutel-scene eruit wel eens récht voor mijn voordeur kan hebben plaatsgevonden. Die sleutelscène draait er namelijk om dat de vader van hoofdpersoon Arthur (natuurlijk kweker in Velp, want Jan ‘graaft zich autobio’, zoals te doen gebruikelijk) op een bepaalde dag weg fietst om nooit meer terug te komen. De jonge Arthur rent zijn vader nog achterna, van de Schonenbergsingel de Hoofdstraat op en vindt dan ergens tussen deze plek en Bronbeek (al deze toponiemen worden dus genoemd!), alleen nog de gabardine jas terug van zijn vader; natuurlijk de jas uit de titel. En wat wil het toeval, precies in dit stukje Velp woon ik dus ook!

Daarmee is evenwel meteen het beste verteld van dit boekje, want helaas, heel erg goed is het verder allemaal niet. En dat is nog een understatement. Het verhaaltje heeft erg weinig om het lijf en zal ik daarom maar niet samenvatten. Het lijkt in ieder geval niet zozeer een ode te zijn aan ‘de vriendschap’, zoals de achterflap jubelt, maar eerder een ode aan het werk van Jan Siebelink zelf, als een echo die resoneert uit zijn complete oeuvre. Want ja, al dat autobiografische geneuzel van hem kennen we toch inmiddels wel: hier heeft hij al eindeloos over geschreven…

En zo is de sleutelzin in dit boekje volgens mij die waarin ene Edwin tegen Arthur (Jan dus) zegt: “Je hebt maar één verhaal. Daar zit alle materiaal.” Precies dit vat namelijk haarscherp niet alleen dit boek maar misschien wel heel het schrijverschap van Jan Siebelink samen.

Kortom moet je dit als een flink mislukt boekenweekgeschenk beschouwen; van een te ijdele en zelfgenoegzame schrijver die alleen maar wat smakeloze kliekjes opdient.