Dit is een bijzonder grimmig boek en dat zal je niet verbazen als je weet dat ‘No country for old men‘ ook van de hand is van deze schrijver. Het boek heeft nog het meest weg van een gruwelijke koortsdroom over het Wilde Westen. Elk romantisch beeld dat je van het Wilde Westen zou kunnen hebben (wijdse verten, nobele Indianen, heldhaftige cowboys) wordt door McCarthy in ieder geval grondig in duigen gegooid: hij toont een wereld waarin geen enkele genade of goedheid heerst. In plaats daarvan heerst er dood en verderf: hele dorpen die worden uitgemoord, babylijken die in bomen worden gehangen, scalps die worden geoogst, en vooral bloed dat weelderig vloeit. ‘De grond is dorstig’, wordt zelfs ergens in het boek opgemerkt. Het verklaart natuurlijk ook de titel van dit boek…
Het boek is daarnaast is een heel aparte stijl geschreven: McCarthy heeft echt een heel bijzondere vertelstem: soms heel kaal en onderkoeld, maar veel vaker heel weelderig en poëtisch, tot enkele vrijwel onnavolgbare passages toe. In enkele gevallen word je verrast door een mooi beeld dat je wordt voorgeschoteld, maar veel vaker maakt dit het boek naar mijn idee erg moeilijk leesbaar. Die hermetische stijl uit zich ook in het ontbreken van aanhalingstekens bij dialoog. In een recensie van dit boek heb ik gelezen dat McCarthy die gekke tekentjes gewoon niet mooi en onnodig vindt. Allemaal prima, maar je maakt je verhaal er niet veel leesbaarder door. Datzelfde geldt voor de buitenissige keuze om de twee belangrijkste personages in dit boek geen naam te geven.
Het verhaal draait namelijk om ‘de jongen’ die verzeild raakt bij een groep Indianenjagers, waar ‘de rechter’ één van de leiders is. ‘De jongen’ is een volledig gezichts- en karakterloos personage. McCarthy lijkt gemeend te hebben dat met ‘de rechter’ dan weer te compenseren. Deze figuur wordt afgeschilderd als een bijna buitenwereldlijk wezen: een kolossale en volledig haarloze en ‘roze’ man, die er altijd onberispelijk bij loopt en volledig niet op zijn plaats in de ‘motley crew’ waar hij leider van is. Hij praat in raadselen, maar hij lijkt boven alles uit te zijn op de vernietiging van alles. Waarom is volstrekt onduidelijk. De ontberingen die de groep te verdragen heeft, lijken hem niet te raken, hij lijkt zelfs onsterfelijk. Ten slotte wordt gesuggereerd dat ‘de rechter’ het gemunt heeft op kinderen, die hij verkracht en vermoordt. Een afschuwelijker personage kun je je dus bijna niet voorstellen…
Dit kan leiden tot een heel heftig boek (zoals dat boek over die SS-officier), maar dat gebeurt niet omdat McCarthy zeer nadrukkelijk op afstand blijft: van de diepere gevoelens of beweegredenen van ‘de jongen’ noch ‘de rechter’ leer je niets. En dat is toch wel een groot manco, want enige verdieping blijft daarmee uit. En dat leidt ook tot mij tweede zeer grote bezwaar, want dat is dat dit uiteindelijk een nogal leeg verhaal is. Eigenlijk lees je vooral over een eindeloze tocht van een groep moordzuchtige scalpenjagers door de Amerikaanse wildernis, maar intussen ontwikkelt zich er niets. Sterker nog: een plot is eigenlijk volledig afwezig.
Kortom is dit zonder meer een heel buitenissig boek; dat aan de ene kant fascineert, maar tegelijkertijd toch vooral teleurstelt. Dat het één van de grootste Amerikaanse romans aller tijden is, zoals sommige recensies jubelen, nou; dat waag ik toch te betwijfelen!