Het meest bijzondere aan dit boek is de keuze van de hoofdpersoon, dat is namelijk een hond. Deze Mr. Bones is evenwel een als een mens denkende personage, die uitstekend gedachten kan vormen, maar ze alleen niet kan uitspreken door de fysieke beperkingen van zijn ‘spraakorgaan’. En zo weet Auster de valkuil ter vermijden dat hij het heel simpel moet houden omdat het immers ‘maar’ over een hond gaat. Hij sleurt je mee in een prachtig verteld verhaal over hoe ‘Bonesy’ een plekje in het leven moet vinden als zijn geliefde baasje Willy doodgaat.
Eindconclusie is dat dit een ontzettend goed verteld verhaal is, want zoals altijd is er op Auster’s geweldige schrijfstijl niets aan te merken. Aan de andere kant bekroop mij wel het gevoel dat de onderwerpkeuze en met name die keuze van dat hoofdpersoon wel wat gezocht is. Auster weet er nog een heel aardig boek van te maken, maar eigenlijk lijkt dat hele idee me toch een beetje ‘lame’, zoals Amerikanen dat zouden zeggen.
Daarom: zeker niet de beste van Auster dus, dit werkje (lees dan maar eerst 1 2). Maar toch nog wel steeds de moeite waard!