Het oeroude verhaal over de val van Troje heeft me altijd gefascineerd. Niet in de laatste plaats omdat het maar al te bekende heldenepos van Homerus óók een plaats heeft gekregen in ten minste twee sf/fantasy-boeken die ik gelezen heb, namelijk van respectievelijk Tad Williams èn Dan Simmons. Laatstgenoemde schrijver presenteerde in zijn boeken een kostelijke ‘alternatieve’ geschiedenis, waarin de Achaeërs en Trojanen op enig moment besluiten sámen op te trekken tegen de manipulatieve Goden op de berg Olympus, die maar eens moeten worden gestraft voor al dat gesol met de ‘nietige mensjes’.
Om voorgaande reden wilde ik ook zeker eens deze nieuwste worp van Stephen Fry lezen, die ook al heel mooi de Griekse mythologie beschreef in Mythos. En dat is wederom genieten. Fry richt zich tot je met een fijne vertelstem en loodst je soepel door de enorm uitgebreide en complexe mythologie rondom de opkomst en ondergang van Troje. Zeker als je de vele voetnoten waarmee hij de tekst doorspekt even laat voor wat ze zijn.
Vooral de aanloop van de Trojaanse oorlog wordt zeer uitgebreid belicht, maar natuurlijk eindigt Fry zijn relaas met die o zo bekende apotheose: de ‘Greeks Bearing Gifts‘ laten een enorm houten paard achter dat de naïeve Trojanen hun stad in slepen. Want Odysseus en kompanen hebben zich in het ding verscholen! Waarna de stad in een orkaan van geweld alsnog geheel wordt vernietigd.
Dit boek was dus zeker weer enorm genieten. Wellicht neem ik ook nog eens het tussenliggende boek dat Stephen Fry over de Griekse Helden schreef, nog eens ter hand!