De schrijver John Toxopeus ken ik nog van een gezamenlijk schrijfclubje van jaren geleden. Sinds die tijd heeft hij aanzienlijk indrukwekkender aan de weg getimmerd dan ik, met enkele mooie publicaties -allemaal verhalenbundels volgens mij- op zijn naam. Zelf moet ik echter toegeven dat ik wat minder heb met zijn vaak erg uitgebeende schrijfstijl, zie ook mijn eerdere recensie.
In dit boek schrijft Toxopeus voor het eerst minder autobiografisch en houdt hij het op zeer satirische verhaaltjes met BN’ers in de hoofdrol. En die toont hij met name van hun allerslechtste kant. Sterker nog: de bundel lijkt wel een vileine afrekening met al die mensen! En dan wordt het soms wel erg ranzig, zoals de rare pre-occupatie van Toxopeus met bloedende aambeien, die meerdere keren aan de oppervlakte komt. Gelukkig bieden de 29 verhalen nog wel iets meer dan dat en kun je dan nog spreken van een aardige inval, maar veel vaker vond ik het allemaal nogal … flauw. Mart Smeets die een stijve krijgt van wielrennersvoeten? Yvon Jaspers die met een boer in bed duikt? Poep en pies met Geer en Goor? Tja, ik weet het niet… Wat ik wel weet is dat dit in ieder geval niet mijn kop thee is…