Recensie ‘Over leven en schrijven’, Stephen King

boverlevenenschrijven_ls13fc

Van alle hedendaagse schrijvers is Stephen King misschien wel de absolute grootmeester. Alhoewel niet elk boek van hem een even groot succes is, volgens mij, is zijn enorme lijst met geweldige romans en verhalen zonder meer imposant te noemen. Als dan deze schrijver een boek schrijft over het schrijven, dan moet je dat natuurlijk lezen! Daarom vond ik het zeer prettig dat dit boek in de boekenlijst is opgenomen van de vervolgmodule van de Schrijversacademie. Het zal inmiddels het elfde of twaalfde boek zijn dat ik in het kader van deze studie gelezen heb.

Stephen King geeft al meteen aan dat hij geen uitgebreid schrijfboek wil schrijven; hij wil het heel kort houden. En inderdaad is het boek niet al te dik. King begint te vertellen hoe het bij hem ging: hoe hij opgroeide en op welke manier hij begon met schrijven. Hoe zijn eerste boek Carrie tot stand kwam; en alles daarna. Hierna gaat King dieper in op het schrijven. Het schrijven noemt hij telepathie. En bij het schrijven bevindt hij zich op een imaginaire plek in zijn hoofd waar hij maximaal ontvankelijk is voor de verhalen die tot hem komen.

Maar ook belangrijk is de gereedschapskist die je ter beschikking staat bij het schrijven: de woorden, de grammatica. King legt hierbij opvallende accenten. Zo gaat hij heel lang in op bijwoorden, waarbij zijn voorkeur er naar uitgaat die zoveel mogelijk te schrappen. Verder vindt hij niet de zin het meest basale element in een verhaal, maar de alinea. En ook probeert hij aannemelijk te maken dat plot niet belangrijk is; dat zijn alleen vertelling, beschrijving en dialoog. Dat laatste snap ik bij King; hij is het soort schrijver dat duidelijk niet van tevoren heeft bedacht hoe een boek eindigt. Zoals hij het zelfs zegt: zijn boeken beginnen er vaak mee dat hij personen in een bijzondere situatie brengt; hoe ze zich hier vervolgens uit redden; dat ligt min of meer open.

King gaat ook meer gedetailleerd in op bijvoorbeeld dialoog en personages en bij al die aspecten geldt steeds hetzelfde: oefening is heel belangrijk (een goed schrijver is een fervent lezer!) en eerlijkheid, 100% eerlijkheid. Ten slotte vertelt King meer over het schrijfproces: het herschrijven en schrappen en ook nog over hoe je kunt zorgen dat je uiteindelijk daadwerkelijk uitgegeven wordt.

Het boek eindigt ten slotte met een appendix over een schokkende gebeurtenis in King’s leven tijdens het schrijven van dit boek: een zwaar verkeersongeval. Het is hetzelfde ongeluk dat hij als verhaalelement heeft gebruikt in de Donkere Toren (waarin hij wordt gered door Jake Chambers), maar nu lezen we meer over hoe dit allemaal heeft plaatsgevonden en hoe dit zijn schrijven heeft beïnvloed.

Al met al is dit boek zeer boeiend en voor aspirerende schrijvers eigenlijk verplichte kost. Lezen!