Boekrecensie ‘De gentleman uit Peru’, André Aciman

Van André Aciman kenden we natuurlijk het fantastische ‘Noem me bij jouw naam‘ (heel verdienstelijk verfilmd met heart-throb Timothée Chalamet), dus is was vol verwachting. Maar dit boek vond ik toch wel echt een heel stuk minder.

Het verhaal kan naar mijn idee maar niet echt interessant worden en wordt ook niet erg overtuigend gebracht. Een in een luxe Italiaans hotel gestrande groep Amerikanen, komt in contact met een wat zonderlinge gentleman uit Peru. Ze komen aan de praat en de man blijkt een bijzondere belangstelling te hebben in Margot. Het verhaal dat zich daarna ontspint, iets over een soort eeuwige liefde in de tijd, lijkt ergens wel iets op mijn eigen verhaal ‘De Gouden Rivier‘. Beetje vergezocht. Waar ik moeite mee had was de schrijfstijl. Dan heb ik het nog niet eens over Aciman’s mooie poetische taalgebruik, maar wel over hoe hij allerlei verschillende vertelperspectieven wel heel los door elkaar husselt, een beetje zoals een amateur-schrijver zonder al te veel kunde dat al snel zou doen. Nee, al met al niet echt een succes. Twee uit vijf sterren.

Boekrecensie ‘De krater’, Gerwin van der Werf

Het boekenweekgeschenk van dit jaar is een keer niet van een bekende schrijver: iedereen kon een novelle indienen en een jury koos, zonder te weten wie de schrijver was, de beste inzending. En dat pakt goed uit, want dit boek van de inderdaad totaal onbekende Gerwin van der Werf is erg de moeite waard.

Wat we lezen is een road novel, over een jongensachtig meisje, Eden, dat haar twee broers om goede redenen meeneemt op een trip naar een krater in Duitsland. Der personages zijn prachtig, de humor èn de dubbele bodems zijn dat ook. En wat bijzonder is, is dat dit boekenweekgeschenk ook prima in het tegenwoordig zo populaire oung adult genre past. Een heel fijn boekje dus!

Boekrecensie ‘Een klein leven’, Hanya Yanagihara

Dit boek lijkt, als we beginnen te lezen, te gaat over vier jonge mannen die allemaal hun weg in het leven zoeken in hedendaags New York. Al sinds het begin van hun studietijd zijn ze vrienden: de knappe aspirant-acteur Willem, de flamboyante kunstenaar JB, de beginnend architect Malcolm en de mysterieuze rechten-student Jude St. Francis.

Maar dan begint steeds duidelijker te worden dat dit boek eigenlijk over laatstgenoemde gaat: de knappe, stille, briljante, onbenaderbare Jude. Hij blijkt een afschuwelijke jeugd vol misbruik en geweld achter zich te hebben, wat hem grondig heeft beschadigd. De enige manier waarop hij de kolkende duistere gedachten in zijn hoofd tot bedaren kan brengen, is door zichzelf te verwonden, te snijden.

En zo worden we als snel het dramatische, emotionele verhaal ingezogen van hoe Jude vecht tegen zijn demonen. Er gebeuren hem hele fijne dingen: zijn vrienden zijn dol op hem, hij wordt, al jongvolwassen, geadopteerd door hele lieve mensen, heeft een lijfarts die hem onbezoldigd steeds weer oplapt na een daad van zelfmutilatie, maar toch… toch wordt steeds duidelijker dat Jude het misschien tóch niet gaat redden. Alhoewel alles dan tóch weer anders gaat dan je denkt.

Yanagihara sleurt je mee in een emotionele, beklemmende, schrijnende en ongenadige rollercoaster-rit, waaruit je niet meer kan ontsnappen. Hoe dieper je in het boek verzeilt raakt, hoe meer je te lezen krijgt over Jude’s jeugd en dat is ongelooflijk heftig. Maar niet alleen Jude, ook bijvoorbeeld hoe Harold, de pleegvader van Jude, zijn eigen zoon kwijtraakt, of hoe JB bijna ten onder gaat aan een drugsverslaving, zijn heftige relazen. Dat komt mede door Yanagihara’s vertelstijl, waarin heel gedetailleerd alles wat Jude en de mensen om hem heen meemaken, wordt beschreven in een fantastisch goede schrijfstijl.

Kortom: dit is een beest van een boek! Een boek dat ook een hele tijd nog door je hoofd blijft spoken! Laat je dus niet afschrikken door de bijna 800 pagina’s die dit boek in de hardcover-editie telt (of door de ruim 2.700 pagina’s op mijn KoboReader), en dompel jezelf er in onder!

Boekrecensie ‘Mijn meneer’, Ted van Lieshout

Dit boek gaat erover hoe de jonge Ted bevriend raakt met ‘meneer’, een volwassen man van wie we de voornaam (het begint met J.) nooit te horen krijgen. Het begint onschuldig met het spelen met speelgoedtreinen en lego. Daarna begint meneer Ted tekenles te geven en geeft hem steeds meer aandacht en complimenten, iets waar de jongen zeker gevoelig voor is. En vanaf dat punt wordt het allengs wat minder onschuldig: Ted moet toch ook een naakt model kunnen tekenen, en meneer stelt zich graag beschikbaar. Daarna moeten ze toch ook elkáár tekenen; naakt natuurlijk. En zo krijgt hun vriendschap een steeds meer seksuele lading.

In dit boek vertelt Ted hoe dit allemaal verliep aan het beeld van Maria, dat in een onaanzienlijk kapelletje staat, aan een landweggetje dichtbij zijn huis. Die vertelvorm geeft meteen al verlichting aan dit zware onderwerp. Maar dat komt ook door de prettig lichte toon die Van Lieshout aanhoudt, waarin ook ruimte is voor humor. Hij weet de gedachte- en belevingswereld van de jonge protagonist heel goed tot leven te brengen en dat maakt dit een zeer geslaagd boek.

Dat Van Lieshout een nawoord aan het boek toegeeft waarin hij expliciet zegt tégen pedoseksuele relaties te zijn, geeft wel aan hoe beladen dit onderwerp is. Want eigenlijk zou een romanschrijver zich toch niet moeten hoeven te verantwoorden.

Boekrecensie ‘Regicide’, Robert Harris

Dit boek gaat over de jacht op de moordenaars van koning Charles I van Engeland. Twee van hen zijn gevlucht naar Amerika, dan nog een kolonie van Engeland, en het is aan Richard Nayler om ze te vinden.

In het boek wordt het verhaal zorgvuldig en vaardig opgebouwd; Harris heeft overduidelijk grip op de materie. Maar… hij gebruikt wel erg veel woorden voor een toch niet zo heel opmerkelijk verhaal. Natuurlijk wordt het bij tijd en wijle interessant, bijvoorbeeld als we lezen over hoe de burgeroorlog verliep (die het militaire bewind van Oliver Cromwell in het zadel hielp, een verre nazaat van die andere Cromwell) of hoe gruwelijk Charles I aan zijn einde kwam. Maar voor het overige gaat het verhaal veel te traag en is het me ook onhelder waarom Harris juist deze insteek gekozen heeft voor zijn verhaal, want eigenlijk is die hele jacht op die koningsmoordenaars weinig boeiend. Op hetzelfde moment brengt Harris de 17e eeuw wel zeer overtuigend tot leven. Maar al met al toch niet meer dan een magere drie uit vijf bollen.

Boekrecensie Miniapolis’, Rob van Essen

Rob van Essen, las ik ergens, wordt wel eens de Nederlandse Murakami of Paul Auster genoemd. Nou heb ik beide genoemde auteurs hoog zitten (met name Paul Auster natuurlijk) dus alleen dat is al een reden om me weer eens aan een boek van Van Essen te wagen (zie mijn eerdere recensie: hier en hier).

In dit boek ontvouwen zich twee verhaallijnen: dat van Scherpenzeel, die met Wildervank in een bijkantoor van een gemeentelijke dienst werkt, en dat van Jonathan, die niet van een brug spring en dan zijn dode moeder in de tram treft.

Wat volgt is een verhaal dat nogal onopmerkelijk voortkabbelt; op een wijze die inderdaad wat doet denken aan Murakami. De beide eerstgenoemde mannen gaan met de tandem op fietsavontuur en Jonathan neemt zijn moeder mee naar de villa waar ze woonde. En hier komt alles samen.

Van Essen heeft een fijne schrijfstijl en er is voldoende om de aandacht vast te houden. Toch lijkt het verhaal wat ongericht; alsof dit boek niets meer is dan een tussendoortje. Nee, niet het beste werk van Van Essen.

Boekrecensie ‘Villa Pouca’, Gerrit Komrij

In dit boek vertelt Gerrit Komrij (ik had nog nooit eerder iets van hem gelezen) over het reilen en zeilen in het kleine dorpje Villa Pouca (ergens in een middengrote gemeente niet al te ver van Coimbra), waar hij als Nederlandse schrijver in ruste is neergestreken. En dat is prettig leesvoer. Komrij heeft een fijn pennetje en weet een mooie droogkomische toon te raken. Hij is en blijft vooral toeschouwer en toont aan dat er ook in zo’n klein dorpje van alles aan de hand is; kleurrijke dorpsbewoners, de bouw van een groot hotel in een oud klooster, etc. etc. Komrij brengt dat alles heel mooi tot leven. Uitstekend boek!

Boekrecensie ‘De Bourgondiërs’, Bart van Loo

Dit vuistdikke non-fictie boek gaat over de wordingsgeschiedenis van de Lage Landen als geografische eenheid. En daarin speelden de Bourgondiërs, en met name vier graven aan het einde van de Middeleeuwen een grote rol, toont Bart van Loo in dit boek aan. En dat doet hij in een wervelende, prettig leesbare stijl.

Na een lange inleiding met de vroegste geschiedenis van de Lage Landen, sleurt hij ons mee de late middeleeuwen in, zeg maar het ‘Game of Thrones‘-universum. En laat hij ons onder meer zien waarom ‘de Bourgondische levensstijl’ een begrip werd. Verder lezen we over ontelbare dynastieke kwesties, oorlogen, uithuwelijkingen, etc. etc. Dat wordt soms wel wat veel, maar Bart van Loo houdt het verhaal steeds levendig en smeuïg. Alles eindigt dan met Karel de Vijfde, in veel opzichten de laatste grote Bourgondische Graaf. Zijn dood vormde meteen het begin van de geboorte van de natie: onze Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring die de aanzet gaf voor de Tachtigjarige oorlog. Boeiend en meeslepend boek! Leuk!

Boekrecensie ‘Dit andere paradijs’, Paul Harding

Dit boek gaat over ‘Apple Island’ , een klein eilandje voor de kust van de Amerikaanse staat Maine. In de negentiende eeuw werd het bewoond door een bonte groep mensen. Maar dit ‘andere paradijs’ mocht er van de buitenwereld niet zijn; die vinden het maar een gedegenereerde toestand en besluit in te grijpen. En dan wordt het verhaal al snel tragisch.

Harding beschrijft dit allemaal in een fenomenale, zeer literaire stijl. En hij beschrijft alles prachtig en heel gedetailleerd. Neem alleen al een episch beschreven vloedgolf die ooit over het eiland trok. Maar vooral zijn liefdevolle portret van die bewoners van Apple Island. Fantastisch boek!

Boekrecensie ‘De overlevenden’, Alex Schulman

Dit boek vertelt over hoe drie broers opgroeiden in de moeilijke omstandigheden van een vrij disfunctioneel gezin. De hoofdstukken in de huidige tijd en hoofdstukken over de jeugd van de jongens wisselen elkaar daarbij af en het perspectief ligt bij de middelste broer Benjamin. Het centrale gegeven is intussen dat de moeder is overleden en de broers haar as willen uitstrooien bij hun vakantiehuisje. En langzaam kom je steeds meer te weten over de zaken die zich in het verleden hebben afgespeeld.

Schulman heeft een mooie gevoelige en zintuiglijke schrijfstijl en daarmee maakt hij dit boek een bijzondere leeservaring. Zonder dat het verhaal overigens heel bijzonder wordt, op het onverwachte einde na dan!