Het meten van de wereld | Daniel Kehlmann
04-2009 | In dit boek voert Kehlmann twee grote Duitse wetenschappers op: Alexander van Humboldt en Carl Friedrich Gauss. De wederwaardigheden van beide komen om de beurt aan bod, wat grappig is omdat Humboldt en Gauss geheel van elkaar verschillen. Is Humboldt de beschaafde maar humorloze aristocraat die vele ontdekkingsreizen doet, daar is Gauss een wat lompe en ongevoelige boer die het liefst nog geen meter reist. Kehlmann spaart beide personages ook niet echt: hij stelt ze voor als op hun eigen manier wat wereldvreemde types.
In het boek wordt ingezoomd op een ontmoeting van beide grote geleerden in Berlijn, waarin blijkt dat ze elkaar best wel mogen. Beide mannen zijn dan al ouder en moeten onder ogen zien dat hun grootste daden al lang achter hun liggen. Hiermee lijkt ook vergankelijkheid een thema in het boek.
Is het ook een goed boek? Op zijn best is het vermakelijk, door de grappige situaties waarin beide terecht komen. Maar uiteindelijk kan het toch niet bekoren. Dat ligt onder meer aan de nogal afstandelijke indirecte schrijfstijl van Kehlmann (in het hele boek komt geen enkele dialoog voor). Ook is het verhaal eigen gewoon niet zo interessant en gaat het eigenlijk een beetje als een nachtkaars uit. Om die reden was ik zeker niet enthousiast: dit is een boek dat je rustig kunt laten liggen.
Roem | Daniel Kehlmann
03-2011 | Ja hoor! Het heeft even geduurd tot ik weer een boek las dat ècht in de buurt komt van Wolkenatlas, het kunststukje van David Mitchell, maar dit is er één!
Roem is geschreven door Daniel Kehlmann, wiens eerdere boek Het meten van de wereld ik hoogstens aardig vond. Maar mede door een enthousiaste recensie van Pieter Steinz, ben ik er toch aan begonnen. En wat een goede beslissing dat was!
Gek genoeg lijkt Roem wel een beetje op Wolkenatlas. Ook dit boek bestaat bestaat uit een serie van min of meer losstaande verhalen die toch allemaal te maken hebben met elkaar. En net als Wolkenatlas is elk verhaal even kostelijk. Zoals het verhaaltje over hoe een twijfelende filmster het leven van een ander gaat leiden: een slechte dubbelganger van zichzelf spelend. Of dat van een oude vrouw die naar een Zwitserse euthanasiekliniek reist, intussen klagend tegen de schrijver (!), dat ze dit zo’n vervelend verhaal vindt. Of het relaas van een Amerikaanse schrijfster, die ergens in een centraal-aziatische dictatuur zoek raakt. En ook het verhaaltje over een anti-sociale, dikke en stinkende kantoorpik die verslaafd is aan internet-fora is ijzersterk.
Het knappe is ook nog eens dat alle verhalen een sterke onderlinge samenhang hebben; ze gaan allemaal over de vraag wie we nu eigenlijk zijn, en wat nu eigenlijk de werkelijkheid is. Hoe weten we nu eigenlijk waar we zijn, nu dat met de mobiele telefonie niet meer uitmaakt? En is de virtuele wereld van het internet of de bedachte wereld van verhalen, nu echt veel minder werkelijk dan de ‘echte’ werkelijkheid? Het zijn prikkelende diepgaande vragen die Kehlmann stelt in een verder opvallend licht, grappig, maar vooral meesterlijk boek.
Als de doden niet herrijzen | Philip Kerr
02-2011 | Met dit boek zet Philip Kerr onverdroten zijn succes-epos voort over de dwarse Bernie Gunther. Deze keer speelt het verhaal zich in twee tijdperken af. In het eerste, 1934, is Bernie nog hoteldetective van het Adlon, en helpt hij een Amerikaanse journaliste Noreen, op wie hij natuurlijk verliefd wordt, met een onderzoek rondom de aanloop van Berlijn als gastheer voor de Olympische Spelen in 1936. Bernie ontdekt dat niet alleen de Duitsers alles uit de kast halen om een Amerikaanse boycot te voorkomen (Avery Brundage, de latere IOC-topman wordt hierin niet gespaard), maar ook dat een nota bene joodse zakenman, Max Reles, hieruit een slaatje probeert te slaan.
Het tweede deel van het verhaal speelt zich af in 1954, in het Cuba van Batista, net voor Fidel Castro aan de macht komt. Hier komt Bernie niet alleen dezelfde Noreen weer tegen (die logeert in de Finca Vigia van Ernest Hemingway -die zelf helaas overigens niet in het verhaal voorkomt), maar ook Reles.
Philip Kerr is weer heerlijk op dreef in dit verhaal, waarin hij naar eigen zeggen, de witte vlekken van de geschiedenis invult. De zwakke plekken van het verhaal (de matige geloofwaardigheid en de soms wel erg breedvoerige dialogen in het boek) doen eigenlijk nergens afbreuk aan het leesplezier.
Zo kan dus worden gesproken van een waardige afsluiting van het Bernie Gunther-epos. Tenminste, tenzij er onvermoed toch nog een zevende deel komt… Het zou me niet eens verbazen!
Berlijnse Trilogie | Philip Kerr
11-2008 | Dit boek betreft een bundel van drie boeken die Kerr heeft geschreven over de Berlijnse privé-detective Bernie Gunther, te weten EEN BERLIJNSE KWESTIE (March Violets, 1989), HET HANDWERK VAN DE BEUL (The Pale Criminal, 1990) en EEN DUITS REQUIEM (A German Requiem, 1991). Het is al snel duidelijk dat Kerr, in tegenstelling tot dat gekke sf-boek “Second Angel” van hem, er nu wel in slaagt je mee te nemen in een zeer meeslepend verhaal.
Dat komt met name door de interessante setting: het Nazi-Duitsland vlak voor en -in het geval van het derde boek- vlak na de oorlog. We lezen over hoe Bernie Gunther zich in deze zware tijden staande probeert te houden. Kerr zet het personage van zijn hoofdpersoon prachtig neer. Gunther is een no-nonsense doordauwer, een zelfverzekende womaniser, maar ook einzelganger. En vooral iemand die zich niet de les laat lezen en al evenmin iemand die veel op heeft met het nazisme. Zijn personage vormt een mooi contrast met zijn omgeving, waarin veel mensen of te bang zijn om iets te zeggen, of zich laten meeslepen in het fanatisme van de Führer.
Tegen de achtergrond van Hitler-Duitsland moet Bernie Gunther in de drie boeken een aantal zaken oplossen. Kerr houdt er de vaart goed in en zorgt ervoor dat je als lezer aan het boek gekluisterd bent. Leuk is ook dat je Kerr zijn hoofdpersoon met allerlei historische personen in contact laat komen, zoals Athur Nebe, Heinrich Müller, Hermann Goering, Heinrich Himmler en Reinhard Heydrich. Zelfs tegen deze personen neemt Gunther maar al te vaak geen blad voor mond, of maakt hij één van de geestige ironische commentaren waar het boek van doorspekt is.
Minpuntje is misschien dat de plots soms wel erg ingewikkeld zijn, hoe vernuftig misschien ook. Met name boek 2 vergt wat dat betreft wel wat veel van de lezer.
Maar al met al kun je zeker spreken van drie geweldige boeken, die absoluut het lezen waard zijn. Zelf ga ik waarschijnlijk binnenkort ook wel deel 4 uit de Gunther-serie proberen, DE EEN VAN DE ANDER.
Een stille vlam | Philip Kerr
02-2010 | Dit boek is het vervolg van de serie over de Duitse detective Bernie Gunther, met als eerdere episodes de ‘Berlijnse Trilogie’ en ‘De een van de ander’, waar ik veel van verwachtte. En ja: het is wederom genieten.
In deze episode lezen we over hoe Gunther met gebruikmaking van het Odessa-programma net als veel andere ex-SS’ers in Argentinië terechtkomt. Waarna hij al snel in wederom een omvangrijke intrige raakt verwikkeld. Net als in de vorige delen is die hele intrige bepaald niet eenvoudig en in een paar woorden te vatten, maar boeiend is die zeker. Ten eerste omdat tal van bekende figuren, zoals Mengele, Eichmann en de beide Peróns een prominente rol spelen. En ten tweede omdat wordt gerefereerd aan tal van historische feiten of vermoedens, zoals het doorsluizen van miljarden van Duitse oorlogsbuit aan het Perón-regime en (nog schokkender) het bestaan van een eigen vernietigings-programma voor joden in Argentinië.
Kerr brengt alles samen in een meeslepend verhaal, dat wederom wordt getrokken door de heerlijk dwarse en cynische rauwdouwer die Gunther is. Gespaard wordt hij niet, want hij moet onder meer een martelsessie ondergaan en wordt bijna in een doodsvlucht boven de Rio de la Plata een vliegtuig uitgegooid. En ten slotte moet hij ook nog eens afscheid nemen van de (Joodse) vrouw, waar hij verliefd op wordt.
Conclusie: Kerr weet het hoge niveau van de serie zonder meer vast te houden. Binnenkort ga ik zeker het laatste en zesde deel uit de serie lezen!
Grijs verleden | Philip Kerr
05-2011 | In dit zevende deel van het majestueuze epos rond Bernie Gunther is er eens een keer geen moord of mysterie op te lossen. Nee, in dit boek wordt Gunther gedwongen zijn verleden als SS-officier onder ogen te zien. Als hij Cuba probeert te ontvluchten, wordt hij opgepakt door de Amerikanen, teruggebracht naar Duitsland en hier grondig ondervraagd. En zo ontstaat een verhaal dat de ondervragingen afwisselt met talloze flashbacks. Over de barre tijd toen Gunther in de Oekraïne verbleef, bijvoorbeeld. Ook Gunther blijft niet helemaal verschoond van de ongelooflijke barbaarsheden die zich hier afspelen. Kerr lijkt hiermee te willen aantonen dat goed en fout, zwart en wit in dergelijke omstandigheden kunnen vervagen tot gradaties grijs. Of beter gezegd: het veldgrijs van Gunther’s SS-uniform…
Hiermee heeft het boek een krachtige boodschap, maar helaas leidt dat niet echt tot een meeslepend verhaal. Er gebeúrt namelijk zo weinig. Gunther vertelt en vertelt maar en als hij wordt overgeleverd aan de Fransen en het hele verhaal wéér moet vertellen, zakt de moed je wel een beetje in de schoenen. Ook omdat zijn relaas over hij zich verhoudt tot Erich Mielke (inmiddels één van de machtigste mensen in Communistisch Oost-Duitsland) steeds lijkt te veranderen.
Het leidt er in ieder geval toe dat het verhaal heel laat op gang komt. En alhoewel we dan nog wel een ingenieuze intrige voorgeschoteld krijgen, kan dit naar mijn idee het verhaal niet meer helemaal redden. Hiermee is het boek nog zeker een mooie toevoeging in de imposante Gunther-reeks, maar toch niet zo goed als de vorige worpen van Kerr. Een revanche met nog een deel acht?
Prague Fatale | Philip Kerr
04-2012 | Philip Kerr’s succesvolle boekenserie over de dwarse Berlijnse rechercheur Bernie Gunther dendert maar door met alweer het achtste deel uit de reeks, ‘Prague Fatale’. Vorig jaar was ik over de delen 6 en 7 al positief, en ook nu werd ik weer zeer zeker niet teleurgesteld. Integendeel: het is gewoon zeer goed en weer een waardige loot aan de spreekwoordelijke stam.
Het sterkste punt van de serie blijft de setting in het Duitsland van rond de Tweede Wereldoorlog. Kerr weeft prachtig historische feiten en personages in zijn boeken, zoals in dit deel generaal Heydrich, misschien wel de grootste van alle nazistische schoften.
Bernie Gunther wordt bij de generaal geroepen in diens Praagse kasteel en raakt al snel betrokken bij een raadselachtige moord die hier plaatsvindt op één van de SS-officieren. Gunther moet natuurlijk het onderzoek leiden en doet dat op de bekende, maar nog steeds aanstekelijke, lompe en eigengereide wijze, waarbij hij er zelfs niet voor terugdeinst als dat zo uitkomt de vloer aan te vegen met een hoge SS-pief. Langzaam komt hij achter een omvangrijke intrige die zich afspeelt in de top van de nazistische geledingen, hetgeen leidt tot een ongedachte ontknoping. Een ontknoping precies zoals die hoort te zijn in de absolute topboeken: je ziet hem vooraf niet aankomen en als die zich aan je ontvouwt, kan je niet anders concluderen dat het ook wel zo moet zijn en dat alle puzzelstukken naadloos in elkaar passen. Kerr wist dit, in ieder geval bij mij te bewerkstelligen, en dat is knap, heel knap!
Het moge duidelijk zijn, Kerr toont zich met dit boek wederom de meester van de historische detective-thriller. Een topper! Ik ben benieuwd waar het allemaal gaat eindigen in de serie? Gaan we de tien halen? Van mij mag het!
The One from the Other | Philip Kerr
07-2009 | Dit boek is het vierde deel uit de serie die handelt over de onorthodoxe Duitse detective Bernie Gunther en is het vervolg op de Berlijnse Trilogie. Het verhaal speelt zich af in het overwonnen Duitsland van na de oorlog, als het wordt bestuurd door de vier bezettende mogendheden. Kerr is inmiddels in München beland en pakt hier zijn oude baantje weer op. Hij stuit al snel op een vreemde zaak: een vrouw die hem verzoekt haar vermiste man te zoeken; niet omdat ze hem terug wil, maar omdat ze zeker wil weten dat hij -een oorlogsmisdadiger- wel echt dood is. Het brengt Gunther in het wereldje van de op de vlucht zijnde ex-SS’ers en uiteindelijk in de grootste problemen, als blijkt dat er een spelletje met hem wordt gespeeld.
Philip Kerr is weer op zijn sterkst met dit boek en heeft merkbaar plezier gehad bij het schrijven ervan. Zijn hoofdpersoon Gunther is weer heerlijk cynisch, sarcastisch en eigenzinnig. En het tijdvak waarin het verhaal speelt is fascinerend, ook al een forte bij de vorige boeken. Kerr mixt het thriller-plot weer meesterlijk met historische gebeurtenissen en personages, zoals nu Adolf Eichmann.
Al met al dus weer een absoluut toppertje! Minpuntje is misschien de toch wel wat vergezochte plot. Ook kan Kerr het niet laten om zijn hoofdpersoon met allerlei listige verwijzingen naar de wereldliteratuur en weetjes over de oorlog te laten strooien. Dit is voor Gunter, eerder het type stevige rauwdauwer dan verheven intellectueel, toch een beetje ‘off character’. Maar ach, dat kan de leespret eigenlijk geen moment drukken…
The Second Angel | Philip Kerr
11-2007 | Een uiterst curieus boek, dat je zou kunnen scharen in het genre ultra-sf. Kerr verhaalt over een toekomst waarin het bloed van bijna de hele mensheid is besmet met een virus en “schoon” bloed miljoenen waard is. Op zich een aardig gegeven, maar de wijze waarop Kerr het vertelt vereist doorzettingsvermogen en een zeer grote wetenschappelijke interesse. Want, en zo kom ik tot het genre, Kerr onderbouwt in een regen aan voetnoten en bijschriften zijn verhaal met doorwrochte wetenschappelijke beschouwingen van onder andere dit “parvo-virus” (P2). Leuk voor de hardcore-biologen, maar ik haak dan toch echt even af. Ik had moeite nog een interessant verhaal te ontwaren tussen al het wetenschappelijke jargon. Niet aan mij besteed dus…
Dodelijk dilemma | Stephen King
09-2007 | Meesterverteller Stephen King heeft me in al de boeken die ik van hem heb gelezen, niet vaak teleurgesteld. En ook nu niet, in dit verhaal over John Smith, die na een ernstig auto-ongeluk en na bijna 5 jaar in coma te hebben gelegen, over paranormale vermogens blijkt te beschikken. Een vermogen waaronder hij steeds meer gebukt raakt.
Het is een fascinerend plot, dat in de voor Stephen King gebruikelijke stijl wordt verteld. Een stijl die altijd maar één ding voor ogen lijkt te hebben: het zo goed mogelijk vertellen van het verhaal. Inhoud voor vorm dus, want aan dat laatste heeft King een broertje dood, zo lijkt het. Zo heeft hij eens geschreven dat zijn Donkere Toren epos pas begon te lopen toen hij stopte met krampachtige pogingen zijn verhaal iets ‘literairs’ mee te geven. Iets Een wijze les, waar ik nog geregeld aan denk als ik zelf probeer te schrijven.
Conclusie: gewoon lezen dus dit boek, net zoals zo’n beetje alles van King.
Lisey’s verhaal | Stephen King
12-2010 | Tja, wat zal ik eens van zeggen van dit nieuwste boek van de oude meester Stephen King? Ik kan het vriendelijk houden door te concluderen dat het niet zijn beste werk is. Ik kan ook wat minder mild zijn door te stellen dat dit boek gewoon niet de moeite waard is…
Waar het naar mijn idee mis gaat is de omvang van het boek: ruim 500 pagina’s is veel te veel voor een in de kern erg simpel verhaaltje: hoe de weduwe van de beroemde schrijver Scott Landon afrekent met een maniak met behulp van de ‘droomwereld’ die haar man geschapen heeft.
Je merkt dat er bij Stephen King geen rem op zit: de manier waarop hij alles maar op papier kwakt, lijkt een soort tegengesteld writer’s block: geen constipatie maar diarree. Dat klinkt oneerbiediger dan ik bedoel, want bij tijd en wijlen komt de brille van King nog best wel eens boven; het kost alleen wel erg veel moeite dit te vinden. Precies hetzelfde gebeurt met het verhaal: dit is voor het grootste deel eigenlijk gewoon weinig interessant. Desondanks zit ergens diep toch nog een een echt intrigerend verhaal verborgen, namelijk dat van de jeugd van Scott. Die groeit op samen met zijn broer en vader op een geïsoleerde boerderij en in een verontrustend plot dat alleen King kan verzinnen, wordt zijn broer bezeten door een demon en moet die uiteindelijk worden afgemaakt door zijn vader. Het wordt allemaal nog meer bizar als ‘de rottigheid’ ook bezit krijgt van zijn vader en de elfjarige Scott zelf zijn vader met een pikhouweel om moet brengen… IJzingwekkend.
Maar ook dit is te weinig om dit boek mee overeind te houden. Je kan dus spreken over een naar mijn idee, helaas, mislukt boek.
Dynamite Road | Andrew Klavan
11-2007 | Andrew Klavan is de schrijver van succesvolle thrillers waarvan er reeds vele zijn verfilmd. Ik waagde me aan zijn laatste boek Dynamite Road en werd niet teleurgesteld. Klavan heeft een vlotte no-nonsense stijl en weet op verbluffend goede wijze zijn personages en verhaal neer te zetten. Zijn hoofdpersonen, de private detectives Weiss en Bishop weet hij enorm veel diepte mee te geven en zijn o zo menselijk. Klavan zelf speelt ook nog een rolletje mee, als groentje in het bureau.
Dat Klavan zelfs de beruchte Shadow-Man, de centrale bad guy in het boek en iemand die in de best bewaakte gevangenis van Amerika een ongelooflijke stunt uit weet te halen, geloofwaardig weet te maken, is zonder meer een prestatie van formaat.
Kortom: misschien geen literair hoogstandje, maar wel een heel goede thriller. Liefhebbers van het genre moeten het lezen.
De weduwnaar | Kluun
03-2012 | Dit boek vormt het naadloze vervolg van Kluun’s succesroman KEVBDD en verhaalt over het leven van onze hoofdpersoon Stijn als weduwnaar. Dat dit ook precies de titel is, geeft al wel aan hoe eenduidig deze roman is. Geen dubbele betekenislagen, geen literaire spelletjes, gewoon een eenvoudig, kort en simpel verteld verhaal in Kluun’s inmiddels bekende stijl.
Dat is dan ook wel meteen de belangrijkste zwakte, want, helaas, dit is een erg matig boek. De charme van Kluun’s hitroman was nu juist dat hij de dood van Stijn’s vrouw Carmen, juist door die kale ‘reclame-achtige’-stijl van schrijven op de een of andere manier extra invoelbaar maakt. Die spanning mist ‘De weduwnaar’ echter geheel en dan blijft opeens een wel heel oppervlakkig werkje over. In het eerste boek kon je toch ergens nog wel houden van de egoïstische en hedonistische Stijn, als die toch maar tot het eind zijn vrouw blijft verzorgen, maar in dit boek blijft alleen maar de klootzak Stijn over. Een lummel die zijn bedrijf in de steek laat (waarbij de gevoelloze wijze waarop hij zakenpartner Frenk behandelt tenenkrommend is) en zich stort in seks, feesten en drugs.
Een vakantie die Stijn vervolgens met zijn dochtertje Luna neemt in Australië, moet dan waarschijnlijk overkomen als de ommekeer of zelfs de catharsis of zo, maar dat komt totaal niet over. Stijn wordt rondweg een verwend kut-kereltje als die bij de eerste regenbui in Australie alweer moet uithuilen over de telefoon bij wel/niet-vriendin Roos. Tja, Roos. Na Carmen’s dood laat zij ronduit met zich sollen door onze labiele hoofdpersoon. Dat ze dan aan het einde van het boek alwéér toegeeft aan zijn grillen door over te vliegen naar Australië voor een zogenaamde hereniging, is dan voor mij geen geloofwaardige happy end meer.
Nee, een beetje jammer dus. Bovendien is dit boek serieuze reden voor twijfel aan Kluun’s schrijverschap. Zijn boek ‘Haantjes’, een prequel van ‘KEVBDD’, kreeg immers ook al weinig lovende kritieken. Goed beschouwd heeft hij dus in ruim tien jaar tijd niet meer heeft geschreven dan een matige sequel èn een even matige prequel van zijn ene succesroman. Dan wordt de basis wel heel wankel. Het wordt de hoogste tijd dat Kluun met een nieuwe roman bewijst dat hij wat meer inhoud heeft, anders zal hij de geschiedenis ingaan als ‘one-hit-wonder’.
Komt een vrouw bij de dokter | Kluun
02-2011 | Met een gezonde dosis scepsis begon ik aan dit boek, natuurlijk om de voor de hand liggende redenen: het is een bestseller, Nederlands en ook nog eens min of meer autobiografisch. Concluderend: dat kon niet wat zijn.
Aanvankelijk leek het er op dat mijn twijfels werkelijkheid werden. Met de ultrakorte hoofdstukjes, simpele schrijfstijl en ongein als flarden songtekst, voetnoten en tekstvakken met aanvullende info, had ik niet het idee te zijn begonnen aan een een belangrijke exponent van de hedendaagse vaderlandse literatuur, maar eerder aan een broddelwerkje wat een ongetalenteerde reclameschrijver zou maken voor tieners.
Het verhaal maakt het er ook al niet echt beter op, omdat hoofdpersoon Stijn nou niet echt een persoon is waar je meteen van gaat houden, met zijn weinig sympathieke hedonistische en egoïstische trekjes. Zeker als hij, ondanks het feit dat zijn vrouw Carmen kanker blijkt te hebben, gewoon doorgaat met feesten en vreemdgaan.
Kluun’s losse en soms erg geestige stijl maken echter dat je toch blijft doorlezen en dat is maar goed ook. Want langzaamaan krijgt het verhaal toch een emotionele lading, als blijkt dat Carmen ècht terminaal ziek is. Misschien wel juist doordat het boek zo licht en oppervlakkig begint, wordt het dan opeens des te aangrijpender, als verteld wordt hoe Stijn de dood van zijn vrouw beleeft. Ik moet zeggen dat ik oprecht geroerd was, misschien wel ook omdat tot in de meest ellendige momenten, de humor nooit ver weg blijft.
Uiteindelijk is dit dus tòch gewoon een erg bijzonder en goed boek! Hèhè, eindelijk weer wat gelezen van een Nederlandse schrijver dat de moeite waard is…
Het diner | Herman Koch
08-2011 | Dit boek was één van de bestsellers de laatste tijd van een Nederlandse schrijver en aangezien ik Herman Koch vooral door Jiskefet best hoog heb zitten, besloot ik het te lezen. Het viel echter helaas, ondanks de ronkende recensies op de achterflap, toch wel behoorlijk tegen.
Het boek begint best aardig, als Koch hoofdpersoon Paul opvoert, die die avond een etentje heeft met zijn broer Serge, toevallig ook de gedoodverfde nieuw premier van Nederland, en hun beider aanhang. De stijl is soepel en er komen wat aardige observaties voorbij. Koch laat het niet na de pretentieuze maniertjes in dure restaurants belachelijk te maken, hetgeen ook best geestig is (alhoewel Koch dit wel veel te lang doorvoert, tot het irritant begint te worden).
Maar intussen moet er ook nog een plot ontvouwd worden en dat doet Koch wel heel traag. Uiteindelijk blijkt het hete hangijzer de zoons van Paul en Serge, Michel en Rick, te zijn. Die hebben namelijk na een avondje stappen, min of meer per ongeluk, een zwerver in een pin-hokje in brand gestoken. Doodslag dus, maar ze zijn nog niet gesnapt. En zo lijkt het centrale thema van het boek te zijn: ga je als ouders je eigen kinderen aangeven in zo’n soort geval?
Een boeiende vraag, die echter ‘vakkundig’ om zeep wordt geholpen door Koch. Dat de ouders zo’n uiterst gevoelig onderwerp gaan bespreken in de publieke omgeving van een restaurant, terwijl je nota bene weet dat Serge toch al veel aandacht krijgt, is wel erg ongeloofwaardig. Net als dat de beide stellen eerst nog doodleuk wat koetjes-en-kalfjes-praat tegenover elkaar uitslaan. En het idee dat Paul’s vrouw toestaat dat Michel de tweede, geadopteerde zoon van Serge, ‘Faso’, die Michel en Rick chanteert, het zwijgen oplegt (want dat gaat er gebeuren) is volslagen belachelijk. En op de koop toe blijkt dat zowel Paul als zijn zoon Michel een aandoening hebben die hen soms extreem agressief maakt, waardoor de thematiek heel erg wordt versmald…
Nee, zelfs met veel goede wil, kun je dit geen gelukt boek noemen… Laten liggen is mijn advies.
False Memory | Dean Koontz
02-2008 | False Memory is weer een typisch boek van de Amerikaanse veelschrijver en bestsellerauteur Dean Koontz, waarvan ik al meer boeken heb gelezen. En ook over dit boek heb ik weer een dubbel gevoel.
Enerzijds is False Memory een waanzinnig goed geschreven boek met een smeuiige stijl en soms literair trekjes en een verhaal dat is voorzien van een aantrekkelijk gegeven, kleurrijke en goed uitgewerkte personages en een meeslepend plot. Een pageturner van het zuiverste water dus, van een schrijver die, zo blijkt ook wel uit zijn enorme productie, heel makkelijk schrijft.
Anderzijds bekruipt je bij Koontz’ boeken toch weer altijd het gevoel dat je confectie leest. De boeken die ik heb gelezen lìjken gewoon te veel op elkaar: bijna altijd draaien ze om een vrouw (vaak het sterkste karakter), die zich met de hulp van een vriend moet verdedigen tegen het kwaad, vaak in de vorm van een sociopathische, megalomane schurk of een uit de hand gelopen overheidsproject. De bad guys gaan altijd ten onder aan hun eigen arrogantie en hoogmoed en de good guys zijn altijd -“All American”- gewone mensen, die zichzelf hebben opgewerkt, bewust en liefdevol leven (bijna volgens Balkenendische normen en waarden) en aan het einde van het verhaal het kwaad overwinnen en nog sterker uit de strijd komen. De boeken hebben hiermee al te vaak een wat moraliserend ondertoontje.
Het lijkt hiermee misschien dat ik me niet heb vermaakt met False Memory. Dat is echter niet waar, daarvoor is het boek gewoon te goed en was het verhaal te spannend. Tegelijkertijd besef ik echter dat Koontz een schrijver is waar je niet te vaak iets van moet lezen, want dan wordt de eenvormigheid toch wel ergerlijk.
Een tafel vol vlinders | Tim Krabbé
04-2009 | Dit boekenweekgeschenk van 2009 las ik in een warm voorjaarsnamiddagje uit en ik werd er goed mee vermaakt. Krabbé is een meer dan kundig verteller en hij ontvouwt met veel diepgang en nuance het verhaal over de jonge Fred, die als zijn relatie met Nicolien uitgaat, niet los kan komen van haar zoontje Bram en voor hem een vader blijft. Fred ziet in Bram een groot talent (geen “confectie”) en zou graag zien dat Bram zijn eigen onvervulde schrijversambities weet te vervullen. Krabbé schrijft vanuit het perspectief van Fred hoe diens relatie met Bram zich ontwikkelt, voor hij in het tweede deel Bram zelf aan het woord laat. We krijgen een treffend inkijkje in de twijfels en zorgen van een jonge volwassene en lezen over zijn opbloeiende romance met Emma. Totdat het allemaal opeens ontspoort als Bram het in een bevlieging uitmaakt en hierna zal gaan doen wat zijn biologische vader ook al deed: zelfmoord plegen. Hiermee komt het verhaal naar mijn idee tot een wat al te dramatisch einde, alsof Krabbé alsnog geforceerd tot een even naar einde wou komen als zijn terecht bejubelde boek ‘Het Gouden Ei’. Een minpuntje aan een verder prima boek.
The unbearable lightness of being | Milan Kundera
02-2008 | Wie heeft niet tenminste wel eens gehoord van deze internationale bestseller? Mede hierom begon ik vol enthousiasme aan het boek, om naar gelang ik verder in het boek kwam steeds meer te verzanden. Ergens zag ik wel in waarom dit boek zo’n hoge ogen gooit, bijvoorbeeld om de bijzondere stijl en vaak sterke filosofische bespiegelingen. Op hetzelfde moment werd ik echter geen moment meegesleept in dit verhaal, over de driehoeksverhouding tussen Tomas, Tereza en Sabina. Mijn interesse in hun levenswandel, toch al niet erg bijzonder, begon me ook steeds minder te boeien. Dit komt vooral door de nogal afstandelijke stijl van Kundera, die van grote hoogte zijn hoofdpersonen observeert. En dat hij in het begin verklapt dat zijn hoofdpersonen toch niets meer zijn dan producten van zijn fantasie, helpt ook niet echt. Al met al blijft het boek hiermee nogal klinisch, kil aandoen. Vast interessant voor verheven intellectuelen, maar niet boeiend voor mensen die zich door een krachtig verhaal willen laten meeslepen.
Vleugelslag | Wally Lamb
05-2009 | Dit is inmiddels het derde boek van Lamb dat ik gelezen heb, na Walvismuziek en ‘I Know that much is true’ (de laatste heb ik in het engels gelezen). Het is ook verreweg het dikste. Het moet gezegd: het is weer een echte ‘Lamb’: een ontzettend goed geschreven verhaal waarin de zieleroerselen van de hoofdpersoon centraal staat en met groot psychologisch inzicht worden beschreven. Het boek begint ook nog eens heel interessant, als het zich richt op hoe Maureen, de vrouw van Caelum Quirk, het Columbine-drama van dichtbij mee maakt. Lamb heeft ervoor gekozen de echte daders (Harris en Klebold) op te voeren in zijn boek, wat het verhaal bijzonder beklemmend maakt.
Het verhaal gaat verder over wat Caelum Quirk, ontegenzeggelijk de hoofdpersoon, allemaal moet doormaken: zijn vrouw raakt in een post-traumatische depressie en moet na het veroorzaken van een ongeluk de gevangenis in. Intussen blijken er in zijn familie ook zaken te zijn voorgevallen die het daglicht niet kunnen verdragen. Prachtig is de liefdevolle karakterstudie van de verre van volmaakte en dus o zo menselijke Caelum. Maar tegelijkertijd begon bij mij in dit tweede, lange, deel van het boek de aandacht te verslappen. Zoals gezegd: dit boek is wel erg dik. En toen op een gegeven moment ook nog eens het hele verhaal uit de doeken wordt gedaan van Caelum voorouders (in de vorm van oude brieven en dagboeknotities), werd het mij allemaal een beetje te veel van het goede. Deze stukken las ik, moet ik toegeven, diagonaal door. Hier kwam bij dat ik, zeker tegen het einde van het boek, een beetje de indruk had dat Lamb een reeds gedaan kunstje herhaalde. Caelum’s worsteling heeft namelijk op een bepaalde manier erg veel weg van die van Dominick Birdsey (de hoofdpersoon in ‘I Know that much is true’). Des te opvallender is het dan ook dat Dominick Birdsey diverse malen in dit boek terugkomt; bijvoorbeeld omdat hij met Caelum op dezelfde school heeft gezeten.
Concluderend: wederom een goed boek, maar Lamb had ten eerste beter wat meer maat kunnen houden en lijkt ten tweede moeite te hebben met iets écht nieuws te komen. De vorige twee boeken van hem vond ik dan ook beter.
Walvismuziek | Wally Lamb
10-2006 | Toen ik het boek voor het eerst zag en de korte samenvatting ervan las, had ik niet direct iets van: Ja dit is wat. Een wordingsgeschiedenis van een meisje tot volwassenheid, zoiets staat er. He bah, denk je dan al snel, zo’n sentimenteel vrouwenboek waar je maar beter een doos tissues voor kunt aanschaffen!
Maar gelukkig wist ik beter. Ik kende Lamb al van zijn boek “I Know That Much is True”, een prachtig verhaal over de moeilijke band van een man met zijn tweelingbroer. Daarom besloot ik ook dit boek te lezen. En wederom werd ik niet teleurgesteld. Lamb heeft een verbluffend goede vertelstijl en kan je helemaal op laten gaan in zijn verhalen, in dit geval over het leven van de opgroeiende Dolores, die als jong meisje wordt verkracht, als dikke tiener door iedereen wordt verstoten, in een psychiatrische kliniek belandt en uiteindelijk toch min of meer haar weg weet te vinden. Kortom: een prachtig boek voor de liefhebber van psychologische drama’s. Ik heb opnieuw genoten!
Heldere hemel | Tom Lanoye
07-2012 | Net als in 2010 (Duel van Zwagerman) is het boekenweekgeschenk van dit jaar erg te pruimen. Tom Lanoye heeft een meer dan aardig boekje geschreven dat een waargebeurd verhaal (een onbemand Russisch vliegtuig stort neer op Belgische woning) als basis heeft. Lanoye schrijft onderhoudend en heeft mooie observaties voor je in petto. Wat wel merkwaardig is, dat Lanoye, niet gehinderd door de novelle-vorm een soort raamvertelling in gedachten lijkt te hebben, want hij beperkt zijn boekje niet tot één verhaal maar meerdere: de situation-room van de NAVO (een stukje dat bijna lijkt op een satire), de hoofdredactie van een Belgische krant (idem) en het relaas van een vrouw die is verlaten door haar man (een stuk dat zich goed zou lenen voor het toneel). Afzonderlijk zijn alle verhaallijnen interessant, maar hetgeen ze samenbindt is toch wel minimaal, want Lanoye slaagt er niet in ze in een goed plot aan elkaar te verbinden. Ook weet Lanoye geen originele draai te geven aan de genoemde crash van het Sovjet-vliegtuig, die vindt namelijk gewoon maar aan het eind van het verhaal plaats, als vervanger voor de olifant die het verhaal uitblaast, zogezegd.
Dus: het boekje ontbeert node een plot en een goed basisidee, maar ondanks dat is de inhoud onderhoudend.
De vrouw die met vuur speelde | Stieg Larsson
05-2012 | Dit boek vormt min of meer het naadloze vervolg van het eerste boek uit Stieg Larsson’s veelgeprezen ‘Millennium-trilogie’. Net als het eerste deel, ‘Vrouwen die mannen haten’, is de stijl buitengewoon leesbaar en soepel, alhoewel Larsson wederom niet spaarzaam is geweest met het aantal woorden dat hij nodig heeft om zijn verhaal te vertellen. Dat leidt enerzijds tot een prettige leeservaring: je wordt echt het verhaal ingezogen. Anderzijds bekruipt je wel soms de vraag of het niet verstandig was geweest dat een kritische redacteur nog flink was gaan schrappen in het manuscript, zeker als je weer tig keer moet lezen hoe Mikael Blomkvist boterhammen smeert en koffie zet en Lisbeth Salander Billys Pan Pizza’s eet.
Het verhaal kwam hiernaast naar mijn idee langzaam op gang, dus ik vond dat je wel flink leestijd moet investeren voor je er wat voor terug krijgt. Dat laatste gebeurt dan gelukkig wel, want Larsson heeft weer een ingenieuze en ronduit spannende intrige gebouwd rondom zijn kleurrijke hoofdpersoon Salander. Dat maakt alles dus meer dan de moeite waard, zeker met de apotheose van het boek, die zonder meer bloedstollend is (alhoewel die mij ook wel erg deed denken aan een bepaalde scene uit Kill Bill II).
Conclusie: erg goed boek, ik ga zeker ook nog deel 3 lezen!
Gerechtigheid | Stieg Larsson
08-2012 | Van dit derde en afsluitende deel van de veelgeroemde Millennium-serie kan ik eigenlijk weer hetzelfde zeggen dan over de vorige boeken. Pluspunt is ten eerste de zeer gedegen wijze waarop Larsson zijn verhaal opbouwt tot een spannende climax, ten tweede zijn aansprekende hoofdpersoon Lisbeth Salander (die hij, las ik ergens, deels heeft gebaseerd op het eveneens Zweedse karakter Pippi Langkous) en ten derde zijn meeslepende schrijfstijl. Minpunt blijft toch wel dat Stieg wel erg veel woorden nodig heeft om zijn verhaal te vertellen. Die 650 pagina’s zijn echt teveel om het slotstuk te vertellen van het verhaal: hoe Salander na ternauwernood de dood te zijn ontsnapt, wordt aangeklaagd en hoe Mikael Blomqvist en enkele andere getrouwen er in slagen de achterliggende intrige, die doordringt tot in onderdelen van de Zweedse geheime dienst, bloot te leggen en in de openbaarheid te brengen en hiermee Lisbeth vrij te pleiten. Ik vind nog steeds dat de trilogie misschien nog wel beter had kunnen zijn, als er nog een flinke redactie-slag was gemaakt. Stond de uitgever misschien toch te eerbiedig tegenover Larsson’s werk, dat ze postuum uitgebracht hebben? Ik vermoed het…
Maar goed, hoe dan ook een waardig slot van een erg fijne serie!
Mannen die vrouwen haten | Stieg Larsson
06-2010 | Natuurlijk kon ook ik niet voorbij aan deze geramde bestseller. En, ik moet zeggen, het boek is me prima bevallen. Larsson neemt je mee in een onderhoudend verhaal dat draait om twee personen: Mikael Blomkvist, een gedreven onderzoeksjournalist en de hyperintelligente ‘gothic’-hackster Lisbeth Salander. De eerste personage lijkt me vooral autobiografisch en is eigenlijk wat saai, maar met Salander heeft Larsson een zeer gedenkwaardig karakter neergezet.
Het verhaal intussen draait vooral om het ontrafelen van mysterie van de 40 jaar oude ‘moord’ op Harriet Vanger, waar Blomkvist zich op stort. Maar intussen draaien er ook allerlei andere zaken op de achtergrond mee: niet alleen Mikael’s strijd tegen de malafide zakenman Wennerström en het wel en wee bij zijn tijdschrift Millennium, maar ook de bepaald onorthodoxe wijze waarop Salander enkele persoonlijke problemen te lijf gaat. Het zorgt ervoor dat je aan het boek gekluisterd blijft, ook al neemt Larsson vaak wel erg veel tijd om zijn verhaal te vertellen. Zoals zijn uitgebreide beschrijvingen over het doen en laten van Blomkvist, als dit zich door het dossier ‘Vanger’ worstelt: ‘hij ging naar de keuken, smeerde een paar boterhammen en maakte koffie’, dat soort zinnen.
Maar de vasthoudende lezer wordt in dit boek uiteindelijk zeker beloond. Het mysterie rond Harriet Vanger kent een spannende en verrassende ontknoping en we lezen ook hoe Blomkvist en Salander uiteindelijk allebei op hun eigen wijze afrekenen met Wennerström.
Al met al dus een prima en zeer vermakelijk boek dat zeker het aanraden waard is!
Coronado | Dennis Lehane
04-2012 | In zijn boek Verloren dochter bewees Lehane wat mij betreft al dat hij in het genre thriller-schrijvers een absolute topper is en met deze verhalenbundel versterkt hij alleen maar die status.
De verhalen in deze bundel zijn zonder uitzondering rauw en gewelddadig, maar ze geven tegelijkertijd levensechtige portretten van mensen aan de onderkant van de Amerikaanse maatschappij. Hiermee zijn de verhalen heel Amerikaans, hetgeen je zeker merkt in het bargoens dat Lehane zijn hoofdpersonen laat uitkramen (tenminste, als je, zoals ik dus, de oorspronkelijke Engelstalige versie leest). Dit is echter niet storend, het draagt eerder bij aan het gevoel dat Lehane heel goed weet te treffen hoe rauw het er op het Amerikaanse platteland aan toe kan gaan.
Aan het einde van de bundel bevindt zich nog een mooi snoepje. Allereerst lees je het korte verhaal ‘Until Gwen’, over een misdadiger, die als hij zijn celstraf heeft uitgezeten, door zijn hardvochtige vader wordt afgehaald uit de gevangenis en hierna op zoek gaat naar zijn liefje Gwen. En hierna lees je erover hoe Lehane dit korte verhaal uitbouwt tot een toneelstuk dat hij speciaal schreef voor zijn broer, een acteur. Het is een zeldzaam informatief kijkje in de keuken van hoe één van de beste hedendaagse schrijvers, zoiets nu doet. Erg interessant!
Kortom: een onderhoudende verhalenbundel van een gewoon erg goede schrijver!
De infiltrant | Dennis Lehane
12-2012 | Ik moet zeggen dat ik het ervaarde als een verademing om na het hoekige proza van meneer Hermans te mogen beginnen aan deze nieuwe worp van mijn nieuwe persoonlijke favoriet, Dennis Lehane. Want wat een geweldig boek blijkt dit te zijn! ‘De Infiltrant’ toont een geweldige schrijver op de toppen van zijn kunnen, die gemeend heeft de wereld zijn magnus opus te moeten schenken.
Vanaf het begin klopt alles in dit boek. De karakters zijn levensecht en interessant en de situaties zijn allemaal gedenkwaardig. Zoals die waar het boek mee begint: de beroemde honkbalspeler Babe Ruth strandt met zijn team op een klein stationnetje en ze besluiten dan maar een wedstrijdje te spelen tegen de lokale ‘nikkers’ uit het dorp (tja, dit boek speelt in de jaren 20, als de racisme nog hoogtij viert in de Verenigde Staten’). En dan gebeurt het ongedachte: ze verliezen!
Het is maar één van de geweldige scenes in het boek.
Het verhaal draait overigens vooral om Danny Coughlin, een politie-agent in Boston, die verzeild raakt in het wereldje van de vakbonden en één van de leiders wordt van een staking van de Bostonse politie, die leidt tot omvangrijke rellen in de stad. Intussen spelen ook veel andere zaken een belangrijke rol, zoals zijn vriendschap met de neger Luther Lawrence en de problematische relatie met zijn familie. En ten slotte draven ook nog eens vele bekende Amerikanen op voor een bijdrage aan het verhaal; naast Babe Ruth bijvoorbeeld ook de latere president Calvin Coolidge en de dan nog jonge en ambitieuze J. Edgar Hoover. Maar laat ik verder maar niets van de inhoud weg geven, want dan moet je toch echt het boek zelf maar lezen. Dat is namelijk zonder meer de moeite waard!
Kortom: een topper in het genre van de historische roman en wat mij betreft een instant klassieker met werkelijk geen enkel minpunt. Of het moet de nogal slecht gekozen titel (‘De Infiltrant’) van de Nederlandse vertaling zijn. En laat dat nou net het enige zijn waar Lehane niets aan kan doen…
Moonlight Mile | Dennis Lehane
08-2012 | Dit boek is het zesde en voorlopig laatste deel in de Kenzie/Gennaro serie, waarvan ik eerder ‘Verloren dochter’ las. Ik ben een grote fan van Lehane en werd ook nu weer zeker niet teleurgesteld. Integendeel: dit is een kostelijke roman van wat inmiddels de koning van de ‘action-packed’ thrillers mag worden genoemd. Lehane schrijft soepel, aanstekelijk, heeft mooie observaties en is ook nog eens vaak erg geestig, zoals bij de kostelijke scenes waarin hoofdpersoon Patrick Kenzie te maken krijgt met een zich misdragende verwende miljonairszoon, op pad gaat met zijn lompe vriend Bubba en een ontmoeting heeft met de Russische gangster Yefim. Meesterlijk! Niet alleen door de bonte stoet aan kleurrijke personages, maar ook door het mooie, ronde en toch verrassende plot, is dit boek gewoon een feest te lezen! Toppertje!
Mystic River | Dennis Lehane
09-2012 | Dit boek is natuurlijk vooral bekend geworden door de verfilming ervan door Clint Eastwood (die toen nog iets scherper was dan die vertoning onlangs als wezenloze wauwelende man op de Republikeinse conventie). De film oogste volop lof, maar het boek is ook zeker te genieten. In vergelijking met de andere boeken die ik van Lehane las, zoals zijn kostelijke Moonlight Mile, is dit duidelijk een wat diepgaander en zwaarder en ook persoonlijker boek. Het speelt natuurlijk in Boston en gaat over hoe de relatie tussen drie jeugdvrienden enorm gecompliceerd raakt nadat één van de jongens het slachtoffer van verkrachters, ook als ze inmiddels opgegroeid zijn. Als dan de dochter van een van de drie wordt vermoord, en één van de anderen verdacht lijkt, begint de ellende. Dit leidt tot een dramatische climax, die door Lehane vakkundig wordt opgebouwd.
Conclusie: gewoon een erg goed boek van een erg goede schrijver!
Nachtleven | Dennis Lehane
02-2013 | Met ‘Nachtleven’ vervolgt Dennis Lehane zijn historische epos over het Amerika van de vorige eeuw, dat hij zo briljant begon met ‘De Infiltrant’. Deze keer richt hij zijn aandacht op Joe Coughlin, het jonge broertje van Danny, die, als hij volwassen wordt niet kiest voor een carrière bij de politie, zoals de rest van zijn familie, maar in de misdaad.
Wat volgt is een zonder meer meeslepend verhaal over hoe Joe zich weet op te werken van onbeduidend crimineeltje in de Bostonse onderwereld tot rum-baron in Florida. Het is de tijd van de Drooglegging, waarin alle alcoholische dranken verboden zijn, en aan de illegale handel verdient Joe goed. Intussen krijgt hij een relatie met de mooie Graciela, die hem de noodlottige affaire die hij ooit had met ene Emma Gould, bijna doet vergeten. Totdat deze opeens weer opduikt in het Cuba onder Batista.
Lehane heeft met dit boek weer een zeer genietbare historische roman geschreven. Wederom bewijst hij met zijn soepele schrijfstijl, één van de beste hedendaagse schrijver te zijn. Ook het verhaal is zonder meer boeiend en houdt je vast tot het einde. Het enige wat misschien ontbreekt was een duidelijke richting van het plot, want een echt knallend einde (zoals bij ‘De Infiltrant’) weet Lehane deze keer er niet echt aan te breien. Maar dat is een klein manco in een verder erg goed boek! Lezen!
Slapende honden | Dennis Lehane
10-2012 | Het lijkt er een beetje op dat ik tegenwoordig bijna om het boek weer een Lehane lees, en ik moet zeggen, dat is voorwaar geen straf! Was zijn ‘Mystic River’ soms wat zwaar naar mijn smaak, de Kenzie/Gennaro-serie, waarvan ik eerder de laatste worp ‘Moonlight Mile’ heb gelezen, vormt echt kostelijk vermaak.
Met goede moed begon ik dan ook aan dit eerste boek uit genoemde reeks. Hierin is Patrick Kenzie nog vrijgezel en Angie Gennaro nog getrouwd met een bullebak van een vent en zijn ze net samen begonnen met hun detective-bureau. Ze worden gevraagd een vrouw op te sporen die belangrijke documenten heeft gestolen, en stuiten op een snel uitdijende intrige die in hoofdzaak draait rond enkele hoge politici en twee rivaliserende zwarte Bostonse bendes.
Net als Lehane’s andere worpen, zijn ook hier het rauwe, ongepolijste verhaal, de altijd dichtbije humor, de snedige dialogen en het razendhoge verteltempo absolute pro’s. En tegens? Die zijn er bijna niet, naar mijn idee, of het moet het soms wel heel zwartgallige maatschappijbeeld zijn wat Lehane soms tentoonspreidt. Maar dat laat onverlet dat dit weer een kostelijk, zeer genietbaar boek is! Lezen!
Verloren dochter | Dennis Lehane
03-2012 | Van Dennis Lehane had ik niet eerder een boek gelezen, maar ik heb wel een aantal films gezien die zijn gebaseerd op romans van hem, namelijk ‘Gone baby Gone’ (regiedebuut van Ben Affleck nota bene), ‘Mystic River’ en last but not least ‘Shutter Island’. De wijze waarop je in deze film op ‘Sixth Sense’-achtige wijze op het verkeerde been wordt gezet, is vrij briljant.
Dit boek blijkt gelukkig ook al snel een echte Lehane te zijn. We lezen over hoe de hoofdpersonen, een beetje cliché een detective-koppel dat ook nog verliefd wordt op elkaar, verzeild raken in een zaak rondom de verloren dochter van miljardair Trevor Stone. Dennis Lehane vertelt zijn verhaal met heel veel schwung, vaart en humor, hetgeen zorgt voor een erg prettige leeservaring. Het plot is ook nog eens ingenieus, want continu blijkt dat je steeds op het verkeerde been wordt gezet. De zielige verdwenen dochter blijkt zelf een enorme bitch, etcetera etcetera. Het leidt allemaal tot een climax die Lehane erg vaardig in elkaar heeft gezet.
Al met al kun je dus spreken over een absolute topklasser in het detective c.q. thriller-genre van een erg goede schrijver waarvan ik zeker meer ga lezen!
Hot Kid | Elmore Leonard
06-2009 | Ik las dit boek tijdens mijn vakantie en hiervoor was het erg geschikt. Geheel in Leonard’s stijl is het een sappig, niet al te moeilijk geschreven misdaadverhaal, dat erg gemakkelijk weg leest. Ik moet zeggen dat ik niet ben verveeld. Het verhaal richt zich op de U.S. Marshall Carl Webster en de misdadiger Jack Belmont. De eerstgenoemde is een bekwame maar ook ambitieuze en ijdele agent, die al ooit op zijn vijftiende koelbloedig een veedief neerschoot. Jack Belmont is het verwende kindje van een oliemiljonair, die vooral door iedereen serieus wil worden genomen en wil uitgroeien tot de meest gezochte misdadiger in de USA (iets wat niet meevalt in de jaren 20, de tijd van Dillinger).
Het boek verhaalt op een losse, bijna achteloze, manier van hun beide lotgevallen en hun jeugd en hoe ze, natuurlijk, uiteindelijk tegenover elkaar komen te staan. En, zoals je dan ook kunt verwachten van dit recht-toe-recht-aan boek, legt de bad guy uiteraard het loodje.
Concluderend: een vermakelijk boekwerkje, maar verwacht geen heel hoogstaand literair verhaal.
Het licht | Torgny Lindgren
10-2008 | Dit boek lijkt op een verhaal dat opa op een lange en koude winteravond voor het knapperende haardvuur zou kunnen vertellen. Het is in ieder geval geschreven in een echte vertelstijl, met veel korte eenvoudige zinnen. Opa vertelt dus, en te oordelen aan de foto op de achterflap kan Lindgren zeker voor opa doorgaan.
Het verhaal zelf kan misschien het beste worden gekarakteriseerd als een fabel. Het gaat over het plaatsje Kadis, ergens aan het einde van de wereld, waar op een slechte dag de pest haar intrede doet. Slechts zes dorpelingen zullen overleven. En vanaf dat moment is alles verstoord en heeft de aanvankelijke orde in het dorp plaatsgemaakt voor chaos. “Het is niet juist”, tekent Lindgren meer dan eens op. Symbool voor die wanorde is onder meer de idiote hoeveelheid konijnen, die het dorp overspoelt. Deze beesten fokken maar ongebreideld door, hiermee het morele verval weerspiegelend. Ook het buitensporig grote varken Blasius is een symbool van de onmatigheid die in Kadis heerst. De overlevenden vertonen hetzelfde immoreel gedrag: zo heeft een man ontucht met een koe en verwekt een ander een kind bij zijn dochter. Nog een ander eigent zich alle rijkdommen van het dorp toe. Het is niet juist. Een vertegenwoordiger van de natuurlijker orde, de Koning, moet uiteindelijk de verlossing brengen waar de overlevenden zo naar snakken.
Overduidelijk is dat Lindgren ons met dit, soms heel surreële sprookje, iets probeert mee te geven. Bijvoorbeeld de vraag hoeveel innerlijke beschaving een mens heeft als er chaos intreedt. Al met vond ik het boek in ieder geval zeker de moeite van het lezen waard.
Katholiek | Gerry van der List
10-2011 | Van Gerry van der List las ik eerder een geschiedschrijving van het weekblad Elsevier. Dit boekje is niet meer dan een verzameling van artikelen die Gerry van der List voor datzelfde blad schreef. Erg veel samenhang is er dus niet, afgezien van het feit dat alles over het katholicisme gaat. Heel actueel is het al evenmin, veel artikelen zijn al bijna 10 jaar oud!
Hiermee is het toch wel een beetje een teleurstelling, alhoewel veel artikelen op zich best interessant zijn. Zoals de stukken die gaan over hoe de conservatieve hardliners het bij de RK-kerk het voor het zeggen hebben gekregen (Ratzinger, Eijk). Hierdoor lijkt de ondergang van de RK-kerk alleen maar te zijn versneld en is het steeds meer verworden tot een in zichzelf gekeerde kliek van grijze mannen, dat het contact met de samenleving verloren heeft. Toch zonde van een instituut dat al zo oud is…
Maar goed, als geheel viel dit boek tegen. Misschien is het iets voor de echte geïnteresseerden, de rest kan het laten voor wat het is.
Meer dan een weekblad | Gerry van der List
07-2009 | Meestal is het niet bepaald de meest spannende kost, de geschiedschrijving van een bedrijf. Maar dit boek is een uitzondering op de regel. In zijn verhaal over Nederlands grootste opinieblad -ook door mij veelgelezen- slaat Gerry van der List namelijk vaak een opmerkelijk lichte toon aan. Alsof je een jongensboek leest. De eerste hoofdstukken betreffen de beginjaren vlak na de oorlog, als aan het redactiekantoor een bonte stoet buitenissige types voorbijtrekt. Neem alleen de hoofdredacteuren al, zoals de met geld smijtende ijdeltuit H.A. Lunshof, of de lompe en als een ketter vloekende Teddy Klautz. Sommige van de streken die zij destijds uithaalden, lijken eerder uit een schelmenroman afkomstig dan uit de historie van een momenteel toch serieus blad. Ook het beeld dat Van der List schept van een flierefluitende redactie die het grootste deel van de tijd in de kroeg hangt, draagt hier aan bij.
Gaandeweg wordt het boek wat serieuzer van toon en wordt dieper ingegaan op de inhoudelijke veranderingen die het weekblad doorgemaakt heeft. Het boek lijkt hiermee een spiegel te zijn van het blad zelf, want ook de Elsevier lijkt met de jaren serieuzer te zijn geworden. Na het lange bewind van de zeer omstreden ‘schnabbelaar’ Ferry Hoogendijk komt namelijk H.J. Schoo aan het roer: de zeer veeleisende en zeer competente hoofdredacteur die vanaf de jaren negentig het blad ‘opnieuw uitvindt’. Vanaf dat moment is het over met de fratsen, het decadente gesmijt met geld en, helaas, ook met de sappige verhalen. De Elsevier is een degelijk blad geworden.
Het zijn net mensen | Joris Luyendijk
04-2008 | In dit ontluisterende boek legt Joris Luyendijk genadeloos de rol -en vooral het tekort- van de media bloot. In een vlot leesbare en persoonlijke stijl beschrijft hij hoe het kan dat de media er niet in slaagt een waarheidsgetrouw beeld te schetsen van de wereld, met name het Midden Oosten, de regio waar Luyendijk 5 jaar als correspondent werkte. Volgens Luyendijk komt dat enerzijds doordat de media om tal van redenen zelf niet goed functioneren, anderzijds komt het doordat ze zich in de luren laten leggen door manipulatieve partijen, zoals Israel en Amerika, die beide het bespelen van de media tot in de puntjes beheersen. Het leidt tot een harde conclusie: Luyendijk constateert dat de kloof tussen West en Oost dieper wordt, niet omdat de mensen nu zo anders zijn, maar omdat “…we een radicaal ander beeld van de wereld krijgen voorgeschoteld”.
Een absolute aanrader!